De lichte daling van de officiële ontwikkelingshulp (ODA) is volgens de OESO te wijten aan het verminderen van de uitgaven voor de opvang van vluchtelingen in de donorlanden. Er zijn volgens de internationale organisatie wél meer middelen gegaan naar de allerarmste landen in de wereld.
Voor 11.11.11 en andere ngo’s is de opvang van asielzoekers in eigen land belangrijk, maar de uitgaven hiervoor mogen niet bij het wereldwijde hulpbudget worden gerekend. Er zijn nog steeds 9 donorlanden van de 29 die meer dan 10 procent van hun ODA aan de opvang van vluchtelingen spenderen. België behoort met 14,3 procent tot die groep.
11.11.11 is tevreden dat er meer middelen naar de armste landen gaan. Anderzijds: de totale uitgaven mogen dan quasi stabiel zijn, 0,31 procent blijft veel te weinig om de wereldwijde uitdagingen die voor ons liggen inzake ongelijkheid, armoede, klimaatverandering … aan te pakken. Meer dan ooit is er nood aan een robuuste investering in ontwikkelingssamenwerking richting 0,7 procent.
De politieke verklaringen en beloften van de NAVO om 2,0 procent van het bbp te spenderen aan defensie staan in schril contrast met de solidariteitsinspanningen om 0,7 procent van het bni aan ontwikkelingssamenwerking uit te geven. Nochtans is 11.11.11 ervan overtuigd dat slimme investeringen in solidariteit de beste vorm van conflictpreventie zijn (en dus ook goed zijn voor het rijkere Westen).
België
De daling tot 0,45 procent voor België legt de structurele en jarenlange besparingen op ontwikkelingssamenwerking bloot. Volgens de voorspellingen van de OESO in 2015 zal het percentage verder zakken tot 0,38 procent tegen 2019. Dit maakt duidelijk dat het bereiken van de internationaal afgesproken 0,7 procent in ons land nog ver af is.
“Slimme investeringen in solidariteit zijn de beste vorm van conflictpreventie” – 11.11.11
Nog niet zo lang geleden zat België met 0,64 procent van haar bni bij de internationale koplopers. Voor 11.11.11 moet een rijk land als België haar deel van de internationale solidariteit opnemen. Landen als het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen, Zweden en Luxemburg tonen nochtans aan dat de 0,7 procent norm geen onhaalbare droom, maar een politieke keuze is.
11.11.11 roept de verschillende politieke partijen in België op om een einde te maken aan de jarenlange besparingen en zo snel mogelijk een groeipad uit te stippelen conform onze internationale plichten en onze eigen wetgeving om 0,7 procent van het bni te spenderen aan ontwikkelingssamenwerking.