Ghanezen Nazir (links) en Usman keerden onverrichterzake terug uit Libië in 2011 (Kwaku Botwe/IPS)
Afrika, Economie, Samenleving, Politiek -

Wanhoop blijft Afrikanen op de vlucht drijven naar Lybië en EU

Ondanks berichten over slavenkampen en zware mishandelingen blijven West-Afrikanen vluchten naar Libië in de hoop daar toch werk te vinden, maar vooral om van daaruit Europa te bereiken. Nazir Mohammed waagde het, mislukte en is inmiddels al zeven jaar terug in Ghana. Hij vertelt zijn verhaal van wanhoop en gebroken dromen van een beter leven.

dinsdag 6 februari 2018 16:23
Spread the love

De 30-jarige Nazir Mohammed zit op de bank in zijn kamer in Kwame Danso, een kleine stad ongeveer 290 kilometer ten noorden van de Ghanese hoofdstad Accra. “Libië biedt geweldige economische kansen voor West-Afrikaanse migranten, maar de mensenrechtenproblemen, vooral voor donkere Afrikanen, zijn er groot”, zegt hij. “Ik zou zelfs mijn ergste vijand niet adviseren naar Libië te gaan”.

Mohammed is een van de 19.000 Ghanezen die zeven jaar geleden uit Libië werden teruggestuurd. Hij vertrok van huis op zijn drieëntwintigste, met een diploma van de middelbare school op zak. Een paar maanden eerder was zijn vader overleden en hij voelde zich als oudste zoon verantwoordelijk voor de zorg voor zijn moeder en zijn vier andere broers en zussen.

“Ik hoorde dat je met 500 cedi (ongeveer 90 euro) naar Libië kon. Dus ging ik in de bouw werken om het geld bijeen te krijgen”, zegt hij. “Mijn moeder en de rest van het gezin merkten pas wat ik van plan was toen ik hen belde. Toen was ik al halverwege mijn reis. Ze moest huilen, maar later ging ze voor me bidden. Want ze kon niets anders doen.”

De meeste jongeren vertrekken zonder hun familie in te lichten, omdat ze weten dat ze weinig steun krijgen voor hun risicovolle reis. Onder de ongeveer een miljoen migranten die vast zitten in Libië, zijn er veel uit Ghana, Senegal, Nigeria en Ivoorkust. Mohammed komt uit de regio Brong Ahafo, in het midden van Ghana. Onder de Ghanese migranten in Libië komt het grootste deel uit deze regio. Net als Mohammed zien velen van hen Libië als een overstap naar Europa.

Ghanese docenten

De geschiedenis van de Ghanese migranten in Libië gaat terug tot de jaren 1980. De Ghanese regering tekende toen een bilateraal akkoord met Libië, zodat tweehonderd Ghanese docenten Engelse les konden geven in Libië, melden Leander Kandilige en Geraldine Adiku, onderzoekers van het Centre for Migration Studies van de Universiteit van Ghana. Deze afspraak kwam er in een periode dat illegale immigranten – voornamelijk uit West-Afrikaanse landen – massaal uit Nigeria werden gedeporteerd in 1983. Daaronder bevonden zich ook bijna twee miljoen Ghanezen.

Aanvankelijk boden de Libische autoriteiten alleen werk aan hoog opgeleide Ghanese immigranten. Omdat er echter ook werk was voor lager opgeleiden, kwamen veel Ghanezen naar Libië via informele routes door de Sahara. Een gevolg was dat de Libische autoriteiten de illegale migratie probeerden te stoppen en mensen gedwongen het land uitzetten.

Voor de westerse inval in Libië in 2011 hadden de Libische autoriteiten al te maken met illegale migratie en agressie tegen zwarte migranten. In 2006 begon de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) van de VN een programma voor vrijwillige terugkeer uit Libië, gericht op migranten zonder papieren uit diverse landen.

Statistieken van het Ghanese ministerie van Buitenlandse Zaken en Regionale Integratie laten zien dat op 8 oktober 2000 de eerste groep van 238 Ghanezen in Ghana terugkwam. Zij vertelden trieste verhalen over zware schendingen van de mensenrechten. Nog steeds keren er Ghanezen terug met soortgelijke verhalen. In 2017 waren dat er 565.

Muammar Khadaffi

De grootste deportatie vond echter plaats in 2011, in de hitte van de oorlog. De IOM schat dat er in dat jaar ongeveer 19.000 Ghanezen terugkeerden naar Ghana. Veel migranten vertelden dat de toegenomen vijandigheid ten opzichte van zwarte Afrikanen bijdroeg aan deze exodus. Met de toenemende politieke instabiliteit en de val van Muammar Khadaffi, nam ook de agressie tegen Afrikanen toe. Een deel van de Libiërs beschuldigde Khadaffi ervan deze groep in te zetten als huurlingen, en hen een zekere bescherming te bieden. Dat bleek een vals gerucht te zijn, maar de Afrikanen in Libië kregen er wel de klappen voor, dikwijls met dodelijke gevolgen.

“Als zwarte Afrikaan liep je gevaar”, zegt Mohammed. Hij zegt dat veel migranten alles achterlieten, inclusief het verlies van een paar nog niet betaalde maandsalarissen. Het was volgens hem gebruikelijk dat bedrijven migranten pas twee maanden salaris begonnen te betalen, wanneer ze al zes maanden werkten. Dat betekende dat deze vluchtelingen altijd een paar maanden achterliepen met de uitbetaling van hun salaris.

“Ik had geluk omdat ik hulp kreeg van een soldaat die ik Engelse les had gegeven. Hij bracht mij en mijn vriend helemaal van Benghazi naar Egypte, waar de evacuatievliegtuigen vertrokken. Toen ik in Ghana aankwam had ik maar 500 cedi (90 euro) op zak. Van het bedrijf had ik nog 7.000 cedi (1.250 euro) tegoed”, zegt hij bitter.

Een zware reis

De meeste vluchtelingen uit West-Afrika reizen via de woestijn om Libië binnen te komen. Daardoor zijn ze kwetsbaar voor mensenhandelaren. Mohammed zegt dat criminelen migranten opwachten bij de grens en ze naar zogenoemde slavenkampen brengen. Daar worden ze vastgehouden, onmenselijk behandeld en krijgen ze net genoeg eten om in leven te blijven, met als doel losgeld af te dwingen.

Ook Mohammed heeft daar mee te maken gehad, zegt hij. Hij moest zijn familie bellen en onder druk zetten om losgeld te betalen. “Mijn moeder was bang dat ik vermoord zou worden. Ik heb haar echter ervan verzekerd dat het goed zou komen als het geld kwam.” Volgens Mohammed heeft zijn stiefvader 300 cedi (50 euro) opgehoest en werd hij daarna vrijgelaten. Hij voegt er wel aan toe dat andere gevangenen soms veel meer moesten betalen.

Einddoel Europa

Eenmaal uit het slavenkamp, was het volgende probleem genoeg geld verkrijgen om naar de Libische hoofdstad Tripoli gesmokkeld te worden. Tripoli bereiken is cruciaal voor wie Europa als einddoel heeft, omdat de stad relatief dicht bij Italië ligt.

“Ik deed gevaarlijk werk, zoals het tillen van beton”, zegt Mohammed. De reis naar Tripoli was een nachtmerrie. “We zaten als sardientjes achterin een pick-up, met een dekzeil erover. Het was vreselijk warm en de weg was slecht. Toen ik in Tripoli aankwam, kon ik niet rechtstaan. Ik voelde mijn benen niet meer en dacht dat ik een zonnesteek had.”

In Tripoli kon Mohammed geen fatsoenlijk werk vinden. Daarom vertrok hij naar Benghazi, waar hij allerlei baantjes had om geld te verdienen voor de reis naar Europa. Die hoop vervloog toen de westerse aanval begon en de burgeroorlog uitbrak.

Slavenmarkten

Dat migranten in Libië verkocht worden op slavenmarkten, wordt ontkend door de Libische autoriteiten. Zij beschuldigen de media ervan Libië ten onrechte af te schilderen als een racistisch land. Mohammed zegt echter niet te twijfelen aan deze verhalen.

Sinds 2012 werken internationale organisaties in Brong Ahafo aan de re-integratie van teruggekeerde Ghanezen. Ook wijzen ze op de risico’s van ongereguleerde migratie. Mac Simpson, een Ghanese docent in Libië en expert op het gebied van migratie en mensenhandel, zegt dat van de 2.000 Ghanese migranten die de afgelopen vier jaar op zee omkwamen op weg naar Europa, er 1.600 uit de regio Brong Ahafo kwamen.

Sommige mensen delen op sociale media video’s van mishandeling van migranten in Libië, in de hoop daarmee de vlucht te ontmoedigen. Simpson, die zelf langer dan twintig jaar geleden de gevaarlijke reis ondernam en drie boeken schreef over migranten in Libië, zegt dat dergelijke video’s weinig impact hebben.

Jongeren zullen het risico blijven nemen, zegt hij. Zo lang ze geen goed werk in Ghana kunnen vinden, blijft Libië lonken. “We hebben met teruggekeerde jongeren daar gepraat en gevraagd wat reden genoeg zou zijn om er te blijven. Een van die jongeren zei: als ik een taxi heb. Dus hebben we een taxi voor hem gekocht en hij werkt er nog steeds als taxichauffeur.”

Simpson, die momenteel in Ghana is, zegt dat hij in gesprek is met het ministerie van Onderwijs in de hoop zijn boek The Cemetery without Graves, dat gaat over de problemen van migranten, op scholen te introduceren. Hij denkt dat het wel enige impact kan hebben als de boodschap om thuis te blijven op jongere leeftijd wordt gebracht.

Mohammed zelf heeft op eigen houtje weer werk gevonden als onderwijzer in Ghana. “Het salaris is niet zo goed, maar we kunnen ervan leven”, zegt hij.

Bron: One Migrant’s Brutal Odyssey Through Libya

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!