Ben Weyts

De mythe van de N-VA communicatiestrategie

Al een handvol jaren worden we in dit land beheerst door een waanbeeld: het beeld van de N-VA als een uitmuntend communicerende machine. Het wordt tijd dat we dit wat realistischer inschatten. Het klopt immers voor geen meter.

zaterdag 3 februari 2018 13:44
Spread the love

Al een handvol jaren worden we in dit land beheerst door een waanbeeld: het beeld van de N-VA als een uitmuntend communicerende machine die een nauwgezet een zeer bepaalde strategie uitwerkt.Na iedere mediastorm over uitspraken van een N-VA coryfee besluiten opiniemakers links en rechts dat “N-VA het debat beheerst”, er “als winnaar” uit komt of toch minstens “heeft gescoord”.

Ik zoek al even lang naar harde bewijzen daarvoor, en ik vind ze niet. Waarvan ik wél een hoop bewijzen vind, is van het tegendeel: de N-VA als een chaotisch kakelend groepje dat de communiucatieblunders opstapelt. Als sinds de Antwerpse verkiezingsoverwinning van 2012 gaat er geen week voorbij waarin de ene N-VA’er de andere tegenspreekt, moet corrigeren, afzwakken of re-framen. Jambon moet Franckens uitspraken publiek verdedigen, en moet zelf door het stof wanneer Atomaschriftjes van hem “te letterlijk geciteerd” worden. Homans, Francken, Demir, Van Overtveldt, Jambon en anderen worden publiek betrapt op communicatief prutswerk in het Parlement – foute cijfers over allerhande thema’s, leugens over repatriëringen, verbindingsofficieren of Unia, noem maar op. Ook de backbenchers en lokale mandatarissen bakken het vaak bruin. En straks zal ik het hebben over Siegfried Bracke, de man die omwille van zijn meesterlijke communicatie meteen een hoofdrol kreeg bij N-VA.

Wanner het echt heel bont wordt moet Bart de Wever tussenbeide komen. Meestal doet hij dat door middel van een oekaze: “het debat is afgelopen”, “dit is een heksenjacht” of “als men de waarheid niet meer mag zeggen dan is het ver gekomen”. Dit is geen strategie, wel een paniekmaatregel die de schade van een volsagen ontregelde publieke communicatie moet beperken.

De Wever zelf wordt evengoed op prutswerk betrapt. Hij heeft in zeer veel van zijn tussenkomsten geen enkele last van respect voor de feiten, en zingt al jaren een aantal deuntjes die intussen al geruime tijd hun versheidsdatum hebben overschreden: absurde overdrijvingen, kindertaal, pathos, zelfbeklag en vingertje wijzen naar de stoute tegenstanders. Niets daarvan is degelijke communicatie, heel veel daarvan is inmiddels hoogst irritant geworden. Ook hij blundert erop los.

Zijn opiniestuk van 24 januari 2018 in De Morgen, over de spanning tussen migratie en sociale zekerheid, is een mooi voorbeeld. Het stuk was ontstellend zwak opgebouwd en beargumenteerd, en de kern ervan was een infantiele aanname: onze sociale zekerheid zal instorten wanneer we hier miljoenen Afrikanen toelaten ervan te profiteren. Vermits niemand die wat bij z’n verstand is dat soort migratie (“open grenzen”, volgens De Wever) voorstelt of ook maar mogelijk acht, ligt de zwakte van het stuk open en bloot te kijk. Bovendien werpt De Wever zich in het stuk op als de protector van de sociale zekerheid – wat volkomen haaks staat op wat hijzelf en zijn partijgenoten daarover al jaar en dag te zeggen hebben. het stuk werd dan ook, om een beleefde Engelse uitdrukking te gebruiken, comprehensively debunked. met de grond gelijk gemaakt. Als poging om de verkiezingsagenda vorm te geven is het een totale mislukking.

Maar kijk dan wat er gebeurt, want hier komt communicatiegoeroe Siegfried Bracke. Op Twitter, 3 februari 2018, zet hij de puntjes op de i:

“De framing alsof Bart De Wever heeft gezegd dat migranten de sociale zekerheid ruïneren stoort me. Zei dat dit ZAL gebeuren als we feitelijk kiezen voor open grenzen. Niets meer, niets minder.”

In een amusante rolomkering komt Bracke nu De Wever te hulp. Maar terwijl hij dat doet beklemtoont hij de absurde aanname van De Wever nogmaals. En hij doet dat op een moment waarop alle andere deelnemers aan het debat dit soort “open grenzen”  uitdrukkelijk hadden afgewezen. Waardoor de conclusie voor de hand ligt: de sociale zekerheid ZAL NIET geruïneerd worden. De hulp van Bracke stopt het argument van De Wever nog wat dieper onder de zoden. Tot daar de goed geoliede N-VA communicatiemachine.

Ik schreef enkele jaren terug een artikel over de retoriek van George Bush jr. Zoals we weten was Bush een bijzonder slecht spreker. Maar het punt dat ik maakte was dat zijn kromme uitspraken door pers en opiniemakers werden recht gezet en omgetoverd tot briljante stellingnamen; zijn grammaticale blunders en nietszeggende uitspraken werden omgetoverd tot vloeiend en coherent proza dat vele uren commentaar verdiende. Bush was als president immers de grootste Amerikaanse celebrity, en nieuws over Bush was dan ook steevast groot nieuws en groot medicijn voor kijkcijfers en abonnementen.

Het zelfde zien we met De Wever en zijn partij. Hun stuntelige, vaak zelfs potsierlijke uitspraken worden door derden omgetoverd tot meesterwerkjes van publieke beïnvloeding, tot producten van een vernuftig communicatiesysteem dat stap-voor-stap de N-VA strategie uitvoert. Want De Wever en de zijnen zijn al een tijd de elite van de politieke celebrities, en elke zucht die ze slaken moet binnenstebuiten gekeerd worden in “het debat”. En de cirkel is snel rond: wanneer onsamenhangende, bizarre  en irrelevante uitspraken samenhangend worden gemaakt en als geniaal worden voorgesteld in vele uren zendtijd en vierkante meters bedrukt papier, ja, dan “domineren ze het debat”. De mythe van de N-VA communicatiestrategie is een effect van de publieke beeldvorming ervan.

take down
the paywall
steun ons nu!