Rode leeuwen in 1968, een halve eeuw Vlaams Socialisme in de hoofdstad

Rode leeuwen in 1968, een halve eeuw Vlaams Socialisme in de hoofdstad

dinsdag 16 januari 2018 11:02
Spread the love

Het ontslag in juli 1966 van volksvertegenwoordiger Paul-Henri Spaak en de opvolging in mei 1966 van Joseph Bracops door Henri Simonet als burgemeester van Anderlecht, brengen een communautaire tegenstelling binnen de Brusselse federatie van de BSP-PSB aan de oppervlakte. In Le soir van 13 november 1966 stelt Henri Simonet onomwonden: “… je dis qu’il est un phénomène irréversible celui de la francisation de Bruxelles. Et les mesures contraignantes -les lois linguistiques, comme les arrêtés d’exécution- n’y changeront rien. Elles sont vouées à l’échec.”

De nieuwe generatie Brusselse socialisten met de Molenbeekse burgemeester Edmond Machtens en met Henri Simonet in Anderlecht profileren zich sterk communautair. Ongetwijfeld is dit communautair opbod ingegeven door de vrees voor een nieuwe verkiezingsnederlaag en een verdere vooruitgang van het FDF dat in 1965 voor het eerst succesvol in het strijdperk was getreden. De harde Franstalig liberale oppositie tegen de vastlegging van de taalgrens en controle op de taalwetgeving in Brussel van 1962 zijn een goede bodem voor het FDF. In de volgende regering Vanden Boeynants-De Clercq treden de liberalen toe tot de meerderheid en blijft de communautaire koorts alom tegenwoordig. De regering zal ten val komen rond de problemen van de splitsing van de Leuvense katholieke universiteit.

Na het ontslag van de regering Paul Vanden Boeynants op 7 februari 1968 weten de Vlaams-Brusselse socialisten zich gesteund door de resoluties van het Derde Vlaams Socialistisch Congres te Klemskerke van oktober 1967 en door personaliteiten als Antwerps burgemeester Lode Craeybeckx. Van deze laatste kennen we de uitspraak “Antwerpen laat Brussel niet los”.

Er komen nieuwe wetgevende verkiezingen op 31 maart 1968. De resultaten van de interne poll van de PSB-BSP in Brussel-Halle-Vilvoorde zijn ontgoochelend voor de Vlaamse kandidaten. Zowel de Vilvoordse burgemeester Frans Gelders, als Molenbeeks kamerlid Hendrik Fayat worden naar onverkiesbare plaatsen op de kamerlijst weggestemd. Enkel Piet Vermeylen kan zich handhaven op de senaatslijst.
Hendrik Fayat had de vlaag wellicht voelen aankomen. Zijn voorafgaandelijke vraag voor gegarandeerde plaatsen op de lijst voor Nederlandstaligen was afgewezen. Pogingen om na de poll tot een vergelijk te komen binnen de Brusselse federatie mislukken. Op 7 maart 1968 aanvaardt het nationaal bureau van de BSP het onvermijdelijk geworden feit dat er een afzonderlijke Vlaamse socialistische lijst in het Brusselse kiesarrondissement zal worden ingediend.
Achiel Van Acker kan Piet Vermeylen overtuigen het risico te nemen met de Vlaamse Socialisten. Vermeylen was nog minister van Binnenlandse Zaken geweest in de regering Van Acker IV.
Hendrik Fayat heeft zich altijd principieel uitgesproken tegen de uitbreiding van de Brusselse olievlek, terwijl we bij Piet Vermeylen de meer pragmatisch geformuleerde wil onderkennen om de taalwetgeving ook in Brussel te laten respecteren.

Stop een leeuw in de stembus wordt de verkiezingsslogan van de Rode Leeuwen. Dit verwijst naar de toen welbekende ESSO-campagne Stop een tijger in je tank.
De Rode Leeuwen hebben het niet gemakkelijk, zeker in Brussel. Ze moeten het stellen zonder de vertrouwde partijstructuren en de goed geoliede gemeenschappelijke actie.
Maar het enthousiasme doet wonderen en de toenmalige media volgen de evolutie op de voet. Op 26 maart wordt er een succesvolle meeting in het oud-gemeentehuis van Laken georganiseerd met Jos Van Eynde en de drie uittredende Vlaams-socialistische parlementsleden.
Een opmerkelijk initiatief komt van Frans De Pauw, medeoprichter en hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel, die in de nationale pers een oproep publiceert van 51 Vlaamse letterkundigen, kunstenaars en professoren ter ondersteuning van de Vlaamse socialistische lijst.

Piet Vermeylen, Frans Gelders en Hendrik Fayat worden op 31 maart 1968 als Rode Leeuwen binnen de BSP verkozen in de Senaat en in de Kamer. In de nieuwe regering Gaston Eyskens V wordt Piet Vermeylen minister van Nationale Opvoeding en Hendrik Fayat minister voor Buitenlandse Handel.
Tien jaar later pas, in 1978, zal de BSP als partij splitsen.

Anders dan voor 1968, wordt het communautaire gegeven binnen de socialistische familie bij samenwerking sedertdien niet meer onderschikt weggewuifd. Op een overleg PS-SP over de gemeenteraadsverkiezingen in Brussel stelde Philippe Moureaux als voorzitter van de fédération bruxelloise du PS dat hij als Franstalig socialist niet de intentie had om zelf ook de Vlaamse Brusselaars te vertegenwoordigen. Maar dat hij als burgemeester consequent wel altijd een Vlaams schepen in het college van Molenbeek heeft opgenomen. Ook voor het Lombardakkoord van 28 april 2001 dat een federale financiering en een bijkomende schepen voorzag voor Brusselse gemeenten met een tweetalig schepencollege. Hij verwees daarbij impliciet ook naar de meer ‘open progressieve houding’ en het tweetalig profiel van generatiegenoot Charles Picqué in St-Gillis waar samenwerking met Nederlandstaligen voor 2001 electoraal altijd veel moeilijker lag.

Eigen aan de politiek is dat mensen tot geloofwaardige samenwerking moeten komen. Anno 2018 zijn de sociale, economische en culturele uitdagingen voor de stad groter dan ooit. Voldoende om als progressieve Brusselaars een open samenwerking te vragen. Op communautair vlak blijft een assertieve houding actueel, al is de context intussen veel ruimer en minder homogeen dan de gewestelijke opsplitsing in 2 taalcolleges in de Brusselwet van 1989.
Om het met Jos Van Eynde te zeggen: politiek is elke dag herbeginnen. Geloofwaardigheid gaat samen met de capaciteit om uitdagingen en problemen niet enkel te duiden, maar er ook samen werk van te maken.
Met Willy Decourty (PS burgemeester Elsene 2001-2015) stel ik graag dat taalproblemen in Brussel vandaag minder een ‘politiek probleem’ zijn, maar zeker een aandachtspunt blijven bij integrale kwaliteitszorg. We hebben het dan over het taalgebruik bij de dienstverlening en over een ruimer referentiekader voor een vernieuwend beleid. Daar hebben we in Elsene, ooit de Oasis francophone van de liberale burgemeester Charles Janssens, wel zo’n 20 jaar over gedaan om tot effectieve samenwerking te komen.

( bibliografie: Wouter BRACQUENÉ en Luc PEIRENS, Van eenheid naar scheiding, in: 25 jaar Rode Leeuwen. Een kwarteeuw Vlaams Socialisme in de hoofdstad, Leuven 1993 )

take down
the paywall
steun ons nu!