Bron: Flickr
Boekrecensie, Economie, Samenleving, Politiek, België, Lokaal, Antwerpen -

Onze man wordt buschauffeur: ‘Dokter aan het stuur’ van Egmont Ruelens

Of Humo dit nog doet weet ik niet zeker, maar voor enkele jaren waren de ‘onze man wordt …’-artikelen favoriete kost voor deze recensent. Ze geven je een inkijk in 't leven en werk van anderen met de nodige dosis humor. Later verslond ik de boeken van de Duitse Günter Wallraff waarin hij voor een Lidl-distributeur ging werken, zwart of dakloze werd. En vandaag hebben we er misschien een Belgische Wallraff bij. Egmont Ruelens, huisarts van opleiding, ging een jaar werken bij De Lijn als buschauffeur in 't Antwerpse: onze man wordt buschauffeur.

maandag 4 december 2017 18:31
Spread the love

Zijn relaas is te lezen in het door Lannoo uitgegeven boek: Dokter aan het stuur. Undercover als buschauffeur en het is, wat mij betreft, een page-turner geworden. Het verhaal is doorleefd en met liefde voor het vak en de collega’s geschreven. Het boek leest als een dagboek van een jaar buschauffeur zijn. Het werk kan dan misschien nogal repetitief zijn, dat is het boek niet. Doorheen anekdotes en verhalen komt men veel te weten over de gezondheidsrisico’s van het vak, de collegialiteit onder collega’s, maar ook het verborgen en niet verborgen racisme, de gevolgen van de besparingen, de manier waarop het werk georganiseerd wordt of vaak niet georganiseerd is, de relatie met de reiziger, managementpraktijken, sluipende privatisering en ook een klein beetje over collectieve actie.

Een hele boterham die er zeer vlot ingaat. De anekdotes en verhalen staan namelijk centraal, niet de structurele oorzaken of beleidsplannen erachter. Het boek is het relaas van een chauffeur en is ook vanuit hun oogpunt geschreven.

Enkele zaken die deze lezer aangrepen waren bijvoorbeeld het brede verhaal van de rugklachten die chauffeurs hebben. Na enkele weken moest onze auteur namelijk al thuisblijven wegens rugpijn.

De reden erachter is complexer dan men op het eerste zicht zou denken. Natuurlijk zitten de slechte en oude zetels er voor veel tussen, maar ook de structurele besparingsnoodzaak speelt parten. Zo zouden de banden van de bussen heel sterk opgepompt worden en de veringen uitgezet. Dat bespaart brandstof en onderhoud voor de bus, maar gaat ten koste van de rug van de chauffeur. Dat lijkt eenvoudig op te lossen, maar is helaas nog niet alles.

De rugklachten worden verergerd door een algemeen hoog stressniveau van de chauffeurs: ze rijden in druk verkeer, ze hebben bijna constant vertraging op hun planning, ze hebben te maken met soms lastige reizigers en hun uurroosters zijn niet bepaald ontspannend te noemen. Dat alles, samen met de slechte stoelen, vertaalt zich in gezondheids- en rugproblemen, en dus ook in absenteïsme en uitval. En dat hele pakket aanpakken lijkt al een stuk moeilijker dan een nieuwe stoel installeren.

Als Egmont dan uitvalt door rugklachten krijgt hij de tijd niet om naar een (andere) dokter te gaan of de controlearts staat al op de stoep. Qua signaal kan dat tellen. Een chauffeur moet ‘rijden en zwijgen’ en niet te lastig doen.

Nu en dan zat deze lezer wel op zijn honger als het op diepere analyse aankomt. Het verhaal over de besparing (banden vol, veringen af) raakt, maar zou misschien nog meer kracht hebben als er ook wat achtergrond of studiemateriaal bijgehaald wordt: hoeveel moet De Lijn zo besparen, hoe zit het met de bezetting over de jaren heen of de verhoging van de reistijden. De anekdotes geven kleur, maar enkele cijfers hadden het kunnen ondersteunen.

Gelukkig is dit boek niet enkel het verhaal van Egmonts jaar als buschauffeur. Voordat hij het plan aanvatte om chauffeur te worden was hij namelijk al betrokken met de gezondheid van de chauffeurs als huisdokter. Hij kreeg zoveel chauffeurs met klachten over de vloer dat hij op onderzoek uitging en een bevraging organiseerde.

Ook dat verhaal wordt in het boek verweven en geeft wat meer algemene beschouwingen over het vak. Daar ook komen de verhalen over stoelen, management, reizigers en collega’s samen. Daar ook komt een bijna-besluit van het boek naar voren: wat de chauffeurs vooral missen is een vorm van controle en zeggenschap over de organisatie van het werk: individueel en collectief.

Het boek geeft veel stof tot nadenken en presenteert die stof in een zeer vlot leesbaar boek. Een breed toegankelijke maar sterke sociale analyse. Of de Belgische Günter Wallraff geboren is, dat hangt af van de toekomstplannen van de auteur, maar dat er een Belgische Wallraff geschreven is, dat is duidelijk.

 

Stan De Spiegelaere is onderzoeker aan het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) en kernlid van denktank Minerva.

take down
the paywall
steun ons nu!