Morales IV = extractivisme IV
Opinie, Economie, Politiek -

Morales IV = extractivisme IV

Het Boliviaanse Grondwettelijk Hof heeft op 28 november 2017 groen licht gegeven voor een vierde ambtstermijn aan zittende president Evo Morales. Indien hij opnieuw verkozen wordt in 2019 zou dat dus betekenen dat hij onafgebroken twintig jaar aan het bewind zal zijn. Is dat een goede zaak? Als die mogelijke verlenging ook een verlenging wordt van zijn extractivistische politiek zeker niet, vindt Walter Lotens.

maandag 4 december 2017 18:07
Spread the love

Een meerderheid van de Boliviaanse bevolking kant zich tegen een vierde ambtstermijn. Dat bleek op 3 december 2017 nog maar eens tijdens de verkiezingen voor de rechterlijke macht.

De inheemse cocalero die sinds 2006 onafgebroken president is, heeft het politieke landschap in Bolivia fel veranderd. Zijn verkiezing lag mee aan de basis van de ruk naar links die zich voordeed in Zuid-Amerika, maar die nu over zijn hoogtepunt lijkt te zijn. Hoe moet het nu verder in Bolivia? Met of zonder Evo Morales? Al enkele jaren is er rond die vraag een juridisch-politiek steekspel aan de gang. Even de feiten op een rijtje.

Juridisch-politiek steekspel

Een van de grote verwezenlijkingen van Morales’ regeringsperiodes was het opstellen en uitvaardigen van een gloednieuwe constituante om het nieuwe Bolivia vorm te geven. In artikel 168 van die nieuwe grondwet staat echter uitdrukkelijk dat een president en zijn vice maximum twee termijnen van vijf jaar na elkaar mogen uitoefenen. Hoewel hij al vanaf einde 2006 aan de macht is, telde de eerste periode (2006-2009) volgens het Constitutionele Hof niet mee omdat het land in 2009 een nieuwe grondwet kreeg en omgedoopt werd tot een ‘plurinationale staat’. Door dat bewuste artikel 168 wordt het echter onmogelijk gemaakt dat Evo Morales en zijn vicepresident Álvaro García Linera in 2020 nog eens zouden verkozen worden.

Beide heren probeerden er alles aan te doen om toch nog een termijnverlenging mogelijk te maken. Op 21 februari 2016 vroegen zij via een referendum aan de Boliviaanse kiezers of zij konden instemmen met een overschrijding van de twee mandaatstermijnen. Aan een journalist van El País die met Morales meereed naar de Chaparé, waar hij toen zijn stem moest uitbrengen, vertelde de president dat hij erom verzocht werd door de sociale bewegingen. ‘Het is nodig om de productiecapaciteit van het land te vergroten om de ‘agenda patriótica 2020-2025’ te kunnen uitvoeren. Daarvoor hebben we u nodig’, zeiden vertegenwoordigers van sociale bewegingen me. Hun oorspronkelijk voorstel was om de grondwet zo te veranderen dat de president voor onbepaalde duur zou kunnen herkozen worden. Álvaro García Linera en ik besloten dat 2025 de limiet zou zijn.’

Beide bewindslui kregen echter het deksel op de neus want het electoraal tribunaal telde 51,31 procent neen-stemmers. Een nipte en waarschijnlijk onverwachte nederlaag voor de regeringsploeg, die voor het eerst sinds haar aantreden tijdens een verkiezing geen meerderheid haalde. 

Een vreemde uitspraak 

In eerste instantie zei Morales dat hij dan afzag van aanspraken op een vierde mandaat, maar in de herfst van 2017 stapten enkele leden van zijn partij MAS (Beweging naar het Socialisme) met de zaak naar het Grondwettelijk Hof om zijn herverkiezing alsnog mogelijk te maken. Dat Hof besliste op 28 november 2017 in het voordeel van de president. Morales en Álvaro García Linares mogen zich dus bij de verkiezingen in 2019 opnieuw kandidaat stellen als president en vicepresident voor een nieuwe termijn van 2020 tot en met 2025.

Het vonnis van het Hof, dat met unanimiteit werd geveld, stelde dat het mensenrecht om vrij en zonder beperkingen te kunnen deelnemen aan verkiezingen, meer doorweegt dan de restricties die opgelegd worden door een grondwet. De voorzitter van het Hof, Macario Lahor Cortez ,verwees hiervoor naar het pact over de mensenrechten van San José in Costa Rica en, benadrukte hij, uiteindelijk zal het Boliviaanse volk door zijn stem uit te brengen toch het laatste woord hebben in heel de zaak.

Evo Morales drukte zijn tevredenheid uit en benadrukte dat daardoor de mogelijkheid open blijft om verder te kunnen werken aan de agenda patriótica 2020-2025.

Protest

Die uitspraak van het Hof veroorzaakte al dadelijk heel wat deining in het land. Zoals te verwachten viel kwam er vanuit de oppositie scherpe kritiek op de beslissing. Zo sprak oppositieleider Samuel Doria Medina van het Nationaal Verenigd Front (UN) van een ‘staatsgreep tegen de democratie’. Maar ook van de politieke linkerzijde en van het maatschappelijk middenveld volgden zeer scherpe reacties. De inheemse politicus Felix Patzi, eens een fervente MAS-medestander en minister in de regering-Morales, veroordeelde in strenge bewoordingen deze beslissing die volgens hem de installatie betekende van een ‘plebiscitaire dictatuur’, waardoor de regering met de stem van het volk kan doen wat ze wil. Hiermee verwees Felix Patzi naar de verkiezingen van de rechtelijke macht die op zondag drie december 2017 werden gehouden. Meer dan 6,4 miljoen Bolivianen moesten die dag hun stem uitbrengen voor de samenstelling van het Opperste Gerechtshof, het Constitutioneel en Plurinationaal Tribunaal, de Raad van Magistraten en het Agro-Milieu Tribunaal.

Rafael Puente, een van de opstellers van de nieuwe grondwet, verwijt Morales dat door die uitspraak van het Grondwettelijk Hof de constituante als een vodje papier wordt beschouwd en roept president Morales op tot de realiteit terug te keren en zich los te maken van de zuigkracht van de macht. Ook de machtige vakbondskoepel COB (Central Obrera Boliviana) laat zich niet onbetuigd en verwerpt de uitspraak van het Hof in ferme bewoordingen. De scherpste kritiek komt echter van groepen van onderuit zoals Somos Sur, een basisgroep die niet alleen de verkrachting van de grondwet aanklaagt, maar er ook fijntjes op wijst dat dit gebeurt door een inheemse die daardoor het principe verraadt van de verplichte rotatie van het bestuur, zoals die bestaat in de inheemse Andesgemeenschappen. Dadelijk na de bekendmaking van de uitspraak van het Hof braken er in Santa Cruz de la Sierra, de grootste stad van Bolivia, – en even later ook in Cochabamba – spontaan straatprotesten uit die ook gericht waren tegen het plaatselijke burgercomité dat volgens hen te weinig combattief reageerde. 

Extractivisme

Het ziet ernaar uit dat er na elf jaar behoorlijk wat sleet zit op een regering, die alleen aan de macht is kunnen komen met behulp van de nieuwe sociale bewegingen waarvan Morales als inheemse en cocalero zelf deel uitmaakte. Aanvankelijk werd de nieuwe president en zijn gedurfde politiek ondersteund door die sociale organisaties, – op macro economisch gebied ging Bolivia in het voorbije decennium er trouwens fel op vooruit – maar gaandeweg begonnen de conflicten over de extractivistische regeringspolitiek zich op te stapelen vooral dan met de inheemse en milieubewegingen die gesteund werden door bepaalde ngo’s.

Tot nu toe kon Morales, naast de cocaleros, ook op steun rekenen van de COB maar volgens de laatste kritische uitspraken van deze vakbondskoepel is dat intussen ook lang niet meer zo zeker. Een aantal lastige dossiers waaronder het aanleggen van een brede autoweg van het oosten naar het westen door het inheemse TIPNIS-gebied sleept al jaren aan en zorgt nog steeds voor fel verzet. Milieuorganisaties en inheemse groepen laten steeds meer kritiek horen op een beleid met twee gezichten dat aan de ene kant Moeder Aarde verdedigt, maar tegelijk aan intensieve bodemexploitatie blijft doen. Dat blijkt de fundamentele kritiek te zijn van onderuit tegen het beleid van Morales en tegen de agenda patriótica 2020-2025 die doordrenkt is van dat extractivisme.

Wat betekent extractivismo nu precies? In de lijn van het werk van Eduardo Gudynas is het een manier van accumuleren, gebaseerd op de overexploitatie van natuurlijke rijkdommen, niet of weinig getransformeerd, en voornamelijk bestemd voor de export. In die betekenis omvat het begrip zowel mijnextractivisme, als ook de productie van petroleum en de monocultuur van soja. Dat model als traditionele grondstoffenexporteur past in de historische ontwikkeling van Latijns-Amerika en is in landen als Bolivia alleen maar in een nieuw ‘progressistisch’ kleedje gestoken. Dat is, zeer kort samengevat, de stelling van de Belgische politicoloog Frédéric Thomas die in een nummer van het Centre Tricontinental uit Louvain-la-Neuve een uitstekende analyse maakte van het extractivisme onder de titel Fin de cycle, fin de partie? Bilan du virage à gauche latino-américain.[i]  

Tijdelijk, maar noodzakelijk? 

In zijn analyse zien linkse regeringen in Zuid-Amerika het extractivisme slechts als een voorbijgaande fase, als een overgangsmaatregel. Volgens die redenering moet men door een extractivistische fase passeren om later in een post-extractivistische stadium te belanden. Die logica werd vooral naar voren gebracht door de Boliviaanse vicepresident Álvaro García Linera. Ik merkte het al eerder op: voor Bolivia vormen Evo Morales en Álvaro García Linera een onafscheidelijk en complementair duo. Het optreden van Morales als inheemse en populaire figuur wordt politiek gecoverd en theoretisch-programmatisch ondersteund door de marxistische socioloog en mathematicus die Álvaro García Linera is.

Fréderic Thomas: ‘Op een internationale ontmoeting in Quito van einde september 2015 benadrukte Garcia Linera: Moeten wij het extractivisme loslaten? Ja, dat moeten we doen. Maar we komen er niet uit door de productie te bevriezen, noch door terug te keren naar het stenen tijdperk. We kunnen er alleen uittreden door tijdelijk gebruik te maken van het extractivisme. (…) We moeten het extractivisme loslaten. Ja, maar tegelijk moeten wij een einde stellen aan de miserie. (…) Wij hebben nood aan een transitieperiode. Hoe kunnen we iets dat 500 jaar heeft aangesleept in vijf jaar tijd beëindigen? (…) We hebben nood aan een transitieperiode, aan een brug die de technische, materiële en culturele condities creëert voor een volgende generatie die daardoor in staat zal zijn om het extractivisme te overstijgen. We gaan dus nu voort met het produceren, want we moeten de materiële omstandigheden van de mensen verbeteren, maar tegelijk moeten we de condities creëren voor een nieuwe ontmoeting met de natuur, gebaseerd op onze inheemse tradities. (…) Extractivisme? Ja, tijdelijk. Ja, én noodzakelijk om de nieuwe maatschappij, gebaseerd op kennis en onze cultuur te creëren.’[ii]

Om de agenda patriótica 2020-2025 met daarin het volgens García Linera tijdelijke, maar noodzakelijke doorvoeren van een extractivistisch programma moet Evo Morales dus herkozen kunnen worden. Morales IV zou dus ook een extractivisme IV worden. 

Electoraal protest

Als dat maar goed afloopt en dat ziet er na zondag 3 december niet naar uit. De oproep van een brede oppositie om blanco te stemmen of een ongeldige stem uit te brengen werd meer dan goed opgevolgd. Nadat 80 procent van de stemmen geteld zijn, blijkt dat 53 procent ervan blanco waren en 12, 9 procent ongeldig voor de samenstelling van het Agro-Milieu Tribunaal en voor de Raad van Magistraten. Iets meer dan vijfenzestig procent proteststemmen dus.

De verkiezingen voor de samenstelling van de diverse tribunalen is blijkbaar uitgemond in een plebisciet over de uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Ze werden door een meerderheid van de bevolking duidelijk aangegrepen om hun ongenoegen te uiten over de huidige stand van zaken. De nipte nederlaag van 2016 van Morales en García Linera heeft intussen veel grotere proporties aangenomen. Hoe gaat de regering-Morales die beweert ‘gehoorzamend aan het volk te reageren’ omspringen met deze uitslag?

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

[i] Centre Tricontinentalvan 11 mei 2017 (door mij vrij vertaald op www.dewereldmorgen.be en www.uitpers.be)

[ii]  Het volledige antwoord van het discours de Garcia Linera is te lezen op : https://www.youtube.com/watch?v=DeZ7xtBJT8U.

take down
the paywall
steun ons nu!