1) Ben je veel ‘bezig’ met geld?
Nauwelijks. Wij geven ook praktisch geen geld uit, niet omdat wij geld uitgeven onplezierig vinden, maar er valt hier in de Oostkantons weinig te besteden. Er zijn geen cafés of cinema’s, en de bossen zijn gratis.
2) Op welke manier heeft u uw bankkeuze gemaakt, en staat u daar soms bij stil?
Ik vrees dat ik zo’n typische Belg ben die als kind een spaarboekje met zegeltjes had van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, en die uit domheid of sloomheid nooit zijn licht elders is gaan opsteken. Ik sta er zelden bij stil.
3) Heb je beleggingen bij een bank en zo ja, heb je dan zicht op waarin jouw bank dat geld belegt?
Ik vermoed dat mijn bank het geld dat ik hen jaarlijks toespeel om te pensioensparen ergens belegt, maar ik heb niet het minste vermoeden waarin. Ik vind het al akelig genoeg om aan pensioensparen te doen — toen vijftien jaar geleden iemand van de bank mij daartoe probeerde te overhalen, vond ik dat echt een walgelijk idee. Soms zeg je ja tegen walgelijke dingen, bijvoorbeeld als er fiscale voordelen aan verbonden zijn.
4) Zou je van bank veranderen als je wist dat jouw bank belegt in fossiele brandstoffen en/of wapens?
Dat denk ik wel, al moet je dan wel de zekerheid hebben dat de volgende bank niet in Zuidpooltoerisme en Rubberslavernij investeert.
5) Weet je wat een duurzame coöperatie is en zou je bereid zijn te investeren in zo’n coöperatie?
Dat spreekt vanzelf.