Charissa, je bent uitgegroeid tot een BV. Geniet je daarvan?
Slongs: “Ik ben nu al een aantal jaar een bekende artiest zonder daar ooit naar te hebben gestreefd. Bij wijze van grap belandde ik in de muziek, en nu verdien ik mijn brood als artieste. Als BV ben je een stuk privacy kwijt: eerst is dat grappig, maar het wordt minder plezant als mensen in je boodschappenkarretje komen kijken of niet beseffen dat ik ook een mindere dag kan hebben. Als ik nu zou stoppen als zangeres, zou ik zeker nog 10 jaar lang worden herkend. Ik zie deze manier van leven als een persoonlijk offer. Mijn bekendheid wil ik graag gebruiken om anderen te helpen en te steunen, en dan is het de moeite waard. Kijk naar Bob Marley, Sinead O’Connor, Bob Geldof, Bono, Krs One: die gebruiken of gebruiken allemaal hun bekendheid voor het goede doel.”
Je bent opgegroeid in de Antwerpse volkswijk Sint-Andries, de ‘Parochie van miserie’ zoals ze vroeger wel ‘s zeiden. Wat doet dat met een mens?
Slongs: “Ik kom uit een sociaal bewogen nest in de volkswijk Sint-Andries. De sociale bewogenheid groeit daar tussen de straatstenen, en het socialisme is niet voor niets deels daar ontstaan. Opgroeien in die wijk, dat vormt je. Vroeger hadden de arbeiders er een erg zwaar leven. Het is ook een wijk waar veel Marokkaanse migranten kwamen wonen. Als jong meisje leerde ik veel jongeren van verschillende afkomsten kennen, en dat maakte mijn kijk op het leven veel opener. Iedereen turnde bij de turnkring De Hoop, en anders ging je wel trommelen. Ik woon nog altijd in Sint-Andries en ben nog steeds sociaal geëngageerd. Zo zet ik me graag in voor jongeren die dak- of thuisloos zijn.”
Zwakkeren beter behandelen
Je hebt jezelf al eens omschreven als ‘altruïste of idealiste’. Je wil dolgraag van de wereld een betere plek maken?
Slongs: “Het eerste boek dat mij sterk aansprak was ‘De Kunst van het Geluk’, over de Dalai Lama. Veel mensen lopen zuur over straat. Maar lach je zelf naar anderen? Begin daarmee, en je zal merken dat velen teruglachen. Je hoeft niet altijd wereldschokkende dingen te doen om de wereld te verbeteren.”
“De kwaliteit van een samenleving meet je ook aan de manier waarop ze zwakkeren behandelt. Bij ons is het ‘recht van de sterkste’ weer in de mode, velen plooien zich terug op zichzelf. Bejaarden parkeren we in een woonzorgcentrum, voor kindjes is er de crèche. Verzorg je een bedlegerig familielid? Dan is daar nog altijd geen echt statuut voor.”
“De manier waarop we aankijken tegen vluchtelingen zegt ook veel. Wie weet nog hoe het was in de Tweede Wereldoorlog; wat veroorzaakte die niet aan vluchtelingenstromen? Vluchten doe je alléén als je geen andere uitweg meer ziet. Tourist LeMC heeft daar ook een goeie song over geschreven, Visa paspor. Een Koerdische vluchteling vertelde me onlangs dat hij wat graag naar zijn streek zou terug willen. Maar waar kàn die man naartoe? De Koerden hebben zelfs geen eigen land. In Brussel zien we honderden vluchtelingen overnachten in het Noordstation. De overheid biedt hen niet zozeer hulp maar laat de politie razzia’s doen waarbij onschuldigen in de boeien worden geslagen!”
“Over mensen in armoede wordt nogal gauw gezegd dat ze zelf schuld hebben aan hun situatie. Dat is toch 19e eeuws?! Er zijn heel veel factoren die iemand in armoede doen belanden. Wie als 50-plusser zijn job in de autofabriek verliest, maakt niet veel kans om weer aan de bak te komen.”
Stakerspiketten
Meer dan eens ben je gesignaleerd aan stakerspiketten en bij acties van de burgerbeweging Hart boven Hard?
Slongs: “Klopt. Ik zou dat ook doen als ik niet bekend zou zijn. In andere landen doen artiesten ook zulke dingen. Zo las ik hoe een rapster ergens in Latijns-Amerika mee de mijn inging met stakende mijnwerkers. Een Palestijnse rapster klaagt het lot van haar volk aan. Hiphop is er zowel om plezier te maken als om misstanden in de verf te zetten. Met muziek kan je anderen een hart onder de riem steken. Hart boven Hard vind ik tof omdat het partijen overstijgt. Hetzelfde geldt voor Ringland, dat dan weer opkomt voor een beter leefmilieu.”
Wijlen Steve Stevaert (sp.a) runde ooit diverse cafés voor hij de politiek in ging. Zelf ben je ook lang cafébazin geweest. Werd je hierdoor gevoeliger voor menselijk leed en onrechtvaardigheid?
Slongs: “Wie in een café werkt, is in zekere zin een therapeut. Mensen komen bij jou hun hart luchten en uithuilen. Als cafébazin luister je en geef je raad. Steve Stevaert stond dicht bij andere mensen, en zijn ervaringen in de horeca zullen daar zeker een rol bij hebben gespeeld. Eigenlijk zouden onze politici veel meer op café moeten gaan om te horen waar mensen mee zitten. Het zou ook goed zijn als we op café zouden zien dat politici ook maar mensen van vlees en bloed zijn. Nu is de kloof tussen burgers en politici heel groot.”
“In mijn volkscafé, de Multatuli, werd ik rijker als mens. Ik leerde er veel bij en ontwikkelde veel empathie. Meer dan eens bleef ik na sluitingsuur nakaarten met een klant. Ik herinner me nog een Engelse Antwerpenaar, die op zeker ogenblik de diagnose pancreaskanker kreeg. Een vreselijke ziekte, en het gaat snel. Zijn vrienden brachten hem voor een laatste keer naar mijn café, om samen te drinken en te praten. Voor velen is het café een surrogaatfamilie. En nog altijd kom ik met plezier in de Multatuli.”
Revolutie in mensenrechten
Begrippen als ‘vakbond’, ‘sociale idealen’, ‘arbeidersbeweging’: wat roepen die bij jou op?
Slongs: “Velen van mijn generatie of nog jongere mensen weten niet precies meer wat dat is, de vakbond. Ze weten niet goed dat de arbeidersbeweging een enorme sociale strijd leverde voor de 38-urenweek, de betaalde vakantie, de hele sociale zekerheid. Een dikke 100 jaar geleden staakten ze niet één dag, maar weken aan een stuk, samen tegen de grote fabrieksbazen. Voor mij staat het woord vakbond voor een ware revolutie op het vlak van mensenrechten. Zonder de vakbond zouden we nu geen drie weken naar Benidorm kunnen. België is nog altijd een klein paradijs dankzij het werk van de vakbonden. Heel die strijd moeten we veel beter uitleggen aan jongeren.”
“Er is nu veel kritiek op de bonden, maar geheel ten onrechte. Zij zijn ons enige wapen tegen de invloed van grote bedrijfsbazen. Werknemersrechten worden beetje bij beetje afgenomen, soms bijna sluipend. De regering bespaart veel in de gezondheidszorg. Heel terecht betogen verpleegkundigen voor meer jobs, meer loon, minder werkdruk.”
Vluchtelingen
Je gaf al aan dat je ook bezig bent met het lot van vluchtelingen?
Slongs: “De vluchtelingencrisis houdt iedereen bezig. Sommigen vinden hun lot schrijnend, anderen zijn ongerust. Ik begrijp de angst wel, zeker nu de koek kleiner wordt. Maar wie op de vlucht gaat, is nog banger en heeft véél minder. Vluchtelingen zijn heel lang onderweg en nemen grote risico’s. Zoiets doe je alleen als het water echt tot aan de lippen staat. Een oplossing voor de kwestie heb ik niet meteen maar we mogen vluchtelingen niet aan hun lot overlaten. Zeker niet op een planeet waar de happy few superrijk zijn, terwijl een meerderheid straatarm blijft. Westerse landen, China, India, allemaal roven ze een continent als Afrika leeg. Ze beschermen hun belangen daar desnoods met gewapende milities. En de kinderarbeid is nog altijd niet uitgeroeid.”
Stel dat jij een ministerpost zou krijgen. Welke post zou je kiezen en wat zou je daarmee doen?
Slongs: “Na twee dagen ministerschap zou ik in therapie moeten (lacht). Ik zou wellicht voor armoedebestrijding kiezen maar ik zou me daar veel te druk in maken. Als minister zou ik alle problemen mee naar huis pakken. Het is een stiel waarvoor je een speciaal karakter moet hebben. Laat mij nu maar gewoon mijn bijdrage leveren aan de zijlijn.”
Ooit heb je de ‘Move Tegen Pesten’ gemaakt, samen met Niels Destadsbader. Had je daar een speciale motivatie voor?
Slongs: “Dat was op vraag van de kinderzender Ketnet. Veel kinderen worden gepest op school, ik heb daar ook last van gehad. Op een bepaalde leeftijd tasten kinderen nog veel de grenzen af. Als kind was ik op sommige dagen bang om naar school te gaan. Pesten op school is een probleem dat we samen met leerkrachten en scholen moeten aanpakken. De Move Tegen Pesten was een dans die we gebruikten om bepaalde ‘tools’ te promoten.”
Bob Marley
Tot slot nog deze keuze: een weekend met een ‘schoene joenge’ of samen in de studio een song opnemen met (wijlen) Bob Marley. Wat kies je?
Slongs: “Makkelijke vraag! Ik zou meteen met Marley de studio in duiken om samen een song te maken die mensen hoop en kracht geeft. Muziek is heel geschikt om steun en troost te bieden. In 2012 maakte ik een geheel eigen versie van ‘Goeiemorgen, morgen’ van Nicole en Hugo. Een prachtig lied, waarvan ik de hele tekst naar mijn hand heb gezet. Een mooi voorbeeld van hoe je een song kan gebruiken om anderen op te beuren.”
Denis Bouwen
Dit jaar bracht Slongs het liedje ‘Schoene joenge’ uit. Beluister haar liedje hier: www.youtube.com/watch?v=RDRdIt25hF0.
Dit interview komt uit het vakbondsblad Ons Recht van oktober 2017. Ons Recht is het ledenblad van de vakbond LBC-NVK, onderdeel van het ACV. Ontdek meer over de LBC-NVK op www.lbc-nvk.be en via www.facebook.com/vakbondlbcnvk