Tijdens de Gentse Feesten komt steeds weer het thema van de zwart-witte strop rond de hals op de voorgrond. Ook dit keer liepen die Stropkes in hun hemd in de stoet – samen met figuranten in prachtige kostuums ter evocatie van Spaanse soldaten en edellieden uit de 16e eeuw. Wit en zwart zijn de hoofdkleuren van het wapenschild van de stad. Dit ritueel verwijst naar de opstand tegen de Spaanse bezetting. Het wordt soms verward met beate adoratie voor Keizer Karel.
Keizer Karel mag dan wel in Gent geboren zijn, hij zorgde er na een opstand van edellieden voor dat er stroppen rond hun hals werden gespannen om hen te intimideren nadat er in 1540 een grote revolte tegen de bezetter was uitgebroken. Menigeen werd ook vermoord.
Vervolgens liet hij de helft van de Sint-Baafsabdij afbreken om er zijn Spaans Kasteel te bouwen van waaruit zijn troepen de Gentenaars in bedwang moesten houden. De stad zonk tegelijk weg in een economisch verval. In die periode werd ook de bouw van het stadhuis met ruim een halve eeuw vertraagd. Vandaar de twee architectonische stijlen.
Met zijn opvolger Filips II was het nog erger gesteld. Mocht Landvoogdes Margaretha van Parma – zetelend op de Koudenberg in Brussel – zich blijvend over de Nederlanden hadden kunnen ontfermen, was het misschien nog goed gekomen. Zij gaf in 1566 toe aan een aantal mindere edellieden om het protestantisme meer vrijheid te geven ofte minder aan vervolging te onderwerpen.
Haar raadgever Graaf Karel van Berlaymont suste haar met de mededeling dat het maar geuzen waren, wat toen schooiers betekende. Filips II die met een zeeoorlog tegen de Turken bezig was, liet node begaan. Maar toen Prins Willem van Oranje – eerder een discipel van Keizer Karel – zich als lokale heerser begon te gedragen in een opstand tegen de bezetting, de Beeldenstorm werd ontketend, en het protestantisme zowel in de Noordelijke als in de Zuidelijke Nederlanden bloeide, ging Filips II via Hertog van Alva met de Inquisitie over tot massale vervolging van de geuzen.
Filips II was zowel een sabelslijper als een pilaarbijter. De edellieden Hoorne en Egmont – eerst gevangen gezet in het Gentse Spaans Kasteel – werden op de Grote Markt van Brussel in 1568 onthoofd om een voorbeeld te stellen. Verder trok de Spaanse heerser een bloedig spoor door de Nederlanden dat eindigde met de val van de Vlaamse steden.
Ook Gent viel. Om zich te verdedigen had het nog in 1578 de Dulle Griet uit Oudenaarde laten overkomen. Tevergeefs. Als laatste bastion van verzet viel Antwerpen in 1585. Willem hield zich met de Hollanders staande bij de huidige landsgrens. Wat volgde was een Tachtig Jarige Oorlog van de noorderlingen tegen de Spanjaarden en heel veel repressie en ellende bij de bezette zuidelijken – lees Vlamingen. Een ongeziene vluchtelingenstroom van Vlamingen naar Nederland kwam op gang.
Geen weldenkende Vlaming of Gentenaar haalt het in zijn hoofd om de aanwezigheid van de Spanjaarden te verheerlijken. De Spanjaarden brachten niets dan economische en sociale ellende.
Toen het Spaanse Imperium afbrokkelde, en toen hun opvolgers – de Oostenrijkse Habsburgers – vertrokken waren, ging Vlaanderen na een Franse bezetting kortstondig weer over in een Groot Nederland. Allicht geïnspireerd door economische motieven, was Gent heel Orangistisch gebleven en zag de stad ten slotte met lede ogen aan hoe de Belgische staat ontstond. Tot aan de tweede helft van de 19e eeuw was daar in Gent nog veel verzet tegen – al of niet via de loges.
Dat de Stropkes door de stad liepen op onze nationale feestdag, geeft het event wel een ongewilde bijzondere betekenis.
Eerder verschenen op de Gentse stadsblog persblog.be – Verhalen uit en over Gent