Landarbeid in de suikerrietsector van Cuba

Landarbeid in de suikerrietsector van Cuba

maandag 10 juli 2017 15:41
Spread the love

Cuba-suikkerrietkappers-1680x894

De suikerrietsector in Cuba

De productie van suiker was eeuwenlang de belangrijkste economische steunpilaar van het eiland. In 1970 werd het recordcijfer van 8,6 miljoen ton suiker gehaald. Ter vergelijking het record van de suikerproductie voor heel Europa is 22 miljoen ton. Na Brazilië is Thailand momenteel met 8 miljoen ton de tweede grootste exporteur van suiker. België produceert 0,8 miljoen ton suiker per jaar.

Na de val van het Oostblok verdween de geprevilegieerde afzetmarkt voor de Cubaanse suiker. Ook de steun van de Sovjet-Unie met landbouwmachines, meststoffen, pesticiden enzovoort liep droog. De suikersector kent sindsdien een ongeziene crisis. Het aantal raffinaderijen daalde van 165 naar 50. De productie bereikte in 2010 met 1,1 miljoen ton suiker een absoluut dieptepunt. De suikersector verloor haar leiderspositie in de economie.

Situatie van de suikerrietkappers voor de revolutie

Dat wat betreft de cijfers. Maar wat met de mensen die schuil gaan achter die cijfers? Tot voor de overwinning van de revolutionairen in 1959 was de oogst bijna uitsluitend manueel. De suikerrietkappers, ook de landarbeiders uit andere sectoren, leefden in grote armoede. Kinderarbeid was de regel met als gevolg 43 % analfabeten en 44% die nooit naar school was gegaan. De huisvesting was heel rudimentair: 99% woonde in houten hutten, waarvan 90% zonder water- en elektriciteitsvoorziening. De toegang tot gezondheidszorg was heel beperkt, slechts 8% had toegang tot gratis gezondheidszorg. De suikerrietkappers kregen een loon alleen tijdens de slechts drie maanden durende oogstperiode. Tijdens de overige negen maanden waren ze technisch werkloos. Zonder vervangingsinkomen was lenen bij de eigenaar van de velden de enige uitweg.

Na revolutie: eerst staatsboerderijen daarna UBPC

Tijdens de beginjaren van de revolutie werden landhervormingen doorgevoerd en de suikerraffinaderijen genationaliseerd. De rietkappers werden permanente arbeiders in dienst van staatslandbouwbedrijven. Kinderarbeid werd strikt verboden. Met de steun van de Oostbloklanden kende de suikersector zijn gloriejaren. Na het wegvallen van die steun in 1990 werden de staatslandbouwbedrijven omgevormd in basiseenheden van coöperatieve productie, de UBPC. De arbeiders werden leden van de coöperatieve en eigenaar van haar bezittingen. Met uitzondering van de gronden die door de staat in vruchtgebruik werden gegeven.

Bezoek aan een UBPC

De UBPC Luis Santa Coloma is gelegen op een kleine kilometer buiten het gemeentecentrum van Madruga. Deze gemeente, 80 km ten oosten van Havana, groeide in de schaduw van de suikerrietraffinaderij Boris Luis Santa Coloma die in 19de eeuw is opgericht. Boris Luis Santa Coloma is de plaatselijke held uit de strijd tegen dictator Batista. Hij werd vermoord na de aanval op de Moncada kazerne in Santiago de Cuba.

We werden ontvangen door Adaris de beheerster van de coöperatieve, Osvaldo de productiedirecteur en Anay de secretaris de vakbondssectie. Na een gezond vruchtenontbijt werd ik in het reilen en zeilen van de coöperatieve ingewijd. De UBPC is de grootste toeleveraar van suikerriet aan de raffinaderij. Het is een kleine coöperatieve met 90 leden die 620 ha suikerrietplantages en 180 ha met voedingsgewassen bewerken. De diversificatie van de teelten laat toe de “dode periode” te vermijden. De coöperatieve is gelegen in een heuvelachtig gebied met stenige gronden. Daarom is het gebruik van zware landbouwmachines niet mogelijk en is handenarbeid tijdens de suikerrietkap de regel.

Het opperste bestuursorgaan van de coöperatieve is de algemene vergadering waar alle leden deel van uitmaken. Ze komt maandelijks bij elkaar om alle belangrijke thema´s zoals productieplan, loonsystemen, intern reglement en uitsluiting van leden te analyseren en bekrachtigen. De beheersraad bestaat uit de beheerder en zijn administratieve ploeg, de algemene secretaris van de vakbondsafdeling en de voorzitter van de partij binnen de coöperatieve. De selectie van de beheerder wordt door de algemene vergadering goedgekeurd. In theorie is dat voor de arbeiders een rechtvaardig beheersmodel. In de praktijk, voornamelijk in grotere coöperatieven, is de administratie niet altijd even transparant en benadeelt ze de arbeiders. Na een tweetal seizoenen hebben de arbeiders het meestal wel door en wordt de administratie vernieuwd.

De arbeiders krijgen maandelijks een loon uitbetaald als voorschot op de beoogde winst van de coöperatieve en in functie van de persoonlijke prestatie. Op het einde van het jaar wordt een afrekening gemaakt en het beschikbare saldo van de winst verdeeld onder de leden. Het loon schommelt rond het gemiddelde in de sector met pieken tijdens de intensievere kapperiode.

De arbeiders beschikken over een refter. Voor het benuttigen van het middagmaal worden ze er, vanuit de suikerrietvelden, naar toe gereden. Op het veld ontvangen ze bovendien dagelijks 2 lunchen en hebben ze permanent toegang tot drinkwater.

Elk nieuw lid ondergaat een medische controle. Allen krijgen spuitjes tegen leptospirose en tetanus en worden gescreend op HIV. De arbeiders die tewerkgesteld zijn op gevaarlijke arbeidsposten, zoals de lassers en sproeiers van pesticiden, ondergaan om de 6 maanden een specifieke medische check-up. De sproeiers controleert men voor en na elke teeltperiode op het niveau van cholinesterase in het bloed. Een afname van de concentratie van dit enzym wijst op vergiftiging door insecticiden.

Jaarlijks krijgen de arbeiders een algemene vorming over veiligheid en gezondheid op het werk. Daarnaast zijn er ook specifieke vormingen volgens de arbeidspost. De coöperatieve voorziet de arbeiders van de nodige werkkledij en een hele set persoonlijke beschermingsmiddelen in functie van de arbeidspost. Alleen hemd, broek en schoenen worden aangerekend. De beschermingsmiddelen worden door het nationale suikerrietstaatsbedrijf geleverd. Tijdens de ontmoeting met een ploeg besproeiers, die voor de gelegenheid de hele outfit aanhadden, bleek dat de kwaliteit ervan heel wat aan de wensen over te laten. De voorziene rubberen handschoenen, overall en masker voldoen duidelijk niet aan de vereiste gangbare normen. Ze worden daarom in de praktijk dan ook niet gebruikt. De administratie van de coöperatieve is ook niet te spreken over de kwaliteit van de uitrusting voor de rietkappers. De kwaliteit van de beschermingsmiddelen is in de meeste sectoren een oud zeer.

In de coöperatieve is ook een vakbond actief. Alle leden zijn aangesloten bij de nationale vakbond van de suikerrietarbeiders SNTA. Die vakbond wordt door FOS en HORVAL gesteund in de verbetering van haar syndicale vorming. Elk lid neemt daarom deel aan zowel de algemene vergadering van de coöperatieve als aan die van de vakbond. Om overduidelijke redenen van efficiëntie worden beide algemene vergaderingen maandelijks op dezelfde dag, de loondag, georganiseerd. In de coöperatieve geldt geen collectieve arbeidsovereenkomst, maar wel het interne reglement dat door de algemene vergadering van de coöperatieve goedgekeurd wordt. Dat lijkt sterk op een verdubbeling van functies. Volgens de vakbond is hun aanwezigheid nodig om de arbeiders beter te beschermen tegen de administratie. Maar natuurlijk ook om de tweede meest voorname rol van de Cubaanse vakbonden waar te nemen: de arbeiders mobiliseren in functie van de economische, ideologische, politieke en sociale doelen die de fundamentele belangen van het land en de revolutie dienen.

Auteur: Yves van Gijsel

take down
the paywall
steun ons nu!