Voorts sneeuwt het leed van de voormalige kolonie onder bij nieuws over cyberaanvallen, Brusselse politici en de arrestatie van de Russische oppositieleider Navalni. Daags voordien waren er uit de gevangenis van Beni in Noord-Kivu 935 gevangenen ontsnapt. 36 zijn gebleven. Een maand eerder hadden 4700 van de 8130 gedetineerden in Makala, de grote gevangenis van Kinshasa, het hazenpad gekozen. Heel eventjes vinden we dat spectaculair en een heel-vroeg of een heel-laat nieuwsitem waard, maar dan gaan we toch al weer gauw over tot de Trump-tweets van de dag of het inzicht van De Wever.
Als de Congolese minister van Communicatie Lambert Mende Omalanga België ervan beschuldigt Congo te willen balkaniseren, lees her-koloniseren, betrap ik me haast op hoop. Zou er achter de coulissen toch allusie gemaakt worden op mensenrechten? Zou de zorg voor de gewone Congolees toch in politieke agenda’s staan?
Ik krijg ze alle dagen binnen: berichten met foto’s van onze rafiki, Congolese vrienden, de wanhoop nabij. Gesteld dat de totale gevangenisbevolking van Antwerpen het op een lopen zette, zou de Sinjoor dan ook angst ontwaren in zijn straten? Wel, ik kan u zeggen: ook in Beni tikt de avondklok de angst niet weg. Natuurlijk hebben heel wat ex-gevangenen hun voormalige rangen bij de rebellen vervoegd om te opereren vanuit de jungle. Maar de steden Beni en Butembo – en bij uitbreiding heel Congo – hebben knikkende knieën, kennen chaos, voelen zich aan hun lot overgelaten. Samen met een resem onverbloemde kiekjes van afgeslachte mannen, vrouwen en kinderen, whatsappte frère David me gisteren nog: ‘Est-ce que l’Union Européenne prend en considération la souffrance des Congolais?’
Op 19 juni werd de gevangenis van Butembo aangevallen door de Maï-Maï. Op 22 juni was het de beurt aan de vrouwengevangenis van Beni. Het nieuws was voor de Belgische verslaggeving al geen nieuws meer.
‘Toon mij uw gevangenissen en ik zal zeggen hoe democratisch uw land is.’ Aanvallen op en ontsnappingen uit gevangenissen tonen hoe vierkant een land draait. Aan Congo zijn zelfs geen hoeken en kanten meer aan. Bij allen die naar het land afreizen en ervan terugkeren klinkt het unisono: hoe kan de Congolees nog overleven? En dramatischer: wanneer ontploft het kruitvat?
Oh ja de Congolezen begroeten in hun hymne trots het gouden embleem van hun souveraineté. Maar laten we hen het imaginaire article quinze ‘Débrouillez-vous’ niet toerekenen als ze zingen van ‘Nous bâtirons un pays plus beau qu’avant dans la paix’. Wij Belgen hebben een historische verantwoordelijkheid in de opbouw voor vrede in dat magnifieke land.
En oh ja, ook nog dit: op dit moment zit een Belgische onderdaan van 74 al ettelijke jaren in de gevangenis van Kinshasa. Nee, hij heeft er de benen niet genomen op 17 mei. Gedurende meer dan 40 jaar heeft hij gewerkt en zijn pensioen opgebouwd. Dat laatste is sinds april stopgezet. ‘Ik heb niets meer,’ liet hij ons weten. ‘Ik crepeer.’
Het betreft hier geen uitspraak over het delict; het gaat hier om een mensenrecht. Debout politiciens belges. En al zeker de minister van pensioenen.