Is een wereld met eerlijk fruit mogelijk?
Ok, de arbeidsomstandigheden op de plantages zijn schandalig en ik vind het ethisch onverantwoord dat fruit niet altijd of helemaal niet in goede omstandigheden geteeld en geplukt wordt. Maar wat is nu de volgende stap? Is er verandering mogelijk?
Hieronder vind je een aantal mogelijke oplossingen. Geen enkele is de toverstaf die de problemen op de tropische fruitplantages volledig zal oplossen. Toch vinden we het belangrijk om te kijken welke stappen er gezet worden om de omstandigheden te verbeteren.
1. De vakbonden
Plantagearbeiders worden vaak weerhouden van het recht om zich te verenigen, op die manier worden ze doelbewust monddood gemaakt. Verenigd in een vakbond kunnen ze samen actie ondernemen om hun werkomstandigheden te verbeteren. Vakbonden spelen een belangrijke rol in de strijd tegen armoede omdat ze arbeiders hun rechten leren kennen en hen leren deze te gebruiken in hun onderhandelingen met bedrijven om waardig werk te promoten.
De consument die ananas eet, zou moeten weten welke opoffering wij leveren.”
Cruz uit Costa Rica
Nationale overheden in de productielanden zijn erg afhankelijk van de investeringen van de multinationale fruitbedrijven. Vaak oefenen zij een sterke invloed uit op de politieke besluitvorming. Arbeiders en vakbonden krijgen binnen het nationale rechtssysteem bijvoorbeeld weinig gehoor bij schendingen van arbeidsrechten op de plantages en nationale arbeidsinspecteurs hebben vaak niet de capaciteit om deze processen te ondersteunen.
2. De steun door internationale solidariteit
De wetgeving over leefbare lonen, goede werkomstandigheden en vakbondsvrijheid mag geen dode letter blijven. Om te kunnen opboksen tegen de macht van de bedrijven zijn ook internationale spelregels nodig. Er bestaan al heel wat richtlijnen, maar die zijn niet afdwingbaar en verliezen zo hun effect. Het is tijd om waardig werk voor iedereen te garanderen! Om echt iets te veranderen is druk van onderuit, van vakbonden wereldwijd, nodig. En internationale solidariteit.
We kunnen op verschillende manieren solidair zijn met landarbeiders in het Zuiden. Financiële steun kan de capaciteit van de vakbonden vergroten. Contact met vakbonden en ngo’s wereldwijd zorgen voor een netwerk, een klankbord en een luidere stem op nationaal en internationaal niveau. Het IUF (Internationale vakbond voor voeding, landbouw en horeca) tilt het sociaal overleg tot het internationaal niveau. Vakbonden en ngo’s, zoals FOS , ABVV Horval en andere centrales en gewesten van ABVV roepen mee op tot actie in geval van ernstige schendingen en geweld. Zo roepen ze overheden ter verantwoording. Vakbondsvertegenwoordigers allerlande zetten de eis voor duurzame ketens op de agenda in de ondernemingsraden van hun bedrijven, gevestigd in andere landen. De internationale Make Fruit Fair campagne wil dan weer wereldwijd bewustzijn creëren en doet geregeld solidariteitsoproepen bij ernstige schendingen.
Solidariteit stopt niet aan de landsgrenzen, dat doen bedrijven ook niet”
Silvie Mariën van ABVV Horvalt
3. De eerlijke handel: fairtradebananen nemen het voortouw
Al meer dan 50 jaar is eerlijke handel een goede manier om de werk- en leefomstandigheden van kleinschalige landbouwers te verbeteren. Sinds de jaren 80 verhandelen fairtradeorganisaties zoals Oxfam wereldwinkels eerlijke bananen. Vandaag symboliseren bananen de successen en de uitdagingen van eerlijke handel. Ze zijn één van de meestverkochte eerlijke producten ter wereld. Hun marktaandeel bedraagt 10 tot 50% in sommige Europese landen.
De minimumprijzen die betaald worden aan de producenten hebben duizenden kleine boeren ervoor kunnen behoeden uit de internationale markt geperst te worden. Eerlijke handel is populair, maar de laatste 15 jaar kwam er ook terechte kritiek (zie hieronder).
4. De strijd voor eerlijke labels
‘Organic’ en ‘fairtrade’, de bewuste consument kent de labels maar al te goed. Het zijn op zich mooie initiatieven en sommige systemen hebben zeker verbetering gebracht voor kleine producenten die zich bijvoorbeeld verenigen in coöperatieven. Maar welke verbeteringen die systemen brachten voor de landarbeiders, de werknemers, is een ander paar mouwen. Daar wringt het schoentje. Vaak slagen de labels er niet in om het werk van onafhankelijke vakbonden te ondersteunen.
Om echt te kunnen werken is er een multistakeholdersaanpak nodig; een soort van sociaal overleg met vertegenwoordiging van de vakbonden en sociale partners, en controle door de overheid. Eerst en vooral moet een wettelijk kader de bedrijven verplichten de productieketen transparant te maken; met welke onderaannemers werkt een bedrijf? Naast de bedrijven, moet monitoring en controle ook gebeuren door de overheden en de vakbonden. Nu treden bedrijven binnen het labelsysteem vaak zelfregulerend op en kunnen zo ver gaan als ze zelf willen. Dat zorgt voor een wildgroei aan labels die weinig transparant zijn. Wij geloven dat sommige bedrijven het echt goed willen doen, maar binnen ons kapitalistisch systeem is blind vertrouwen hopeloos naïef; het vrijblijvende karakter van de private initiatieven is problematisch.
“Private standaarden mogen geen vervanging worden voor het beleid dat er gekomen is door democratische en representatieve politieke processen” volgens Sharon Burrow, Algemeen Secretaris van het Internationaal vakverbond (IVV). Het is dus veel belangrijker om de nationale en internationale arbeidswetgeving te versterken ten gunste van de landarbeiders dan via deze vrijblijvende standaarden.
5. De mondiale strijd: World Banana Forum
Het Wereldbananenforum is een ontmoetingsplaats waar dialoog tussen de belanghebbenden binnen de mondiale distributie-en productieketen van bananen, inclusief supermarkten, vakbonden, ngo’s en overheden gestimuleerd wordt.
Sinds 2009 ontstond binnen de Voedings- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) het Wereldbananenforum. De stakeholders reflecteren over de moeilijkheden en de uitdagingen binnen de bananenindustrie. De doelstelling is om in overleg en in samenwerking met alle belanghebbenden sociale en ecologische standaarden te bepalen om zo een transitie te bekomen naar duurzaamheid, met aandacht voor gendergelijkheid, impact op milieu, duurzame productie en economische bekommernissen.
Toch wordt het bananenforum voornamelijk gedomineerd door de werkgevers. Onze Ecuadoraanse partner ASTAC mocht tot nu toe nooit deelnemen en werknemerszaken komen weinig aan bod. FOS en ASTAC organiseren in oktober een parallel forum om meer aandacht te krijgen voor de sociale en milieukant van de bananenproductie.
6. Internationale wetgeving en controle
Veel Europese bedrijven halen hun winst uit hun activiteiten buiten Europa, zoals tropische fruitplantages, en toch onttrekken ze zich van Europese regels omtrent arbeidsvoorwaarden, lonen en milieu. Vaak omdat ze werken met onderaannemers.
Op internationaal niveau zijn al stappen ondernomen om de rol en verantwoordelijkheden van de private sector uit te klaren in de weg naar duurzame ontwikkeling en de uitroeiing van armoede. Je hebt de conventies en verklaringen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) , de OECD richtlijnen voor multinationals, de UN richtlijnen voor ondernemerschap en mensenrechten, enzovoort. Al hebben ze allen het doel privé spelers ter verantwoording te roepen, toch hebben ze een eerder vrijblijvend karakter en vinden ze geen weerklank in een bindende wetgeving. Landen moeten dringend een bindende wetgeving aannemen op nationaal, regionaal en internationaal niveau, met inspraak van het middenveld, inclusief onafhankelijke vakbonden.
Zolang de internationale spelregels niet afdwingbaar zijn zullen FOS en onze bevriende organisaties zoals ABVV Horval de luis in de pels zijn van politieke beleidsmakers en bedrijven! Dat doen we onder andere in Ecuador met ASTAC, die er landarbeiders op de bananenplantages verenigt, met FESTAGRO (lid van USTABH), in Honduras, die de landarbeiders in de meloenen- en ananasteelt samenbrengt, en met CSAAWU in Zuid-Afrika, die de landarbeiders op de Zuid-Afrikaanse wijnplantages groepeert.
Auteur: Stiene Billen