Twintig jaar geleden kwam de vredesgemeenschap San José de Apartadó in het departement Antioquia tot stand. Het oorlogsgeweld zwol aan in de regio. Moeizaam slaagden ze erin om zowel leger, paramilitairen als guerrilleros van zich af te houden.
Een van de redenen waarom ze daarin, goedschiks kwaadschiks, lukten was de aanhoudende en afwisselende aanwezigheid van internationale brigades met bekende personaliteiten en mensenrechtenverdedigers van alle slag.
De onlangs aangegane vredesakkoorden voorzien onder meer in het terugtrekken van het leger uit de streken die in oorlogsgebied liggen. Op het eerste gezicht een goede zaak. Eindelijk! Maar wat blijkt? Nu het leger zich terugtrekt en de guerrilla-eenheden van de FARC de wapens neerleggen, komen de paramilitairen met des te meer gemak op de proppen.
Ze zijn er altijd geweest. Alvaro Uribe, voormalig president en nu parlementslid staat bekend om zijn banden met de drugsmaffia en paramilitaire bendes. Hij kantte zich rabiaat tegen de vredesonderhandelingen en akkoorden. Paramilitairen leefden in goede verstandhouding met het leger, als ze al niet door de militairen als waterdragers in het oorlogsconflict gebruikt werden.
Alarmerende berichten
Met de regelmaat van een klok komen nu alarmerende berichten binnen, onder meer vanuit de vredesgemeenschap San José de Apartadó. Paramilitairen patrouilleren gewapend doorheen de omringende dorpen en gehuchten alsof ze officiële soldaten zijn. Met de wapens in aanslag dringen ze binnen en zaaien paniek. Soms blijven ze dagen lang ter plaatse om de bewoners duidelijk te maken: ‘Dit is hier allemaal van ons.’
Niemand blijkt hen te controleren. Sommige van die paramilitaire bendes eisen de huizen van de bewoners op en controleren alles wat de boerenfamilies produceren: coca, vee en landbouwgewassen. Tegelijk bedreigen zij de bewoners om zich onder geen beding aan te sluiten bij de vredesgemeenschap San José de Apartadó. Af en toe leggen ze blokkades aan op de wegen, controleren de voorbijgangers en wachten dagen om iemand die ze op het oog hebben aan te houden en te vermoorden. Op die manier willen de gewapende indringers bekomen dat heel wat inwoners uit schrik opkrassen en alles achterlaten.
7,2 miljoen interne vluchtelingen
Interne vluchtelingen, ontheemden, het is een oud zeer in Colombia, een land dat gebukt gaat onder een interne gewapende oorlog die meer dan 50 jaar duurt.
In mei dit jaar rekende het Centrum voor Opvolging van de Interne Vluchtelingen (IDMC) samen met de Noorse Raad voor Vluchtelingen (NRC) dat Colombia vorig jaar 7,2 miljoen interne vluchtelingen telde. Daardoor komt het land wereldwijd op de triestige eerste plaats te staan, nog voor Syrië.
Maar weer eens, zoals in zoveel Latijns-Amerikaanse landen, draait de strijd vooral ook hier om het grondbezit. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat in de periode tussen 1985 en 2016 zomaar even 6,6 miljoen hectaren grond van de ontheemden afhandig werden gemaakt. En de nefaste carrousel gaat maar door. Ook vandaag worden mensen uit hun optrekje en van hun perceel grond verdreven, vredesakkoorden of niet. Het leger heeft weet van de manoeuvres van paramilitairen, maar laat in vele gevallen oogluikend toe.
De leiders van de vredesgemeenschap San José achten de regering en haar instellingen verantwoordelijk voor wat er gebeurt en vooral voor de bedreigingen en de moorden op bewoners door de paramilitairen gepleegd.