De voorbije weken zijn onze fiscale boodschappen over onrechtvaardige fiscaliteit op Facebook druk, soms zeer druk becommentarieerd. Het heeft ook tot soms heroïsche discussies geleid tussen voor – en tegenstanders. Voor – en tegenstanders van wat?
Voorstanders waren diegenen die op basis van onze feitelijke gegevens, feiten dus, tenminste akkoord gaan dat op dit ogenblik de fiscale strijd, de nieuwe klassenstrijd, tenminste een ongelijke strijd is, gestreden met ongelijke wapens waardoor de winnaar gekend is: de sterksten, de rijksten, de grootste bedrijven.
En die ook begrijpen dat deze strijd niet alleen over politiek en herverdeling gaat maar ook over moraliteit. En dat we dus in een immoreel tijdperk leven waar de zwaksten ongenadig genaaid worden door de sterksten.
Maar welke argumenten gebruiken nu de tegenstanders van een rechtvaardige fiscaliteit, dus van een meer rechtvaardige fiscale verdeling van lasten, een meer sociale herverdeling gesteund op een oud gegeven: “Laat de sterkste schouders in de samenleving de zwaarste lasten dragen en niet omgekeerd zoals nu gebeurt waarbij de zwakke schouders bijna alle lasten dragen?”
Twee argumenten buitelen steeds over elkaar heen. Het eerste is “als we de multinationals gaan belasten gaan ze verhuizen en verliezen we jobs” en “het geld dat iemand verdiend heeft is ook van hem (haar) en die persoon beslist of hij dat spendeert aan de fiscus of niet”. Dat blijken populaire argumenten, maar het zijn neoliberale constructies, argumenten doordesemd van de adem van de liberale elites.
Ten eerste: de multinationals worden belast (vennootschapsbelasting 33,99 procent) maar de meesten betalen nauwelijks belastingen en een grote groep zelfs geen belastingen. Daarom zijn de plannen van minister van Financiën om de vennootschapsbelastingen te verlagen naar 25 procent of 20 procent hypocriet en een politiek schijnmanoeuvre.
Want eigenlijk willen de transnationale ondernemingen (en hun graaiende aandeelhouders) helemaal geen belastingen betalen. Nergens. Nooit. Maar ze moeten natuurlijk wel ergens ‘produceren’. Daarom proberen ze een fiscale wig tussen de landen te drijven – landen die zich nog steeds gedragen als nationale staten in een mondiale oceaan. Die nationale overheden gedragen zich als lakeien, rollen rode lopers uit voor de grootste belastingcriminelen en via een georganiseerde fiscale competitie (fiscale dumping) hollen ze intussen hun eigen verzorgingsstaten uit waardoor ze de zwaksten in de samenleving in de kou zetten.
Dus als je mondiaal, of tenminste Europees, de achterpoorten niet sluit blijven ze ontsnappen aan de fiscus. En in de landen die deze stap reeds hebben gezet ontwijken ze intussen ook lustig verder hun fiscale verplichtingen.
En inderdaad intussen hebben 500 Franse vennootschappen en miljardairs het fiscale hazenpad gekozen naar België om aan hun vermogensbelasting-verplichtingen te ontsnappen. Hetgeen België niets oplevert of het moet zijn dat mensen het leuk vinden zoveel miljardairs en fiscale criminelen te herbergen, te verschuilen.
Niet alle criminelen gelijk
Zoals je hier ziet zijn dus niet alle criminelen gelijk. Criminele fiscale vluchtelingen wijzen we niet uit, zetten we niet op een vliegtuig, geflankeerd door de gendarmerie. We doen dat alleen met de mondiale verschoppelingen.
Maar een bijkomende vaststelling: indien miljardairs en vennootschappen hier ongestoord hun fortuinen kunnen verbergen via een “woonadres” betekent dit gewoon dat we zelf een “belastingparadijs” zijn.
Dus diegenen die zich verzetten tegen een vermogensbelasting en tegen vennootschapsbelastingen die moeten betaald worden – dus zonder wijdopen achterpoorten, afkoopwetten en fiscale regularisaties – zijn voorstander van belastingparadijzen voor de rijksten en de sterksten. Dat is niet alleen een politiek standpunt, het is tevens een moreel oordeel.
Een immoreel standpunt in dit geval. Nu het tweede argument dat steeds terugkomt en bovendrijft. Dat zijn ‘belastingen van de jaloersheid’. ‘Jullie kunnen niet verdragen dat iemand meer verdient dan jij. Je moet aanvaarden dat private inkomsten privaat zijn en geen melkkoe voor collectieve belangen’. Dat is een hardnekkig argument, zeker in een samenleving die dertig jaar lang doordrenkt is van de neoliberale ideologie.
Ikke en de rest kan stikken
Kort samengevat: “Ikke, ikke, ikke, en de rest kan stikken!” Het kapitalisme (en er is geen verschil tussen het oude of het nieuwe; en diegenen die beweren dat we reeds in het post-kapitalisme leven maken zichzelf iets wijs) kent een ‘heilig’ fundament: het privé-bezit van de productiemiddelen waardoor 10 procent van de mensen de overige 90 procent kan uitbuiten via de dwang van loonarbeid.
Het is daarom logisch dat de uitgebuite werkende mens zijn – soms zuurverdiende – centen zoveel mogelijk wil behouden om zichzelf en zijn familie in stand te houden. Toch moet ook die werkende mens via het betalen van collectieve inkomstenbelastingen bijdragen aan de opbouw van de gemeenschap waardoor het leven – niet alleen van zichzelf, maar ook van zijn familie en de rest van de gemeenschap – beter wordt. Door het bekostigen van publieke diensten, sociale bescherming, sociale zekerheid (belangrijk in tijden van ongeluk, ziekte, werkloosheid, tegenslag), zorg, onderwijs, cultuur, openbaar vervoer, veiligheid, enz.
Dit is de basis van onze verzorgingsstaat waardoor we via collectieve belastingen voor iedereen proberen te zorgen en zeker voor de zwakkeren en de zwaksten.
Deze belastingen worden niet geïnd op basis van jaloersheid tegenover de verdiensten van onze medemens maar uit “empathie voor onze medemens en voor een deel uit eigenbelang wanneer we zelf tegenslag hebben”. Om deze belastingen zonder veel morren te kunnen (blijven) innen moet de overheid wel over voldoende vertrouwen beschikken vanuit de gewone belastingbetaler.
Rechtvaardige belastingen essentieel
Daarom zijn rechtvaardige belastingen waarbij iedereen zijn deel betaalt “naar mogelijkheden en vermogen” essentieel. Het kapitaal wordt gedreven door winstaccumulatie, waardoor de meerwaarde van de arbeid ontstolen wordt aan de werkende mensen. Vroeger werd een deel van deze winsten geïnvesteerd in hogere lonen, betere arbeidsvoorwaarden, betere machines of werktuigen. Niet voor de mooie ogen van de arbeidersklasse maar om de koopkracht te verhogen en de sociale mobiliteit te waarborgen waardoor sociale onrust werd vermeden.
Vandaag wordt er bijna niet meer geïnvesteerd in de bedrijven zelf en zeker niet in de sociale toekomst of werkzekerheid van hun werknemers. Een groot deel van de afgeroomde winsten worden gedraineerd naar belastingparadijzen en/of offshore-constructies (met de dure hulp van accountantsorganisaties en tienduizenden fiscalisten zoals Deloitte, PwC, Ernst & Young, KPMG) via “creatieve belastingplanning” of “fiscale optimalisatie” – allemaal dure woorden voor een ordinaire plundering van de publieke schatkist. Vandaag worden deze winsten vooral gebruikt om fusies en overnames aan te gaan en de gulzige aandeelhouders te bedienen.
Intussen wordt vergeten dat de eerste slachtoffers van de kampioenen van de non-belastingen de KMO’s en kleine ondernemingen zijn waar de tewerkstelling bedreigd wordt door het immorele gedrag van de grote broers.
Het financieel-economisch weekblad Trends publiceerde vorig jaar nog een interessante studie. De kleine ondernemingen betalen ook hun deel, gemiddeld 21,83 procent. Dat is het dubbel van de grote ondernemingen. 344 ondernemingen hebben op vijf jaar tijd gemiddeld minder dan 1 procent belastingen betaald. 179 hebben op vijf jaar tijd geen enkele belasting betaald. Trends noemt Exxon Mobil Petroleum & Chemicals de absolute kampioen. Het bedrijf maakte op vijf jaar tijd 19,5 miljard winst vóór belasting. Het betaalde 2,1 miljoen belastingen. Dat is een belastinggraad van 0,01 procent. Het blad merkt nog op dat een kwart van de tienvoudige miljonairs geen personeel tewerkstelt. Het zijn enkel financiële constructies.
Belastingontwijking is legaal
Onze ‘democratische rechtsstaat’ heeft nog meer in petto voor de rijksten en de sterksten: ‘belastingontwijking’ is legaal – het is zelfs bijna een plicht van een ‘goede huisvader’ – maar ‘belastingontduiking’ is illegaal. Voor zij die toch tegen de fiscale lamp lopen is er natuurlijk ook nog een kadootje voorzien bij de ingang van het justitiepaleis: de afkoopwet. Goed gevonden toch?
Laten we hier duidelijk zijn: de afkoopwet is geen wet gemaakt door “wereldvreemde rechters” maar door “wereldvreemde politici”. Maar wanneer er enkele voorstellen komen om een einde te maken aan deze sociale plundering (vermogenskadaster, afschaffen bankgeheim, meerwaardetaksen, vermogensbelastingen, volledige transparantie, globalisering van alle inkomsten, taksen op speculatieve transacties) waardoor een overheid over de nodige financiële middelen zou beschikken om een echt sociaal beleid te voeren waarbij volwaardige jobs worden gecreëerd, de laagste pensioenen en uitkeringen kunnen worden verhoogd, meer dan 1.750.000 Belgen uit de armoede of uit de armoededreiging worden getild, er opnieuw een toekomst kan gemaakt worden voor onze kinderen en kleinkinderen, dan is het ineens alle hens aan dek voor de werkgeversorganisaties, bankenlobby, rechtse partijen, vermogenden en Louis Vuitton fanaten.
Voor de multinationals en de werkgeversorganisaties is de overheid er eerst en vooral voor hen met als voornaamste taak het herstructureren van de arbeidsmarkt (“de uitbuiting” te moderniseren dus), arbeidskrachten af te leveren op maat van het flexibele mondiale kapitalisme en “sociale onrust” te bezweren.
Het politieke systeem wordt echter steeds minder stabiel (electoraal verloop, steeds minder electorale opkomst, foertstemmen, hang naar extreem-rechts populisme en opmars van een nieuwe radicale linkerzijde) waardoor de vakbonden onder zware druk staan en de sociale vrede niet meer kunnen garanderen. Want de overheid wordt niet alleen gekortwiekt maar laat zich beroven van de noodzakelijke inkomsten zodat ze niet kan voldoen aan haar sociale verplichtingen en publieke dienstverlening.
Zelf verdiend
Er wordt intussen onmetelijke private rijkdom verzameld aan de ene kant en groeiende collectieve verarming (met veel individuele private drama’s) aan de andere kant. Het surrealistische is dat in het huidige debat werknemers ook hun sjoemelende werkgevers verdedigen met twee argumenten: ‘ze hebben dit toch zelf verdiend’ en ‘wanneer we ze belasten trekken ze weg’.
Het eerste raakt kant noch wal want dat de werknemers meestal hard moeten werken voor veel te lage lonen is volledig juist, maar de multinationals maken slechts winsten op de uitbuiting van diezelfde werknemers die de arbeid moeten presteren. Over de vermogens kunnen we kort zijn: ze worden steeds rijker al rentenierend omdat ze met geld meer geld kunnen maken, steeds meer geld. Daarom willen ze ook niet dat speculatie wordt belast en ontmoedigd. (via een Tobintaks of Financiële Transactie Taks).
De argumenten over multinationals die heen en weer dansen tussen nationale staten en overheden en steeds dreigen met jobverlies kunnen alleen overwonnen worden door een gemeenschappelijke Europese strategie waarbij overheden niet zichzelf bedienen (nationaal-populisme) maar alle werkende mensen van de Europese Unie. Dat diezelfde mensen meestal multinationals meer genegen zijn dan Europa is een zegen voor de opmars van extreem-rechtse populistische partijen die koud en warm tegelijk blazen: ze verzetten zich tegen “globalisering” maar worden sterker door diezelfde globalisering. Ze willen jobs voor hun eigen volk maar liefst zo weinig mogelijk jobs voor andere volkeren. Dus ook zij zullen zich – eenmaal aan de macht – als onderdanige lakeien gedragen van de transnationale reuzen die ze zogenaamd bekampen.
Dat werkende mensen aanvaarden dat zij zelf belastingen afdragen en daardoor de grootste bijdrage leveren aan het in stand houden van een wankelende verzorgingsstaat, terwijl het kapitaal en de vermogens diezelfde verzorgingsstaat de rug mogen toekeren – waardoor hij inderdaad wankelt – is voor mij zwaar slikken maar begrijpelijk.
Ideologische oorlog
Het aanvaarden van deze sociale onrechtvaardigheid maakt onderdeel uit van een ideologische oorlog. Het neoliberalisme is een immoreel offensief van de heersende economische en financiële elites waardoor een deel van de arbeidende klassen de kant kiest van de sterken, de winnaars, de rovers.
Intussen heffen ook de multinationals klaagzangen aan over de “stijgende ongelijkheid” en over “armoede als een groot probleem”. Het zijn krokodillentranen van fiscale misdadigers. Het ontlopen van de belastingen ten koste van de armen en de zwaksten is een vorm van publieke criminaliteit.
Laten we hen dan ook de publieke plaats toekennen die ze verdienen: publieke misdadigers. Misdadigers die een gevaar zijn voor de sociale toekomst van onze samenleving, ons samenleven.
En dan altijd opnieuw die spreidstand: terwijl men de bekende euforische berichten over geslaagde begroting, jobs en geen nieuwe belastingen de wereld in tweet, wordt in alle stilte reeds gemeld dat er deze zomer nog 6,5 miljard gevonden zal moeten worden.
Eindeloze speurtocht
En dan begint die eindeloze speurtocht: terwijl je heel goed weet wie aan het einde van de tocht het gat zal moeten vullen. Wij dus, nooit “zij”. Want volgens Bart De Wever, de burgemeester van Antwerpen, en zijn superknecht Van Overtveldt, zijn er “miljarden te vinden in de sociale zekerheid”.
Dat wordt er zomaar uitgeflapt tussen de soep en de patatten als een fait divers. Maar het gaat verdomme om “onze” sociale zekerheid, “onze” sociale bescherming tegen ziekte, werkloosheid, ongeluk, pech of de mogelijkheid van een zorgeloze oude dag na een zorgelijk leven.
Dat er meer dan 25 miljard te vinden is door een aantal politieke ingrepen daar hebben deze heren het nooit over. Want zij “spelen” volksvertegenwoordiger maar vertegenwoordigen eigenlijk de economische en financiële elites van dit land en van alle landen.
Zij vertegenwoordigen de private belangen en het graaien van vermogenden, miljardairs en multinationale ondernemingen. De belangen van zij die geen euro willen bijdragen aan “onze” verzorgingsstaat of sociale welvaartsstaat.
De belangen van 732 Belgische belastingontduikers in Panama staan boven de zorgen van meer dan 1,5 miljoen Belgen die met moeite hun maandelijkse facturen van water en elektriciteit kunnen ophoesten.
Fiscale roofridders
Deze fiscale roofridders dragen vele bekende namen: De AB Inbev families en Alexandre Van Damme. Albert Frére. Familie Colruyt. Familie Janssen (UCB en Solvay). Familie De Nul. Fernand en Karine Huts (Katoen Natie Antwerpen). Familie Boël. Voetbalmecenas Marc Coucke (verkocht Omega Pharma voor 3,6 miljard euro aan Amerikaanse multinational Perrigo zonder 1 cent meerwaardebelasting te moeten betalen). Familie Van Thillo (Het Laatste Nieuws, VTM, Dag Allemaal). Roland Duchâtelet. Familie Marc Saverys (CMB – Antwerpen). De Bekaert families (Bekaert – Zwevegem). Familie De Clerck (Beaulieu – Wielsbeke). Om slechts de bekendste en de rijksten te benoemen.
Maar belangrijk is ook steeds te blijven herhalen: wat we zelf doen doen we beter of waarin een klein landje ook Europees kan schitteren. Wanneer het over mogelijkheden verschaffen aan de vermogenden en multinationals om belastingen te ontlopen kijken we niet op een medaille meer of minder. Neen, we gaan direct voor zilver.
“België op een na grootste Europees belastingparadijs voor multinationals”
België is van alle EU-landen het op een na grootste belastingparadijs voor internationale bedrijven. Dat bleek uit een rapport van de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib, een onderdeel van Oxfam International, waarin stond dat ons land aan de helft van de criteria voldoet die de Europese Commissie hanteert voor fiscaal beleid dat belastingontwijking in de hand werkt. Enkel Nederland gaat ons voor. De Europese Commissie liet onderzoeken in hoeverre lidstaten ‘agressieve belastingplanning’ (de boekhoudkantoren en behulpzame advocatenbureaus hebben het liever over het softe “creatieve belastingplanning”)mogelijk maken.
Met een korter woord “belastingontwijking”dus. Hetgeen natuurlijk in de praktijk neerkomt op belastingontduiking. Maar het gebruik en misbruik van woorden maakt het verschil tussen “het beheren van kapitaal als een goede huisvader” of het plegen van een “fiscale misdaad tegen het algemeen belang”. Omdat in het liberale kapitalisme het private belang – daarom ook het “heilige van het bankgeheim” – hoog torent boven collectieve belangen kiest de overheid – als beschermer van het private kapitaal – steeds voor “de goede huisvader”.
Opvallend is dat die goede huisvaders totaal andere “vakantieoorden” opzoeken als de meerderheid van de gewone Belgen die nog steeds proberen ontspannen in Frankrijk, Spanje, Italië, Griekenland, Marokko, Tunesië en Turkse kusten. Onze goede huisvaders zijn misschien gesteld op stilte, maar ik denk vooral op onzichtbaarheid. Ze kiezen vooral voor non-transparante oorden, meestal met mooie stranden en veel zonneschijn, maar ik denk niet dat dit doorslaggevende argumenten zijn bij de keuze.
De belangrijkste argumenten zijn de voordelen: bijna geen belastingdruk, soms geen belastingdruk en vooral strikte geheimhouding, geen uitwisseling met de “vervelende fiscus”. Hun favoriete fiscale constructie is een schermvennootschap waarbij de echte bezitters van kapitaal onzichtbaar – uit het zicht – blijven.
In het dossier van de Panama Papers werd duidelijk dat bijna de helft van al die schermvennootschappen is opgericht op de Britse Maagdeneilanden (539), dat voortaan met stip de favoriete offshore-bestemming van de Belg kan genoemd worden. Het eiland in de Caraïben met nog geen 25.000 inwoners leeft van toerisme en financiële diensten. ‘Eender welke zakenactiviteit of -transactie die een business company uitvoert buiten de Britse Maagdeneilanden wordt volledig vrijgesteld van belasting’, prijst Mossack Fonseca het tropische belastingparadijs aan in een online brochure.
En de tweede favoriete offshore bestemming van de vermogende Belg is Panama (314 offshores gelinkt aan België). Dus de kansen dat we elkaar ontmoeten op een of ander zonnig terras is zeer klein. Zeer klein. Terwijl jij geniet van een biertje (meer dan waarschijnlijk van AB Inbev) op een terras in Blankenberge verbergen de aandeelhouders van AB Inbev de winsten van die biertjes ver weg van Blankenberge.
Maar het kan ook zonder zonnige belastingparadijzen. België wil zich stevig bewijzen in de ratrace naar beneden in fiscale dumping. Dus denkt de overheid – niet bang van enig gesjoemel – waarom zouden we niet zelf belastingparadijs kunnen spelen? Niet voor de werkende mensen natuurlijk maar voor de grote bedrijven die we steevast “investeerders” benoemen. Want we kennen onze wereld.
‘Sweetheart-belastingdeals in België gestegen met 248 procent’
Ondanks de ophef over schimmige fiscale akkoorden is er juist een forse stijging te zien van het aantal belastingdeals tussen België en multinationals. Met meer dan een verdubbeling van de zogenaamde ‘sweetheart’ fiscale akkoorden is België samen met Luxemburg koploper van het lijstje. Dit staat in een rapport van de ngo Eurodad.
Belastingdeals tussen Luxemburg en multinationals zijn ondanks de onthullingen van de LuxLeaks in 2014 met 50 procent toegenomen. Voor België is dat maar liefst 248 procent. ‘Het is alsof de LuxLeaks nooit hebben bestaan,’ aldus Tove Maria Ryding, een van de auteurs van het rapport. In het rapport van Eurodad, een ngo gevestigd in Brussel, worden data van 17 EU-landen en Noorwegen geanalyseerd.
Belastingontwijking
Bij zogenoemde ‘sweetheart’ belastingafspraken tussen bedrijven en overheden maken multinationals gebruik van fiscale optimalisatie, waardoor bedrijven soms gedeeltelijk belastingen kunnen ontwijken. Bij de LuxLeaks in november 2014 werd bekend gemaakt dat Luxemburg zo’n 350 ‘geheime’ deals had gemaakt van 2002 tot 2010.
De voorzitter van de Europese Commissie en voormalig minister-president van Luxemburg, Jean-Claude Juncker, kwam flink hierdoor in verlegenheid maar beloofde de belastingpraktijken stevig te gaan aanpakken.
Niet gelukt
Maar dat is blijkbaar dus nog niet gelukt volgens dit rapport. In totaal is het aantal fiscale akkoorden dat werd afgesloten tussen Europese overheden en multinationals bijna verdrievoudigd tussen 2013 en 2015: van 547 in 2013 naar 1.444 in 2015.
Geheimhouding/ondoorzichtigheid is dè kerneigenschap van het globale financiële systeem. Rechtsgebieden beconcurreren mekaar op het vlak van geheimhouding om zo financiële stromen aan te trekken. Nederland gaat in competitie met Luxemburg en België met Frankrijk en Ierland met alle anderen enz. Leuk voor grafieken en statistieken, maar dit alles heeft een prijs.
Fiscale concurrentie gebaseerd op financiële ondoorzichtigheid vormt een gegeerde dekmantel voor allerlei misdaden en misbruiken: het witwassen van zwart geld, van misdaadgeld (strijd tegen terrorisme?), handel met voorkennis, financiering van terrorisme, verduistering, Ponzi-spelletjes (remember Madoff?), illegale geldstromen, fiscale fraude, enz …
Maar het belangrijkste doel van deze “geheimhouding” is en blijft “het opdrijven van de winsten ten behoeve van de uitzinnige lonen van CEO’s en de graaihonger van aandeelhouders” met als belangrijkste gevolg de financieel-economische plundering van de eigen overheid: het verlangen om weinig of liefst geen belastingen te betalen daar waar de winsten geproduceerd worden door de arbeid en productiviteit van de werknemers. Dat onze eigen overheden intussen een flink handje helpen aan deze sociale misdaad is meegenomen. En hier doet de (neo-)liberale ideologie haar moreel ontwrichtende intrede.
Vandaag worden werklozen die intussen een aantal centen proberen bijverdienen in de zwarte sector of een bijstandsmoeder die samenwoont maar voor de belastingen nog een apart woonadres bezit, met de vinger gewezen en de kreten “profiteurs” vliegen in het rond. Het is inderdaad ‘sociale fraude’, maar het zijn overlevingsstrategieën van de zwaksten in onze samenleving.
Het is niet goed te keuren maar de overheid heeft een verantwoordelijkheid om in een verzorgingsstaat iedereen een volwaardige job te bieden of als vervanging een leefloon waardoor men niet in een dagelijkse overlevingsstrijd belandt. Want iemand die werk heeft telt nog mee (kan genieten van vakanties, barbecuen met vrienden, genieten op terrassen, op restaurant gaan en culturele uitstappen ondernemen, enz.). Iemand zonder werk wordt uitgerangeerd, sociaal, economisch, cultureel. Heeft steeds minder vrienden, relaties. Wordt niet meer uitgenodigd op barbecues en leuke feesten.
Wanneer intussen de meest verdienenden, de grootste poenscheppers, de bewoners van de nieuwe omheinde villawijken die ook nog een jacht in Monaco bezitten (als ze er ook al geen ‘woonadres’ hebben), zij die we niet zien en kennen, onze ‘reddingsboei in nood’, onze verzorgingsstaat, plunderen en bedreigen via ‘fiscale fraude’ wordt er te vlug gezegd “daar kunnen we toch niets aan doen” of “het is altijd zo geweest en het zal altijd zo blijven”. Er worden in deze te veel en te vlug schouders opgehaald.
Het gekke is, en inderdaad de recente schandalen over mandaten en cumuls en te hoge verloningen voor sommige politici, zijn niet alleen beschamend voor onze politieke democratie, maar mogen gerust tot woede leiden. Maar deze bedragen zijn in werkelijkheid “peanuts” vergeleken met de bedragen die ontdoken worden door de vermogenden en multinationals, door de Marc Couckes en de AB Inbevs.
Waarom mogen de sterksten en de rijksten zich zoveel meer permitteren en ons voluit bestelen zonder dat echte volkswoede hun deel is?
Dit is het resultaat van de (neo-)liberale hersenspoeling waarin de samenleving reeds bijna vier decennia gedrenkt wordt en waar een deel van de politieke klasse en de steeds commerciëlere media een enthousiaste bijdragen aan geleverd hebben.
Dat is de echte grote ‘belastingsoorlog’
We zijn reeds vier decennia in een grote oorlog beland. In die mondiale oorlog staan 2 maatschappijmodellen tegenover elkaar: aan de ene kant “het ophopen van particuliere rijkdom” buiten het bereik van nationale overheden en verzorgingsstaten (25.000 miljard euro zit offshore verscholen in belastingparadijzen en offshore-jurisdicties) en aan de andere kant “collectieve verarming” (het uithongeren van de sociale welvaartsstaten).
Een fiscale klassenstrijd niet van arm tegen rijk, niet van de mondiale verliezers van de globalisering, de overbodigen, de overtolligen, maar van de winnaars, een amalgaam van economische, financiële en politieke elites, van de 10% tegen de 90%, van kapitaal, vermogens en multinationale ondernemingen tegen de werkende en werkloze mensen, de flexwerkers, de precairen, diegenen die leven (en soms pogen te overleven) van arbeid.
Die 10 procent wil niet herverdelen, maar alleen graaien. Belastingen zijn beschaving, de basis voor de verzorgingsstaat, voor onze sociale bescherming, voor onze zorg als we ziek, oud, zwak, werkloos worden. (zorg, cultuur, onderwijs, sociale zekerheid).
Progressieve belastingen zijn meer beschaving. Omdat zij nauwelijks of zelfs geen belastingen willen betalen, plaatst de 10 procent zich boven de beschaving. Indien we onze beschaving willen behouden zullen we de strijd voor rechtvaardige fiscaliteit zo radicaal mogelijk moeten voeren.
Hard tegen Hard
Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB) zei drie zomers geleden in een interview met The Wall Street Journal: “Het Europese Sociale Model loopt ten einde”. Dit was geen slip of the tongue. Op dat niveau zijn er geen slip of the tongues. Mario Draghi gaf een inkijk in het sociaal model van de toekomst: de plundering van de publieke schatkisten door de rijken, de vermogenden en de multinationale ondernemingen via drainage van de winstaccumulatie naar offshore-paradijzen terwijl de zwakkeren, de armen en zelfs de werkende klassen steeds meer zichzelf moeten beredderen.
Het einde van een sociaal model gebaseerd op solidariteit en de come-back van de georganiseerde naastenliefde en individuele liefdadigheid (soms door dezelfde private plunderaars zoals Bill Gates).
Inzet van de grote belasting(s)oorlog
Zoals in bijna elke oorlog zijn er winnaars en verliezers. In de meeste oorlogen zijn de verliezers altijd de gewone mensen. Deze oorlog mogen we niet verliezen. Het wordt hoog tijd dat we een oorlog winnen. Indien we verliezen kraakt niet alleen onze verzorgingsstaat, maar het monument van de arbeidersbeweging: de sociale zekerheid. Onze beschaving dus.
De staat van onze beschaving anno 2017? Onverschilligheid voor 1.750.000 Belgen die in armoede leven of flirten met de armoedegrens tegenover de euforie voor een Euro-Millions deelnemer die 154 miljoen euro binnenrijft.
Eric Goeman is woordvoerder Financieel Actie Netwerk (FAN) en woordvoerder Attac Vlaanderen.