President Trump heeft zijn reis naar het Midden-Oosten bekroond met gigantisch lucratieve wapendeals en commerciële afspraken. Commentatoren wijzen erop dat Trump tijdens de kiescampagne toch heel wat anders zei over Saoedi-Arabië, over de islam en over wat hij ‘islamitisch terrorisme’ noemde. Echter, een compleet verschil in retoriek voor en na hun verkiezing hebben zowat alle presidenten sinds John Kennedy met elkaar gemeen. Het verschil zit hem in de intensiteit. Trump doet het allemaal flagranter, openlijker, brutaler dan ooit tevoren.
Meestal weten Amerikaanse politici, ministers en presidenten wel wat ze in (of over) het buitenland precies wel of niet moeten zeggen en hoe. Enige capaciteit om dingen uit te spreken die men niet meent is daarbij essentieel. Democratische presidenten zijn daarin altijd wat vlotter geweest dan hun Republikeinse collega’s. Trump neemt dat gebruik wel naar een nieuw niveau, maar in essentie komt het altijd op hetzelfde neer.
Dat betekent niet dat de persoonlijkheid van de verkozen president geen verschil zou maken. Een oorlog beginnen tegen een land of net niet kan afhangen van kleine verschillen in aanpak, maar ligt voor de getroffen bevolking uiteraard fundamenteel anders.
De persoonlijkheid van de Amerikaanse president is echter slechts een factor tussen vele anderen. Dat Trump Saoedi-Arabië en Israël als eerste bestemmingen kiest voor zijn buitenlandse reizen is niet zomaar een persoonlijke bevlieging, maar het gevolg van interne beslissingen binnen de economische elite, de wapenindustrie, het ministerie van defensie en het ministerie van buitenlandse zaken en – niet te vergeten – van de entourage die hij rond zich heeft verzameld.
Toespraken
Toespraken van staatshoofden in andere landen zijn altijd het resultaat van lange voorafgaande besprekingen, waarbij elke zin, elk woord wordt afgewogen, overlegd, herschreven. De toespraak van Trump in Saoedi-Arabië zal op persoonlijk vlak wel een nieuwe ervaring zijn voor hem. Netjes aflezen wat anderen voor hem hebben geschreven is immers niet Trumps stijl.
Net als de toespraken van zijn voorgangers was zijn speech in Ryadh een samenraapsel van clichés en evidenties. Zo is de referentie naar president Franklin Roosevelt een vast onderdeel van alle Amerikaanse toespraken in Saoedi-Arabië.
Het was immers die president die de huidige relatie met Saoedi-Arabië vastlegde in 1945, tijdens een ontmoeting op het schip Quincy in het Suez-kanaal met koning Saud (waar ook koning Faroek van Egypte en keizer Haile Selassie van Ethiopië bij aanwezig waren). Daar werd de essentie van de samenwerking vastgelegd: vrije toegang tot alle aardolie voor Amerikaanse bedrijven in ruil voor gegarandeerde militaire steun aan het regime. Dat is in een notendop nog steeds het Amerikaanse beleid op het Saoedi-Arabische schiereiland (waar ook Koeweit, Qatar, Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten deel van uitmaken).
In zijn toespraak wond Trump er verder geen doekjes om. Voor hem zijn organisaties als IS en al Qaida hetzelfde als Hezbollah en Hamas. Ook dat is niet bepaald anders geweest onder Obama en W. Bush. Het verschil is dat Trump dat nu heel openlijk zegt, terwijl Obama en Bush dat eerder in bedekte termen zeiden.
Andere strategische keuzes
Er zitten natuurlijk nieuwe dingen in zijn toespraak. Die zijn van strategische aard, andere methodes, andere doelwitten, maar steeds om dezelfde doelstellingen na te streven. Zo komt er een Terrorist Financing Targeting Center onder voorzitterschap van Saoedi-Arabië en de VS. De essentie van het Amerikaanse buitenlandse beleid blijft echter dezelfde onder Trump als onder zijn voorganger. Dat komt neer op de instandhouding en versteviging van de Amerikaanse dominantie in het Midden-Oosten (en de rest van de wereld).
Hoe continu dat beleid ten gronde ook is, de concrete uitwerking van dat beleid kan voor de slachtoffers in de betrokken landen een enorm verschil uitmaken. De Jemenitische bevolking weet wat ze met Trump mag verwachten: een verderzetting van de gruwelijke oorlog tegen hun land met Amerikaanse (en andere westerse) wapens.
Ook voor de bevolking van Libanon, Gaza, Iran en Syrië ziet de toekomst er bijzonder grimmig uit. Trump kiest immers terug voor de frontale aanval op Iran en zijn bondgenoten in Syrië en Libanon. Ook de bevolking van Gaza kijkt aan tegen nieuwe aanvalsoorlogen van Israël.
Iran wordt het centrale doelwit van Trumps beleid in het Midden-Oosten. Dat lag zeker anders onder Obama, die andere prioriteiten stelde. De vraag is echter of dat met een president Hillary Clinton anders zou zijn. Clinton maakte er tijdens het tweede mandaat van Obama en tijdens haar verkiezingscampagne geen geheim van dat ze de strategie van Obama niet goedkeurde en Iran terug wil aanvallen. Iran zou immers de sponsor zijn van het internationale terrorisme.
Bovendien, hoe fundamenteel anders een president Bernie Sanders ook zou geweest zijn voor de gewone Amerikaan, op buitenlands vlak zou hij ook hier weinig verschil hebben gemaakt. Sanders heeft als senator – net als al zijn collega’s – altijd actief gelobbyd voor militaire contracten in zijn thuisstaat Vermont.
Stabiliteit
Ook de frequente verwijzing naar ‘stabiliteit’ in Trumps toespraak is vaste prik. Dit is uiteraard niet de stabiliteit waar de gewone Arabier naar verlangt, maar de stabiliteit van feodale regimes die hun burgers executeren, buurlanden terroriseren en een wreedaardige interpretatie van hun godsdienst uitdragen, die volgens ernstige opiniepeilingen door de overgrote meerderheid van alle moslims ter wereld wordt afgekeurd en misprezen.
Kortom, met president Trump komt er geen fundamentele verandering in het Midden-Oosten. Nog meer militaire agressie, geen vrede voor Palestina en mogelijke nieuwe oorlogsfronten in en rond Iran.
Diplomatieke flaters of doelbewuste uitspraken?
In de media wordt verder nogal veel aandacht besteed aan aspecten die inhoudelijk compleet betekenisloos zijn, zoals het weetje dat zijn vrouw geen hoofddoek droeg tijdens hun aanwezigheid aan Saoedi-Arabië. Trump was ook even zichzelf toen hij in Israël landde. Hij was blij daar toe te komen “na zijn verblijf in het Midden-Oosten”.
Republikeinse presidenten durven al eens meer de diplomatieke gebruiken met de voeten te treden en zomaar dingen te zeggen die niet op voorhand afgesproken zijn. Trump is echter niet de ergste in zijn regeringsploeg. Tijdens het verblijf in Saoedi-Arabië gaf Wilbur Ross, zijn minister van handel, een interview aan CNBC om het ‘succes’ van de reis te benadrukken. Hij was daarbij vol lof over de gastvrijheid van hun Saoedische partners.
Bovendien vond hij het “fascinerend” dat er “niet de minste hint van protesten was de hele tijd dat we daar waren. Niet één slechterik met een plakkaat”. Toen journaliste Becky Quick hem erop wees dat “dat misschien zo is – niet noodzakelijk omdat ze (de Saoedische bevolking) die gevoelens niet hebben – maar omdat ze daar niet toelaten dat mensen komen en hun gevoelens uitdrukken op dezelfde manier als wij hier doen”. Het antwoord van minister Ross: “In theorie zou dat waar kunnen zijn, maar jongens toch, er was in ieder geval niks van te zien. Er was niks te zien. De sfeer was over het algemeen zeer goed”.
Voor Trump zijn de schendingen van de mensenrechten in het meest gruwelijke regime op aarde geen punt. Zijn minister van handel gaat echter een stap verder. Journalist Jonathan Gait schreef daarover in New York Magazine: “Hij (Ross) gaat verder dan hypocriet wegkijken van dit autoritaire regime, hij drukt zijn bewondering uit.” Ross omschreef de recente bombardementen van de VS in Syrië als “after dinner entertainment”.
Slachtoffers voelen het echte verschil
Is de drijvende kracht achter het beleid van deze president dezelfde als die van alle Amerikaanse presidenten sinds het einde van De Tweede Wereldoorlog, in de concrete uitwerking en toepassing van dat leidende principe kan een president wel degelijk een groot verschil maken. Bovendien, Trump verlegt de grenzen van het politiek bedrijf en heeft een regeringsploeg achter zich met fanatici en christelijke fundamentalisten. Die zijn er in de VS altijd al geweest, alleen zijn ze nooit eerder zo ver doorgedrongen in het machtsapparaat.
Noam Chomsky noemt de Republikeinse Partij in zijn huidige vorm “de gevaarlijkste organisatie ter wereld”. Deze partij heeft alle redelijkheid laten varen, van complete klimaatontkenning tot het overwegen van een nucleaire oorlog als reële optie. Hoe gelijklopend de kern van het beleid van Trump ook is met zijn voorgangers, het risico dat het met deze man en zijn adviseurs zeer faliekant uit de hand loopt, is veel groter dan onder zijn voorgangers.
Toespraak van Trump in Ryadh: