Progress Lawyers Network draait er niet omheen in zijn aankondiging van het colloquium in Brussel met als titel: “Rechtsstaat onder druk: analyse en perspectieven voor een democratisch antwoord”:
“Na Parijs was ook Brussel op 22 maart vorig jaar het doelwit van terroristische aanslagen. Het staat buiten kijf dat een correct veiligheidsbeleid met efficiënte maatregelen die focussen op daders een absolute noodzaak is. Burgers hebben immers het recht om in een veilige samenleving te leven.”
“In de nasleep van de aanslagen werden een resem van nieuwe, overwegend repressieve, Europese en nationale wetten en maatregelen aangenomen en/of voorgesteld (24/24u huiszoekingen, passagiergegevensdatabank, de arrestatietermijn tot 72u, de administratieve enkelband, opheffing van het beroepsgeheim …).”
“Fundamentele verschuivingen”
“Maar bekomt men op die manier die veilige samenleving? Zijn de maatregelen efficiënt? Treffen ze wel de terroristen? Dreigen ze door hun breed karakter niet gehele bevolkingsgroepen te raken? … De uitvoerende macht zuigt steeds meer bevoegdheden naar zich toe en dit ten koste van de rechterlijke en de wetgevende macht.” …
Vooral deze zin klinkt onheilspellend: “Het gaat niet om wat cosmetische wijzigingen, maar om fundamentele verschuivingen. Hard bevochten mensenrechten staan op de helling.”
Is dat niet wat overdreven? Progress Lawyers Network vroeg het aan Belgische, Franse en Italiaanse juristen, academici, advocaten, een onderzoeksrechter en een vakbondsvertegenwoordiger. Die gaven een bijwijlen ijzingwekkend negatief oordeel.
Permanent wijzigend juridisch kader
Christine Guillain is professor aan de Universite Saint Louis en voorzitster van de commissie Justitie van de Ligue des Droits de l’Homme. Samen met UCL-doctoranda Sixtine Van Outryve d’Ydewalle gaf zij een overzicht van de wetten die in België werden ingevoerd sinds 2003 tot op heden. Telkens worden bij elke nieuwe wet de historisch bevochten principes van de rechtsstaat verder afgeknaagd.
“De wetgeving wordt steeds repressiever, de rechtsonzekerheid vergroot, justitie en politie krijgen steeds meer arbitraire bevoegdheden. Zo wordt ook het beroepsgeheim omgekeerd. Waar normaal de schending van het beroepsgeheim wordt vervolgd, gaat men nu naar de vervolging van zij die het beroepsgeheim willen respecteren.”
“Bovendien is de ‘strijd tegen het terrorisme’ in zo’n vage termen geformuleerd dat de nieuwe wetten toepasbaar worden op meningen. Bijvoorbeeld, reizen naar Palestina of naar Syrisch Koerdistan worden ‘verdachte activiteiten’.”
Jos Vander Velpen, advocaat en voorzitter van de Liga voor Mensenrechten, geeft zijn commentaar bij deze wetgevende evolutie. “De maximale aanpak van de wetgever staat omgekeerd in verhouding tot de eerder minimale, eenvoudige middelen die terroristen inzetten. Zo bereiken die hun doel: maximaal effect op de maatschappij.”
“Alles wordt ingezet op high tech, op buitensporige investeringen, die heel veel informatie opleveren, waar die echt nuttige informatie dan in verdwijnt. In naam van de terrorismebestrijding komt de gewone burger in het vizier. Iedereen wordt verdacht tot hij/zij bewijs van onschuld kan geven.”
“Het Europees Hof van Justitie is nochtans formeel. De huidige massaverzameling van gegevens is disproportioneel. De roep om een noodtoestand leidt tot een devaluatie van de fundamentele rechten. Ondertussen kiest men niet voor de echt efficiënte aanpak: investeren in mensen, in onderzoekswerk, in preventie. Het aloude ‘detectivewerk’ is nog altijd de beste, de echte oplossing. Waarom politici daar niet voor kiezen? Niet spectaculair genoeg, geen ronkende krantentitels en vooral: effect zie je pas op lange termijn.”
“Het gaat niet om wat cosmetische wijzigingen, maar om fundamentele verschuivingen. Hard bevochten mensenrechten staan op de helling.”
De Franse juriste Vanessa Codaccioni is auteur van het boek Justice d’ exception. Zij geeft een overzicht van het ontstaan en het gebruik van de noodtoestand in Frankrijk. Die werd ingevoerd im 1954-1962 tegen de onafhankelijkheidsstrijd in de kolonie Algerije. “Folteringen, interneringskampen, standrechterlijke executies werden uitgevoerd met middelen die nooit wettelijk waren. De Conventies van Genève verbieden het folteren van oorlogsgevangenen. Geen probleem: er was immers geen ‘oorlog’, slechts ‘les évènements d’Algérie’. “
“Het is allemaal niet zo nieuw, het dateert al van de jaren 1930, van het Vichy-regime tijdens de Tweede Wereldoorlog. Frankrijk heeft in feite een traditie van uitzonderingsrechtbanken.“ De noodtoestand werd sindsdien meermaals ingezet om het grondgebied én de eigen bevolking te controleren, om rellen in de banlieues aan te pakken, om ideeën aan banden te leggen, de media te censureren, verblijfsvergunningen in te trekken, huisarresten op te leggen, echter nooit tegen ‘terrorisme’. Dat is nu de eerste keer. Nu wil men nog verder gaan en mensen zelfs veroordelen voor het ‘plannen van terroristische aanslagen’, zonder dat daar redelijke bewijzen voor zijn.”
Keuze voor minder zichtbare repressie
“Een militaire uitzonderingsrechtbank kan nu niet meer, niet omdat men daar tegen zou zijn, maar omdat het te zichtbaar is. Nu zijn er bijvoorbeeld ‘les notes blanches‘, pv’s door de politie opgesteld, die zelfs de advocaat niet mag lezen.”
“De stap naar de vervolging van politiek activisme is al gezet, onder meer tegen de betogers tijdens de VN-Klimaatconferentie in Parijs in december 2015. Duizenden mensen werden onder de huidige noodtoestand aangehouden, huisarrest opgelegd, huiszoekingen. Dat bracht wat drugshandel naar boven, wat illegale wapens (voor criminele doeleinden) maar geen enkele terroristische daad, geen enkele …”
“In november 2017 zal Frankrijk de langste periode ooit van de noodtoestand (tijdens de oorlog in Algerije) overschrijden. Bovendien, op 23 april 2017 gaan in een van de grootste ‘democratieën’ van de EU verkiezingen door tijdens een noodtoestand. Zo ver is het gekomen. “
De Italiaanse Valentina Colletta is advocate in Turijn. Zij legt aan het colloquium uit hoe in haar stad de nationale regering samenwerkt met de regionale overheden om lokale protesten tegen de bouw van een TGV-lijn te criminaliseren. “De werven werden tot ‘zones van nationale veiligheid’ verklaard, waar verzameling van personen strikt verboden is. Personen worden vervolgd op basis van nationale wetgeving tegen het terrorisme … Zo wordt het maatschappelijk verzet van de beweging No TAV (Geen TGV) gecriminaliseerd.”
Spreker geweigerd wegens … noodtoestand
De volgende spreker is Ramazan Demir, advocaat in Istanboel. Hij zou spreken over de realiteit van de noodtoestand in zijn land … maar mocht het land niet uit, omdat hij wegens de noodtoestand verdacht is van bepaalde niet nader omschreven feiten. Qua illustratie alvast zeer sprekend.
Rik Coolsaet, professor emeritus aan de Universiteit Gent geeft een zeer boeiend historisch overzicht van het fenomeen terrorisme en de manier waarop overheden daarmee omgingen.
“Terrorisme is van alle tijden. In de 19de eeuw waren dat personen die zich beriepen op het anarchisme. Na de oorlog waren dat de Rote Armee Fraktion in Duitsland, de Rode Brigades in Italië, ETA in Spanje, het IRA in Noord-Ierland. In België waren er de aanslagen van de CCC. Dat was vooral terrorisme van extreem-linkse signatuur.”
“Er waren echter ook zeer bloedige aanslagen van extreem-rechts, zoals de bomaanslag op het treinstation van Bologna (van 2 augustus 1980, waarbij 85 mensen om het leven kwamen). Meer nog, er waren veel meer terroristische aanslagen in de jaren 1970-1980 dan nu, én meer slachtoffers (zie tabel). Toch is dat grotendeels uit het collectief geheugen verdwenen.”
Een hippe term ziet het licht in 2004: ‘radicalisering’
“Het grote verschil met toen is hoe politici en media vandaag met terrorisme omgaan, hoe ze het benoemen en hoe ze erop antwoorden. In de jaren 1980 had je nog politieke leiders die durfden zeggen dat volledige veiligheid niet bestaat en dat de vervolging van deze ‘misdadigers’ tijd zal vergen, net als preventie. Nu heeft men dat mirakelwoord ‘radicalisering’.”
“Er wordt zelfs aan ‘deradicalisering’ gedaan. Vreemd, want niemand weet precies wat dat is, het is een begrip dat nergens juridisch omschreven wordt. Er bestaat geen enkel degelijk wetenschappelijk onderzoek over. Iedere overheid doet maar wat. Vroeger was er niemand die ooit zij dat een IRA-terrorist een geradicaliseerde katholiek was, niemand die beweerde dat Pierre Carette van de CCC een geradicaliseerde man was, zelfs niet toen hij na 15 jaar in de gevangenis met de vuist omhoog buiten kwam in 2003. Die man was nochtans duidelijk even radicaal als toen hij werd veroordeeld.”
“Op 23 april 2017 gaan in een van de grootste ‘democratieën’ van de EU verkiezingen door tijdens een noodtoestand. Zo ver is het gekomen”
“Dat begrip ‘radicalisering’ komt in feite uit de VS. Daar wilde men naar western-traditie de bad guys van 9/11 met een wereldwijde ‘posse’ van cowboys wegvegen. In Europa pleitte men ervoor om ook naar de grondoorzaken te kijken.”
“Verklaren is goedpraten, vond men in de VS. Het gaat hier om individuen die slecht zijn geworden, ‘geradicaliseerd’. Punt. Dat is een zeer gevaarlijke evolutie. Men negeert zo de oorzaken en de kans om dit fenomeen te doorgronden en met deze kennis effectief te bestrijden. Bovendien, het is nog altijd niet strafbaar om radicale ideeën te hebben over de maatschappij, dat is een opinie, geen misdaad. Er is zelfs nooit een causaal verband aangetoond tussen het hebben van radicale ideeën en terrorisme.”
Rik Coolsaet: “Er is nooit een causaal verband aangetoond tussen het hebben van radicale ideeën en terrorisme.”
“Integendeel, de terroristen van Brussel en Parijs hadden niet eens echte politieke ideeën. De uitleg die ze zelf gaven toonde vooral aan dat zij zich uitgesloten voelen in deze maatschappij. Hun zogenaamde inspiratie in de islam toont vooral aan dat ze nauwelijks religieuze kennis hadden. Dit zijn jongeren met een zeer persoonlijke motivatie, die vinden ‘dat ze er niet bij horen’, die geen toekomst zien voor zichzelf.”
“Nu lijkt dat zo alomtegenwoordig, maar het begrip ‘radicalisering’ wordt pas echt gebruikt sinds 2008. Telkens weer valt het op dat politici dat begrip in de zeer volgzame media misbruiken voor alles en nog wat. En telkens weer blijkt dan dat het discours van de betrokken diensten zelf veel genuanceerder is.”
Criminaliseren van vakbonden
Gaby Jaenen is adjunct-secretaris van ABVV-Limburg. Zij bracht een hele reeks mediaverhalen over zogenaamde criminele acties van de vakbonden. “Politici schreeuwden moord en brand. Maanden later blijft er niets van over. Zowat alle betrokken syndicalisten werden volledig vrijgesproken.” “De criminalisering van vakbonden is geen nieuw fenomeen, het is in feite al bezig sinds de jaren 1980 maar neemt nu fel toe. Dwangsommen, eenzijdige verzoekschriften. Dat heeft een grote impact op de bereidheid van onze militanten.”
“Ook al worden die dan jaren later volledig vrijgesproken, op het ogenblik van de acties, terwijl de mediatitels het hebben over crimineel gedrag, dat zet een domper op de actiebereidheid. Marc Devos van Itinera noemde een filterblokkade op de autostrade crimineel. Vakbonden zijn gewoon een hinderpaal voor de neoliberale agenda. Alle middelen worden ingezet om hun actiecapaciteit te ondermijnen. Dat is de echte bedoeling van de inzet van het gerecht, delegitimeren, demotiveren, criminaliseren. De grote media werken voluit mee aan deze framing. Staking wordt meer en meer gelijkgeschakeld met terreur.”
“We hebben ook meer en meer bewijzen dat politieagenten worden ingezet, vermomd als vakbondsmilitanten. Vooral het spoorwegpersoneel wordt zwaar aangepakt. De openbare diensten moeten op de schop, in de eerste plaats de NMBS. Waar ze op wachten is de dag dat de vakbonden zelf zeggen: ‘Die actie, ja, die keuren we af, dat is crimineel’. Daarom is het zo belangrijk dat de vakbonden eensgezind blijven.”
Karel Van Cauwenberghe is onderzoeksrechter in Antwerpen. Hij betreurt de complete afwezigheid van magistraten op dit colloquium. “Het systeem van verruimde minnelijke schikking is openlijke klassejustitie. Afkoopsommen worden bedongen in achterkamers met beschuldigden die daar het geld voor hebben, terwijl de onderzoeken nog volop bezig zijn. Wij mogen daar dan een advies over geven, waar vervolgens geen enkele rekening mee wordt gehouden.” (geen verder verslag, nota’s kwijt, mijn excuses).
Georchestreerde mediaframing
Walter Damen, advocaat in Antwerpen, stelt vast dat de druk toeneemt op iedereen die verdachten van terrorisme verdedigt. Hij is redacteur van het boek Dreigingsniveau 4. Hoe verandert terreur ons leven? “De haatmails zijn niet meer te tellen. “Wat me bovendien verontrust zijn de georganiseerde perslekken die zo worden getimed dat de framing van zaken bij voorbaat wordt vastgelegd. Bij huiszoekingen is de pers aanwezig om 5 uur ‘s morgens, live op de website van kranten, ook bij personen die dan later onschuldig blijken te zijn. Het rechtsprincipe van vermoeden van onschuld wordt compleet in diskrediet gebracht.”
“Alles wordt in scène gezet. Een jongen van 19 wordt geketend aan handen en benen met een valhelm over het hoofd door vier gemaskerde leden van de SIE binnengeleid op het gerechtshof, alle camera’s in de aanslag. Wanneer die dan een paar uur later vrij naast mij buitenstapt zijn ze allemaal weg. Mensen met dezelfde familienaam worden opgepakt en worden vervolgens ontslagen op hun werk. Andere verdachten van terrorisme krijgen dan weer in complete contradictie met een zogenaamde harde aanpak een enkelband, maar zonder dat hun internet of contact met vrienden wordt ontzegd.”
“Het systeem faalt echt compleet om jongeren op te vangen. Ze worden geïsoleerd van andere gevangenen en zitten dan alleen samen met échte geradicaliseerde verdachten. Iedereen weet dat die dan met elkaar praten over hun zaak, zoals alle gevangenen doen. Ondertussen is er nog steeds geen psychische begeleiding of observatie, zoals de wet van 1964 voorziet.”
Advocaat Nicolas Cohen vertelt gelijkaardige verhalen over de aanpak in Brussel. “Er is volledige willekeur. De ene dag doen ze het zo, de andere dag weer anders. De ene verdachte wordt zwaar aangepakt, de andere wordt nauwelijks bekeken.
Terroristen, de onze en de hunne
Vincent Sizaire, voormalig Frans onderzoeksrechter, komt als laatste aan het woord. Hij schreef over de schijn van de huidige aanpak het boek Sortir de l’imposture sécuritaire. “Het begint absurd te worden. Turkse Koerden zijn voor ons terroristen, en wanneer ze in Syrisch Koerdistan gaan vechten tegen IS zijn het goede rebellen en bondgenoten.”
“Wij zijn dat vergeten maar het grootste aantal processen en veroordelingen voor ‘terrorisme’ werden gevoerd in 1914-1918 en 1940-1944 door de militaire rechtbanken van de bezetter en door het regime in Vichy”.
(Dat geldt zeker ook voor België. In de plenaire zaal van de Belgische Senaat hangt nog steeds een gedenkplaat voor de verzetstrijders die daar door het Duitse militaire gerecht werden terdoodveroordeeld voor ‘terrorisme’.)
Slotsom: wie de regeringen van België en andere EU-lidstaten beoordeelt op hun woorden, ziet een zeer grote ogenschijnlijke daadkracht om het terrorisme aan te pakken. Wie kijkt naar de resultaten en de methodes die worden gebruikt ziet dat de echte resultaten zeer pover zijn, dat er enorm wordt geknoeid en dat voorlopig het enige echte effect de ondermijning van de burgerrechten is …
Na het verlaten van het colloquium in Tour&Taxis vind ik op mijn weg een delegatie van de politieafdeling van de vakbonden ACOD en ACV-Openbare Diensten aan de poorten van het Noord-Station. Zij klagen over de zware overheidsbesparingen op mensen en middelen. “Uw veiligheid is niet langer verzekerd”, zegt hun pamflet. Veiligheid, een prioriteit van deze regering?