Interview met Anne Van Swieten: jarenlang kracht achter FOS
Anne Van Swieten is al bijna een derde van haar leven actief bij FOS. Ze is lid van de algemene vergadering, maar was ook lang een van de vrouwelijke krachten in de raad van bestuur. Eind 2016 nam dat bestuur met spijt in het hart afscheid van de gemotiveerde vrouw, die na 25 jaar engagement tevreden terugblikt.
Er zijn zo van die vrouwen wiens hele leven in teken staat van sociale strijd. Anne Van Swieten (80) is een van hen. Ze was politiek actief in België, zette zich in voor tal van sociaal geëngageerde organisaties en spaarde moeite noch tijd om de internationale solidariteit vanuit België te versterken. Zo is ze maar liefst 25 jaar, bijna een kwart van haar leven, achter de schermen bij FOS actief. We blikken samen met haar terug op haar rijkelijk gevulde carrière als activiste en ontdekken haar continue drang naar rechtvaardigheid.
Je kijkt terug op een leven vol engagement voor ontwikkelingssamenwerking. Hoe kreeg je de smaak te pakken?
“Het begon eigenlijk met mijn liefde voor Latijns-Amerika. Met de verkiezing van Salvador Allende tot Chileens president in 1970 zag ik hoe, voor de eerste keer in de regio, een socialistische president democratisch verkozen werd. Het gaf een gevoel van hoop. De gewelddadige coup van Pinochet die in ’73 volgde, liet mijn man en mij verbijsterd achter. Maar de passie voor Latijns-Amerika, die bleef. Toen ik de mogelijkheid zag om mij te engageren voor Chili, greep ik die kans met beide handen. Naar aanleiding van de staatsgreep werd een ‘Chilicomité’ opgericht dat zich inzette voor politieke vluchtelingen in België. Ik had de smaak te pakken en daarna doofde mijn engagement nooit meer uit.
De jaren 70 en 80 bleven trouwens hoopgevend voor links in Latijns-Amerika en dat voelde je ook hier in België. Naast Allende had je de overwinning van de Sandinisten in Nicaragua. Maar je zag ook dat er iets leefde in El Salvador: de moord op aartsbisschop Romero wekte bijvoorbeeld heel wat verontwaardiging op. Bij elke revolutionaire opwelling zijn er ook in België tal van solidariteitsinitiatieven opgezet.
Noodhulp, opvangen van vluchtelingen, de strijd ter plekke ondersteunen: het gebeurde allemaal. Het was een interessant scharniermoment in de mondiale politiek. Binnen die context kon ik niet blijven stilzitten.”
Vanwaar kwam dat gevoel van betrokkenheid met de politieke strijd buiten België?
“Het doet me wat als mensen zich verenigen. Van onderuit nam men het heft in eigen handen en zorgden men samen voor een omwenteling. Na eeuwen van onderdrukking werd er gezocht naar nieuwe methoden om te besturen en samen te bouwen aan een toekomst. Je kan daar alleen maar door bewogen zijn.”
Je engagement was ook lokaal: je was actief in de Belgische politiek.
“Dat kwam deels eigenlijk ook voort uit mijn passie voor ontwikkelingssamenwerking. Eind jaren 70 ging ik voor het eerst naar Cuba. Dat was tijdens een reis georganiseerd door het socialistisch weekblad Links. Zo maakte ik kennis met mensen die erg politiek actief waren. Ze vroegen mij of ik mij ook niet politiek wou engageren. Begin de jaren 80 werd ik secretaris van sp.a in Kontich. In ’88 ben ik verkozen als gemeenteraadslid in Kontich en later zetelde ik in de provincieraad. Daar heb ik vaak op thema’s als internationale solidariteit gehamerd. Het is met dat parcours in het achterhoofd dat ik met plezier een bestuursfunctie opnam bij FOS in de jaren 90.”
Er zijn nog steeds heel wat wereldwijde problemen, ook in Latijns-Amerika. Hoe kijk je daarop terug?
“Ik ben soms wel wat verdrietig als ik zie waarop de geschiedenis is uitgedraaid. Van alle solidariteitsinitiatieven van toen, schieten er nog weinig over. Ergens doet dat pijn. Mensen lijken steeds meer bekommerd om hun eigen omgeving, iets wat ergens ook begrijpelijk is. We leven nu eenmaal in onzekere tijden. Velen vragen zich af: ‘wat zal mijn toekomst brengen? Hoe zal het hier evolueren?’ Er zijn heel wat mondiale problemen waar mensen terecht van wakker liggen.”
Maar er zijn nog organisaties die iets bereiken met internationale solidariteit hoor!
“(lacht) Wel daarom blijf ik FOS uiteraard verdedigen en steunen. FOS zet echt wel projecten op die mensen kansen geven om zich te ontwikkelen. ‘Geen vissen, maar netten om te vissen’, om het met een bekende metafoor te zeggen. Het werk van FOS en andere ngo’s die deze filosofie volgen, blijft enorm zinvol. Je moet de mensen echt sterker maken, bijvoorbeeld door de vakbonden meer ademruimte te geven.”
Is FOS na 25 jaar veel veranderd?
“De betrokkenheid van organisaties als de Socialistische Mutualiteiten, het ABVV en de sp.a is enorm toegenomen. Maar ook de bewuste keuze om zich op vrouwen te richten, vind ik lovenswaardig. Het zijn vaak vrouwen die de lasten van de miserie moeten dragen. Hen helpen, helpt de hele samenleving vooruit.”
“Ik heb ook zelf het een en ander in beweging kunnen zetten. In de jaren 90, toen Cuba het economisch zwaar had omdat de steun uit de Sovjet Unie verdween, zat ik nog maar net bij FOS. Het land zag toen serieus af omdat het haar voornaamste handelspartner kwijt was. Ik heb toen hard moeten pleiten voor structurele steun aan Cuba. Na lang aandringen startte FOS een klein project op. Intussen hebben we samenwerkingen met tal van Cubaanse organisaties die een voor een vruchten afwerpen. Als ik hoor dat men dit jaar een inleefreis organiseert samen met de Belgische organisatie Joetz, waardoor tal van jongeren Cuba zullen ontdekken, ben ik erg gelukkig.”
Zijn er nog mijlpalen waarop je fier terugblikt?
“Ik ben blij met alles wat ik bereikt heb. Ik ben erg gelukkig met de vele vriendschappen die ik gemaakt heb en de interessante, geëngageerde mensen die ik ben tegengekomen. De vele vrijwilligers, maar evengoed de gemotiveerde werknemers bij FOS en daarbuiten. Zo veel mensen offeren al hun tijd op om het op te nemen tegen onrechtvaardigheid, dat vind ik fantastisch. Ik heb ook mijn best gedaan om een verschil te maken met mijn engagement. En ik moet zeggen: ik heb er zo veel voor teruggekregen. ‘Non, je ne regrettte rien.'”
“Ik herinner me nog goed hoe we de gemeente Kontich, een behoorlijk katholiek bolwerk, hebben overtuigd om een project van FOS te steunen in het kader van een 11.11.11-campagne. Ik heb daar zelf voor moeten strijden en wanneer dat lukte, voelde dat echt als een overwinning aan. Het zijn die kleine dingen die me met plezier doen terugkijken op mijn activistische carrière.
Ik kan stoppen met de raad van bestuur op een moment dat FOS uitgegroeid is tot een sterke organisatie. Vanuit de algemene vergadering zal ik de werking van FOS blijven opvolgen en steunen. Want het werk zit er nog lang niet op. Er zal immers altijd onderdrukking zijn. De strijd voor rechtvaardigheid stopt nooit. Alles wat verworven is, kunnen rechtse krachten terug proberen afnemen. Zowel hier als elders in de wereld. Daarmee dat internationale solidariteit toch een vanzelfsprekendheid hoort te blijven.”
Wat brengt de toekomst nog voor jou persoonlijk?
“Ik hoop nog lang helder te kunnen nadenken en redeneren. Ik zou graag nog lang de politieke actualiteit opvolgen, want ik ben toch een beetje een actualiteitsdier. Ik klasseer zelfs dagelijks tal van artikels over de politieke evoluties overal ter wereld, maar evengoed over cultuur. Terugbladeren en kijken hoe de situatie verandert, dat kan mij echt boeien. Ik hoop dat nog lang te doen.”
Namens FOS: oprecht bedankt voor al je inspanningen!
“Met plezier!”
Auteur: Dries Merre