Boekrecensie -

Onze StAd: een reader met veel ambitie

De talrijke en vaak zeer concrete voorstellen in dit boek, de multidisciplinaire benadering, de vermenging van het lokale en het globale, en de heldere taal waarin academici, experten en geëngageerde burgers de focus op A verbreden, maken ‘Onze stAd’ tot een zeer rijk en inspirerend instrument dat gratis ter beschikking wordt gesteld van ‘burgers, middenvelders, ondernemers en stadsmakers allerhande’.

donderdag 30 maart 2017 10:53
Spread the love

‘Onze stAd’ is een reader met veel ambitie. Dat blijkt ook al uit de ondertitel ‘Inspiratie voor de stad van morgen’. Inspiratie die wordt aangeleverd door een collectief van 24 academici, experten en geëngageerde burgers die in dit boek elk vanuit hun eigen (onderzoeks- en/of actie)terrein nadenken over een progressief beleid voor de stad Antwerpen. Zij noemen zich niet toevallig ‘Antwerpen 18’: het kijkt vooruit naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, maar dan niet vanuit een partijpolitiek standpunt. Het bevat echter wel een groot aantal voorstellen voor een progressief beleid. Het boek is een bundeling van het toekomstgericht denken van de verschillende auteurs rond ‘Onze stAd’ – let op de A van Antwerpen die er visueel uitspringt.

Stadsregio

‘Onze stAd’ is trouwens geen publicatie geworden over de stad Antwerpen in de beperkte geografische betekenis, maar over de Antwerpse stadsregio. Antwerpen is veel meer dan de kernstad en haar districten. In hun bijdrage ‘Op zoek naar een vernieuwend ruimtelijk beleid’ benadrukken Jef Van den Broeck, Bernard Hubeau, Hendrik Van Geel en Tom Coppens dat een geïntegreerde werking op stadsregionale schaal noodzakelijk is. Zij verwijzen in hun artikel naar het Franse model van communautés urbaines.

De auteurs van ‘Onze stAd’ zien de voortdurend uitbreidende Antwerpse stadsregio als een voorbeeld van de metropolisering van steden tot stedelijke gebieden en netwerken. Cultuurfilosoof en stadsonderzoeker Eric Corijn omschrijft de regio in ‘Biografie van een stad’, een uitstekende historische studie over Antwerpen, als volgt: ‘Als je uitgaat van een regelmatig woon-werkverkeer, dan deint de Antwerpse voorstad vandaag zeer ver uit. Reken je Antwerpen en Mortsel tot de economische kern, dan kom je aan een stadgewest van 39 gemeenten. Het loopt van Essen tot Boom en Heist-op-den-Berg (noord-zuid) en van Temse en Beveren tot aan Grobbendonk (oost-west). Daarin leeft met ruim 1.125.000 inwoners zowat een vijfde van de Vlaamse bevolking en deze regio alleen levert bijna een kwart van de tewerkstelling in het Vlaams gewest.’

Profiel van een stad

De verstedelijking neemt toe. Zeer snel. Tegen 2040 zal ongeveer twee derde van de mensheid in steden leven. Alleen voor Antwerpen verwacht men tegen 2030, zo leert de lezer uit het boek, een toename van 30.000 à 80.000 inwoners. De Antwerpse bevolking groeit zo snel dat er tegen dan maar liefst 30.000 nieuwe woningen nodig zijn. Antwerpen is bovendien een zeer diverse stad met mensen die wortels hebben in 175 landen maar van wie 80% de Belgische nationaliteit bezit. Meer dan tweederde van de Antwerpse jongeren onder de achttien jaar heeft buitenlandse roots.  

Het boek vertrekt ook van cijfermatige constateringen die zeker op sociaal vlak niet zo fraai zijn. In ‘Gazet van Antwerpen’ van 18 maart 2017 zeggen de twee samenstellers, sociale wetenschapper Danielle Dierckx en politiek socioloog Marc Swyngedouw, hierover: ‘De laatste vijf jaar zijn er 10.000 kinderen geboren in armoede. In het lager onderwijs haalt een aanzienlijk deel van de leerlingen de normen voor lezen, schrijven en rekenen niet. In het secundair onderwijs hebben in tien jaar tijd 14.000 jongeren de school verlaten zonder een diploma. Dat zijn evenveel inwoners als die van het stadsdeel tussen de Turnhoutsebaan en de Plantin en Moretuslei tot aan de Provinciestraat. Er zijn wijken waar 70% van de jongeren ongekwalificeerd is. De werkloosheid is twee keer zo groot als het Vlaamse gemiddelde. Antwerpen telt 35.000 werklozen. Ook dat probleem treft vooral jongeren, waarvan er zelfs 7.000 helemaal van de radar zijn verdwenen.  Die dwalen als een verloren groep door de stad.’

Glokaal

Deze publicatie focust op Antwerpen maar dan vanuit een glokaal perspectief. Er wordt naar Antwerpen gekeken met in het achterhoofd kennis over wat er op andere plaatsen in de wereld gebeurt die als inspirerende bouwstenen kunnen worden gebruikt. Dat glokale perspectief is sterk aanwezig in de eerste, zeer boeiende bijdrage ‘Bouwstenen op bewonersparticipatie’ van stRaten-Generaal-woordvoerder Manu Claeys, die de buurtgerichte werking van De Ploeg in de Antwerpse stationsbuurt als voorbeeld aanhaalt van burgerparticipatie-in-actie.

Hij verwijst ook naar de Amerikaanse stad Minneapolis waar bewonersgroepen, in samenwerking met stadsdiensten, prioriteiten opstellen en budgetten toebedeeld krijgen om hun wijk te herwaarderen. Hij stelt voor dat ook de Antwerpse gemeenteraad zich engageert om een participatieproject goed te keuren waardoor buurtbewoners de middelen, voorwaarden en mogelijkheden aangereikt krijgen om aan wijkontwikkeling te doen. Dat kan volgens Claeys de ontmoeting tussen de representatieve en de participatieve democratie bevorderen. Deze bijdrage lijkt me representatief voor de reader in zijn geheel: het lokale en het globale, maar ook reflectie en (aanzetten tot) actie gaan hand in hand en die benadering is aanwezig in de meeste van de veertien bijdragen.

Multidisciplinair

Het is onmogelijk om exhaustief in te gaan op al de teksten van deze bundel waarvan de rijkdom zeker ook te maken heeft met de multidisciplinaire benadering. Karl Vrancken gaat in op de uitdagingen van de circulaire economie om de omslag naar een duurzame stad te kunnen maken. Bart Martens onderzoekt een duurzame energievoorziening voor stad en haven en doet een zeer interessant voorstel om een warmtenet als energieschakel tussen haven en stad uit te bouwen en hij pleit daarom voor een energiefinancieringscoöperatie.

De krachtlijnen voor een vernieuwend ruimtelijk beleid worden door Jef Van den Broeck, Bernard Hubeau, Hendrik Van Geel en Tom Coppens uitgezet. Danielle Dierckx en Peter Raeymaeckers zoeken naar een collectief impactmodel tegen armoede en Marc Swyngedouw gaat in op de problematiek van de ongekwalificeerde schooluitval en pleit, verwijzend naar New York, Londen en vooral Toronto, voor een alomvattend actieplan. ‘De school is de kern van het probleem, maar ook de kern van de oplossing,’ besluit hij. Vanuit vakbondsperspectief buigen Chris Bryssinckx, Ilse Dielen en Dirk Schoeters zich in ‘Antwerpen, wat werkt’ over de arbeidsmarkt en in het bijzonder de werkloosheid in de stad.

De medici Daan Van Brusselen en Wouter Arrazola de Oñate doen een niet zo fraai boekje open over de luchtkwaliteit in Antwerpen en ze houden ook vanuit hun medische inzichten de overkapping van de ring tegen het licht. Het is ook deze (volks) geneeskundige benadering die een meerwaarde geeft aan deze reader. Dezelfde twee auteurs zoeken, samen met huisarts Katrien De Troeyer, naar voorschriften om gezondheid als de polsslag van een duurzame stadsontwikkeling te behandelen.

Ook het mobiliteitsvraagstuk mocht natuurlijk niet ontbreken en daarover buigt expert Dirk Lauwers zich. Hij houdt onder meer een pleidooi om de stad met de omliggende regio te verbinden met daarin diverse vormen van openbaar vervoer. Ane-Marie Baeke, Ira Van Sprundel en Noureddine Hatim leggen de pijnpunten bloot voor ouderen in de stad van wie de diversiteit maar ook het aantal almaar toeneemt. In een zeer boeiend artikel ‘Antwerpenaar zijn is genoeg. Over de stad als gelijke gemene deler van veel verschillende mensen’ breken zij een lans voor stadsburgerschap op basis van geleidelijkheid en mededogen. Bogdan Van den Berg en Gwen Vandebosch illustreren het belang van ontwikkelingssamenwerking op stadsniveau en zij pleiten voor de realisatie van de Duurzame Agenda 2030 waarin de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen vastgelegd zijn. Afsluitend draagt Gerardo Salinas in ‘Migratie, kunst en stad’ enkele ideeën aan hoe de cultuur van de nieuwe stedelijkheid vorm kan worden gegeven.

Reflectie en actie

Een voorloper van ‘Onze stAd’ is de lijvige reader ‘Mensen maken de stad’. Daarin werden bouwstenen aangedragen voor een sociaalecologische toekomst. Die denkoefening gebeurde onder redactie van Dirk Holemans, die ook hoofdredacteur van Oikos is. Samen met Sampol (Samenleving en Politiek) neemt Oikos artikels over uit ‘Onze stAd’. In een gemeenschappelijk edito schrijven beide tijdschriften: ‘ “Uit goud en aren ziet God de Antwerpenaren,” luidt het gezegde aan de Schelde. Het is een tikkeltje overdreven. Maar op politiek vlak is Antwerpen alleszins in het verleden een politieke barometer geweest. Laat het ook een van de belangrijke plekken zijn waar een politieke wederopstanding vorm kan krijgen.’

‘Onze stAd’ komt op het goede ogenblik. De volgende verkiezingen komen eraan. De inzet is groot. Niet alleen voor de volgende legislatuur, maar vooral voor de verdere toekomst van Antwerpen. Het perspectief van dit boek reikt verder: naar 2030. De talrijke en vaak zeer concrete voorstellen in dit boek, de multidisciplinaire benadering, de vermenging van het lokale en het globale, en de heldere taal waarin academici, experten en geëngageerde burgers de focus op A verbreden, maken ‘Onze stAd’ tot een zeer rijk en inspirerend instrument dat gratis ter beschikking wordt gesteld van ‘burgers, middenvelders, ondernemers en stadsmakers allerhande’. ‘Onze stAd’ is tevens een mooi voorbeeld hoe reflectie tot actie kan aanzetten. ‘Handen uit de mouwen!’ besluiten de samenstellers in hun inleiding. Het is hun invitation à la danse. Ik hoop dat velen op die uitnodiging zullen ingaan.

 (Het boek wordt op vrijdag 21 april om 20.30 u. voorgesteld in De Roma, Turnhoutsebaan, 2140 Borgerhout)

take down
the paywall
steun ons nu!