Analyse, Wereld, Samenleving, Politiek, België -

Eerlijke fiscaliteit is sleutel voor meer gelijkheid

Acht multimiljardairs bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking. Het is hoog tijd voor een andere aanpak. Eerlijke fiscaliteit is de sleutel voor minder ongelijkheid.

maandag 6 februari 2017 14:03
Spread the love

Het staat er met de wereldwijde ongelijkheid veel erger voor dan we dachten. De acht rijkste mannen – samen passen ze in een Volkswagen Minibus – bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking. Dit zijn 3,6 miljard (3.600.000.000) mensen.

Dat blijkt uit een rapport van Oxfam, gepubliceerd op het moment dat de rijken der aarde in Davos, Zwitserland, bijeenkwamen op het Wereld Economisch Forum om hun visie te bespreken over de toekomst van economie en samenleving. Als er niets aan gebeurt, dreigt de ongelijkheid “onze samenlevingen te verscheuren”, zo lezen we in het rapport. “Het leidt tot meer criminaliteit en onveiligheid, en ondermijnt de strijd tegen armoede.”

Achteruitgang

In De Nieuwe Werker van 12 februari 2016 schreven we dat de 62 rijkste mensen op aarde evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking. De situatie is er niet op verbeterd.

Vandaag bezitten de acht rijkste personen ter wereld evenveel als de armste helft van de wereldbevolking, zo’n 3,6 miljard mensen. In 2009 bezaten de 793 miljardairs van de wereld een netto vermogen van zo’n 2,23 biljoen euro. In 2016 is het netto vermogen van de 793 rijksten der aarde opgelopen tot een hallucinant bedrag van 4,65 biljoen of 4.650.000.000.000 euro.

Tot de rijkenclub behoren onder andere Bill Gates, die zijn fortuin (70 miljard) vergaarde als baas van softwarebedrijf Microsoft; Amancio Ortega (62 miljard), oprichter van Inditex, waar o.a. de 7.000 Zara-kledingwinkels toe behoren; Warren Buffett (57 miljard), allicht de bekendste belegger ter wereld, wiens hefboomfonds Berkshire Hathaway onder andere eigenaar is van ketchupfabrikant Heinz en belangen heeft in Coca-Cola en IBM; Jeff Bezos (42 miljard), oprichter en CEO van Amazon; en Mark Zuckerberg (41 miljard) van Facebook.

Bedrijven ontduiken belastingen

Oxfam windt er geen doekjes om. De oorzaken moeten gezocht worden bij grote – dikwijls transnationale – ondernemingen. De economische koek wordt wel groter, maar dat betekent niet dat iedereen een groter stuk daarvan krijgt. In hun streven naar forse beloning voor de mensen aan de top, zetten die ondernemingen hun werknemers en producenten steeds harder onder druk.

In extreme gevallen gaat de uitbuiting zo ver als slavernij of dwangarbeid. Dit drukt de kosten voor die grote ondernemingen, wat leidt tot torenhoge winsten. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) werken wereldwijd ruim 20 miljoen mensen in gedwongen arbeid. Samen zijn ze goed voor een geschatte winst van 140 miljard euro.

Regeringen pamperen bedrijven

Die multinationals doen er alles aan om zo weinig mogelijk belastingen te betalen. Dit leidt ertoe dat overheden inkomsten mislopen die anders zouden kunnen worden geïnvesteerd in mens en maatschappij en ter uitroeiing van armoede. De vele belastingschandalen, zoals Luxleaks en de Panama Papers, zijn slechts het topje van de ijsberg.

Bovenop belastingontduiking of -ontwijking komt de race to the bottom waar overheden aan meedoen. Ze regelen fiscale achterpoortjes of gunstregimes om toch maar die grote bedrijven in hun land te houden. Want, zo zeggen de regeringen, “zij zorgen voor werkgelegenheid.”

Dit maakt dat in 2014 een bedrijf als Apple 0,005 procent belastingen betaalde op zijn Europese winst. De Europese Commissie tikte Ierland al op de vingers voor het jarenlange voordeeltarief voor de Amerikaanse elektronicagigant en verplichtte het land de misgelopen inkomsten terug te eisen. Naar goede gewoonte – en zoals België dat ook deed met andere multinationals – verzet Ierland zich met hand en tand tegen de uitvoering van deze beslissing.

Winst voor aandeelhouders

Het maximaliseren van de uitkeringen (dividenden) aan de aandeelhouders van bedrijven lijkt de belangrijkste drijfveer in ons huidig economisch bestel. Dit betekent dat managers de kortetermijnwinst zo snel mogelijk opdrijven en dat een steeds groter deel van die winst aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd.

Elke euro die naar de aandeelhouders vloeit – zonder dat zij daar ook maar één minuut voor moeten werken – is een euro die niet gebruikt wordt om werknemers een beter loon uit te betalen, noch om bijkomend te investeren in uitbreiding van productie of dienstverlening.

Foute veronderstellingen

Armoede-organisatie Oxfam stelt dat de “economie voor de 1%” gebaseerd is op een reeks foutieve veronderstellingen. Die zijn ingebakken in de ideologie van het neoliberalisme, waarbij aanhangers ervan uitgaan dat rijkdom voor de elite als vanzelf zal neerdalen naar de rest van de bevolking.

Zo is er het idee dat “de markt altijd gelijk heeft en dat de rol van de overheid tot een minimum moet worden beperkt”. In werkelijkheid zien we dat “de markt” – dit abstract wezen – vaak ongelijk heeft. Als de (vrije) markt er niet in slaagt om basisgoederen en -diensten te voorzien voor een groot deel van de bevolking, dan is het aan de overheid om in te grijpen.

Neoliberalen zijn ervan overtuigd dat “grote ondernemingen te allen prijze hun winst en uitkeringen aan aandeelhouders moeten maximaliseren”. Dit is catastrofaal voor de rest van de bevolking en zet enorme druk op werknemers, landbouwers, consumenten, de samenleving en het milieu.

Binnen de neoliberale ideologie is de notie ‘bruto nationaal product’ dé belangrijkste indicator voor maatschappelijke vooruitgang en men streeft naar een maximale bnp-stijging. Dit is problematisch, want het bnp houdt helemaal geen rekening met, bijvoorbeeld, onbetaald werk, dat vooral door vrouwen wordt uitgevoerd; of met ongelijkheid. Een land kan een aanzienlijke stijging van het bnp waarnemen, maar toch het aantal armen zien toenemen.

“Het is allemaal relatief”

Deze ouderwetse, neoliberale recepten moeten we dringend afvoeren. We hebben een economie op mensenmaat nodig: een economie voor de 99% en niet voor de 1%. Voor onze beleidsmakers is het allemaal niet zo dringend. Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten zei in Humo dat er “op zich niets mis is met ongelijkheid.” Volgens Danny Pieters (N-VA) is armoede “een relatief begrip” geworden (Knack).

Nochtans is het voor een samenleving onontbeerlijk om actie te ondernemen tegen de schrijnende ongelijkheid. Enerzijds vanuit het oogpunt van kostenefficiëntie – als we daarmee de neoliberalen kunnen verleiden. Ongelijkheid en armoede leiden tot hogere kosten voor de maatschappij als geheel: lagere productiviteit, ziekte, criminaliteit, enzovoort.

Anderzijds vanuit moreel oogpunt: het is moreel immers niet te verantwoorden dat een kleine elite ervandoor gaat met zo veel rijkdom, terwijl de rest van de bevolking, de zogenaamde ‘99 procent’, berooid achterblijft. Het is moreel niet te rechtvaardigen dat in België de tien procent rijksten bijna de helft (44 procent) van het vermogen bezitten.

Aanbevelingen

Oxfam doet in haar rapport enkele aanbevelingen.

  • Overheden overal ter wereld moeten voor de meerderheid van de burgers werken. Hiervoor moeten ze naar iedereen luisteren, niet enkel naar captains of industry (bekende ondernemers/bedrijfsleiders) en lobbyisten. In plaats van onderling te concurreren moeten ze samenwerken om de ongelijkheid aan te pakken. Hiervoor beginnen ze best met de aanpak van belastingparadijzen.
  • Een economie op mensenmaat moet gedreven worden door hernieuwbare energie. Er zijn grenzen aan wat onze planeet dragen kan. Een overstap naar duurzaamheid is nú nodig. De overheid en het bedrijfsleven hebben hierin een cruciale rol te spelen.
  • Investeringen in publieke diensten zijn dringend nodig: openbaar vervoer, gezondheidszorg, water en elektriciteit, onderwijs en cultuur. Dit zijn geen prioriteiten voor de Belgische regering of de Europese Commissie, maar ze zijn onmisbaar voor een groot deel van de bevolking. Die openbare diensten zijn een belangrijk stuk koopkracht van de burgers.

Er is geld

“Maar dat kost toch allemaal vreselijk veel geld”, horen we de lezer al denken … Natuurlijk kost dit veel geld. Maar er ís ook heel veel geld. Het probleem is dat dat geld slecht verdeeld is. Om hieraan een einde te maken, hebben we in België – en bij uitbreiding in heel Europa – dringend nood aan een rechtvaardig belastingsysteem.

Eerlijke fiscaliteit maakt het mogelijk om te investeren in mens en maatschappij, in duurzame technologie, in openbare diensten, in degelijke leef- en werkomstandigheden en in natuur. Op pagina 9 doen we uit de doeken hoe wij een eerlijk belastingsysteem zien.

Hoe ziet eerlijke fiscaliteit eruit?

Het probleem met ongelijkheid is dat een steeds kleinere groep met een steeds groter deel van ‘de koek’ gaat lopen. Een fair belastingsysteem moet hier paal en perk aan stellen. Wij formuleren een aantal voorstellen.

Vermogenswinstbelasting

De CD&V ziet zichzelf graag als het ‘sociale gelaat’ van een rechtse regering met coalitiepartners N-VA, Open Vld, en MR aan Franstalige kant. Hiervan is tot nu toe niet veel in huis gekomen. Toen de discussie over de taxshift vorig jaar woedde, leek het alsof de CD&V de vermogenswinstbelasting als conditio sine qua non naar voren schoof. Die belasting – ook meerwaardebelasting genoemd – houdt in dat een aandeelhouder een klein stukje afstaat van de winst die hij maakt bij de verkoop van een aandeel.

De meerwaardebelasting zou een aalmoes opleveren in vergelijking met een stevige vermogensbelasting. Maar ze kwam er niet. De CD&V ging plat op de buik.

Vermogensbelasting

In 2015 steeg het aantal dollarmiljonairs met 6.000 tot een totaal van 108.800. Rijkdom creëert rijkdom. Dat lezen we in Kapitaal in de 21ste eeuw van de Franse econoom Thomas Piketty. De rijken zijn vooral rijk door de voorsprong waarmee ze aan de start komen. Vermogen groeit gemakkelijk aan, terwijl inkomens uit arbeid nauwelijks stijgen. Piketty schuift een vermogensbelasting naar voren om de ongelijkheid aan te pakken. Dit zou kunnen bestaan uit het heffen van een jaarlijkse belasting van 1 tot 3 procent op het vermogen van de Belgische multimiljonairs.

Hiervoor is natuurlijk een vermogenskadaster nodig, om te weten wie precies wat bezit. Het hoeft niet te verbazen dat de politieke wil hiervoor bij de federale coalitiepartners volledig ontbreekt.

De overheid wil heel wat over de bevolking weten en diezelfde bevolking – zeker de minder gegoede klasse – wordt voortdurend gecontroleerd. Is de zieke wel echt ziek? Doet de werkzoekende wel genoeg moeite om werk te vinden? Maar als een vermogenskadaster ter sprake komt, dan schermt de regering plots met allerlei doembeelden over big brother.

Een vermogensbelasting voor superrijken moet bijdragen tot investeringen in openbare diensten en infrastructuur en tot de financiering van onze sociale zekerheid.

Tobintaks

Een Tobintaks of Financiële Transactietaks (FTT) is, zoals de naam zegt, een belasting op financiële transacties. Het idee is dat er voor elke beurstransactie een kleine taks wordt betaald, bijvoorbeeld van 0,1 procent. De kleine belegger voelt hier helemaal niets van, want het gaat hooguit om enkele euro’s.

Institutionele beleggers, zoals hefboomfondsen, verrichten echter soms honderden transacties per minuut – het zogenaamde flitskapitaal – en versluizen enorme sommen geld van de ene plek naar de andere binnen een zéér korte termijn. Een Tobintaks zou deze speculatie indammen en bovendien een paar honderd miljard euro per jaar opleveren. Een meerderheid van onze landgenoten is voorstander van de FTT, de grootste partij van het land, de N-VA, is fervent tegenstander.

België ligt al langer dwars in dit dossier, waarover binnen een groep van tien eurolanden al bijna drie jaar onderhandeld wordt. Vorige week lazen we nog in De Standaard dat België, bij monde van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA), eist dat er plots nog twee landen aan tafel moeten bijschuiven, zijnde Nederland en Luxemburg. Dit legt volgens 11.11.11 een “bom onder het politieke traject dat tot vandaag is afgelegd.”

De tegenstanders van zowel de Tobintaks als de vermogens(winst)belasting schermen met het argument van de ‘sparende middenklasse’. “Iemand die zijn hele leven gewerkt, gespaard en een beetje belegd heeft, mogen we toch niet raken.” Maar dit argument snijdt geen hout. Er zijn voldoende mechanismen beschikbaar om de kleine spaarder en belegger te beschermen.

De vermogensbelasting zou, bijvoorbeeld, pas gelden voor vermogens vanaf één miljoen euro bovenop de waarde van de gezinswoning. De Tobintaks gaat over zulke minuscule bedragen dat enkel zeer grote beleggers hier iets van zouden voelen, en dan nog … Een vermogenswinstbelasting of meerwaardetaks zou pas ingaan vanaf een bepaalde drempel om de kleine belegger niet te raken, zoals dat nu al het geval is bij de roerende voorheffing op spaargeld.

Globalisering van inkomens

Dit valt kort samen te vatten onder als “nen euro is nen euro”. Het is niet te rechtvaardigen dat bepaalde inkomsten (zoals die uit kapitaal) minder belast worden dan andere (zoals die uit arbeid). Elke verdiende euro moet op een billijke manier belast worden tegen een progressief tarief.

We hadden gehoopt dat de regering de discussie rond de taxshift zou aangrijpen om hiervan eindelijk werk te maken. Ons optimisme was misplaatst. De sociale zekerheidsbijdrage voor werkgevers ging fors naar beneden, de werknemers blijven met de kruimels achter en krijgen langs links en rechts hogere facturen voorgeschoteld. De CD&V houdt het intussen bij een vaag pleidooi voor een duale inkomstenbelasting, waarbij ze het onderscheid blijft maken tussen inkomens uit arbeid (progressief belasten) en inkomsten uit kapitaal (vast tarief).

Afschaffing notionele interestaftrek

Het systeem van notionele interestaftrek bestaat ondertussen een jaar of tien. Het houdt in dat ondernemingen – dikwijls multinationals – hun eigen vermogen als lening bij de belastingen kunnen inbrengen. Dat betekent dat er ‘fictieve interesten’ aan gekoppeld zijn, die dan van de belastbare winst worden afgetrokken.

Dit is fiscale hocus-pocus van de bovenste plank en kostte ons land al ongeveer 40 miljard euro aan belastinginkomsten. Het systeem zorgde er mee voor dat staalreus ArcelorMittal in 2009 een schamele 496 euro – je leest het goed – belastingen betaalde op een winst van meer dan één miljard. Dit is minder dan wat een doorsnee werknemer iedere maand afstaat aan de fiscus.

Voorstanders beweren dat het systeem goed is voor de werkgelegenheid. In het geval van ArcelorMittal is dat een zeer cynische bewering.

Strijd tegen fiscale fraude

Als fiscale achterpoortjes in de wetgeving gedicht worden, kan de belastingadministratie zich eindelijk concentreren op grootschalige fiscale fraude. Hiervoor moet de regering natuurlijk wel investeren in de werking, het personeel. Een belastingcontroleur brengt volgens parlementslid Kristof Calvo (Groen) tien keer meer op dan hij kost. “Dat bewijst dat de besparing op de overheidsdiensten een domme maatregel is. In plaats van nieuwe belastingen uit te vinden, zou de regering de huidige beter deftig innen.”

Een performante Federale Overheidsdienst Financiën is onontbeerlijk in de strijd tegen fiscale fraude. Sinds 2010 werden 2.100 personeelsleden op de dienst niet meer vervangen, bijna allemaal medewerkers van de controlediensten.

Eerlijke fiscaliteit is geen utopie. Met een gezonde dosis politieke wil is het absoluut mogelijk om iedereen eerlijk te laten bijdragen aan onze samenleving en de enorme kloof tussen arm en rijk te verkleinen. We blijven eisen dat de regering op korte termijn werk maakt van de invoering van een meerwaardebelasting op hetzelfde moment als ze de vennootschapsbelasting hervormt. Deze hervorming mag wat ons betreft in elk geval geen verlies aan overheidsinkomsten met zich meebrengen, wel integendeel.

Ook bedrijven, en dan vooral de grote, moeten hun bijdrage leveren aan de overheidsinkomsten, waar ze overigens in grote mate van meegenieten. In onze jaarlijkse sociaal-economische barometer tonen we aan dat de bedrijven minder bijdragen aan belastingen dan ze ontvangen aan bijdrageverminderingen en fiscale tegemoetkomingen.

Deze bijdrage verscheen eerder in De Nieuwe Werker, het ledenblad van het ABVV.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!