Opinie -

Een politieke partij als een ‘vehikel’

PVDA-voorzitter Peter Mertens bijt in zijn recente opiniestuk in de Knack terecht van zich af wanneer hij en zijn partij voor de zoveelste keer in de hoek worden gezet van extremistische ideologieën uit het verleden. Het kan inderdaad niet anders dan dat het toenemende succes van de partij daar iets mee te maken heeft. Nochtans hoeft Peter zich in principe niet te (blijven) verlagen tot dergelijke discussies …

donderdag 5 januari 2017 14:12
Spread the love

Men vergeet heel graag dat een partij een verhikel is, een middel, om een bepaald doel mee te bereiken. Dat doel is uiteraard een andere, betere maatschappij. Voor de mens, voor de natuur. Voor komende generaties.

Voor de gevestigde politieke klasse moet het een ongemakkelijke waarheid zijn, te weten dat hun neoliberalisme, dat dag op dag overal zijn eigen failliet bewijst, gecounterd wordt door aantrekkelijke ideeën, en wel uit de mond van berhoorlijk verschillende stemmen ter linkerzijde. Van een sociaaldemocratische Amerikaanse presidentskandidaat als Bernie Sanders, tot oersocialist Jeremy Corbyn. Van linkse regenboogcoalities zoals het Griekse Syriza en het Spaanse Podemos, tot radicaallinkse partijen als de PVDA bij ons.

De ideeën zijn nochtans niet extremistisch. Verre van. Het is opvallend hoe ik, een socialist – tevens ex-sp.a’er – op online fora elementaire mensenrechten moet verdedigen tegen liberalen, nationalisten tot zelfs gematigde sociaaldemocraten. Het bewijst voor mij vooral hoe ver het politieke centrum naar rechts is opgeschoven. Als je dan met een ‘radicaal idee’ als ‘iedereen heeft recht op een dak boven zijn hoofd’, of ‘iedereen heeft recht op een degelijke job’ afkomt, word je al gauw weggezet als een ‘communist’. Terwijl je eigenlijk uit het Universele Verdrag van de Rechten van de Mens aan het citeren bent.

Een en ander doet mij denken aan de scheldtirades van onder andere Hillary Clinton en de verzamelde commerciële media aan het adres van Bernie Sanders. Van Sanders leren we dat het mogelijk is om én met interesse naar Cuba en Nicaragua te trekken om er iets op te steken, én om het beleid van de wel héél ver naar rechts opgeschoven Democraten op de korrel te nemen, én electoraal succes te boeken bij díe mensen waar betrokkenheid bij de politiek het verst te zoeken is: bij de jeugd, bij minderheden, bij de werkende klasse.

Waarom die achterhoedegevechten?

De vraag die mij daarom rest is: waarom? Waarom blijft men dergelijke achterhoedegevechtjes voeren? (Natúúrlijk is dit een retorische vraag … ik wéét wel waarom; zie mijn eerste paragraaf.) De PVDA formuleert een duidelijke visie, een visie van vrede, solidariteit, gelijkheid en rechtvaardigheid … ideeën, stuk voor stuk, die mensen aantrekken. Bewijze de groeiende kiezers- en ledenaantallen. Denken criticasters als Maarten Boudry en Bart De Wever nu echt dat deze potentiële kiezers en nieuwe leden op telkens weer méér ‘excuses’ en ‘verklaringen’ van Peter Mertens wachten?

Het alternatief dat overblijft wanneer er geen strijdbare progressieve ideeën meer zijn om voor te vechten, is populistisch rechts. Binnenkort is er Trump om te bewijzen wat dit gaat inhouden. Ook in Europa staan de rechtse populisten aan de poorten te kloppen om hun racistische boodschap uit te dragen en de wereld nóg meer in onzekerheid te storten.

De achterhoedediscussies zijn wanhopige, voorspelbare anachronismen in een wereld die gevaarlijk dicht bij een sociale en ecologische afgrond staat. Gelukkig zetten respectabele lui als John Crombez moedige stappen om een frontvorming op links mogelijk te maken, en dit zal uiteraard nóg meer (ex-)sp.a’ers, ecologisten, radicaal linksen en politiek ontvoogden samenbrengen rond dit ene doel: bouwen aan een betere maatschappij.

Peter Mertens heeft geen tijd meer voor achterhoedegevechten. Jeremy Corbyn ook niet. Bernie Sanders ook niet. En mensen die het meest te verliezen hebben in deze onzekere tijden nog minder.

take down
the paywall
steun ons nu!