(bron: united4socialchange.com)
Wereld, Politiek, Artikels -

Portret van een land dat geen land is (en dat Trump terug op de wereldkaart heeft getweet)

Vier jaar en nog wat maanden woonde ik in China. Daarna nam ik de boot naar het eiland Taiwan, dat ik enkel van naam en reputatie kende. Weinig Europeanen weten wat Taiwan is. Een portret, door mijn ogen, van een land dat geen land is. En dat een roekeloze Trump in het wereldnieuws heeft getweet. Als een bom.

dinsdag 13 december 2016 18:06
Spread the love

Op de trein van Chongqing naar Guangzhou, een rit van 30 uur, zei mijnheer Zhang, een man van eind de dertig: “Ik zal de eenmaking van Taiwan met China nog meemaken in mijn leven. Ik heb er een goed oog op.” Hij glunderde.

            Een klein jaar later scheepte ik in Xiamen op de boot naar Kinmen, een betwist eiland tussen Taiwan en China.

            “Welkom in Taiwan,” zei de douanier, en hij zette een stempel in mijn paspoort.

            De uitbater van mijn hotelletje zei: “Beter niet naar de stranden gaan hier, want die liggen nog vol landmijnen van de oorlog met de communisten.” Ze raadde mij wel aan een keukenmes te kopen in Kinmen. Gemaakt van oude bomhulzen.

            “Maken jullie je eten klaar met messen gemaakt van de bommen die de Chinese communisten op Kinmen gegooid hebben?”

            Ze knikte. Ze grijnsde.

            Ik was van plan een week of twee in Taiwan te blijven. Daarna zou ik me misschien in Hongkong vestigen. Hongkong. Neonlicht. Toast met pindakaas. Leek me romantisch.

            Het was december en ik zat notities te maken aan het publieke zwembad van Zhongshan, een district in Taipei. Dat zwembad waar er vooral bejaarden gaan. Tien fitte baantjes trekken en uitzweten in de sauna.

            Mijn haar was nog nat toen er een jonge vrouw aan mijn tafeltje kwam zitten. (Tafeltjes in Taiwan deel je met mensen die je niet kent.) Na enkele minuten keek ze op van haar boek. Ze zei:

            “Forgive me for being curious, but may I ask what you are writing?”

            Ik zei: “A book.”

            “A book about what?”

            “A book about the Mainland.”

            “Wich mainland?”

            “The Mainland of China.”

            “Hét Vasteland van China?”

            “Ja, wat anders?”

            “China natuurlijk. Gewoon China.”

            “Oh,” zei ik, “ik dacht dat het ‘Vasteland van China’ de politiek correcte term was hier in Taiwan.”

            En ze zei: “Heb jij wel hersenen in je kop?”

            Ik keek haar verbaasd aan. Ik was er altijd van overtuigd geweest dat het inderdaad hersens waren die in mijn kop zaten.

            “Wanneer je ‘vasteland’ zegt,” zei ze, “zeg je ‘eiland’. Wanneer je eiland zegt, dan zeg je Taiwan. Zeg je dat China uit een vasteland én een eiland bestaat, dan zeg je dat Taiwan Chinees is. Taiwan en Hongkong.”

            Het was opnieuw een van die momenten waarop alles wat je dacht te weten nonsens bleek. Ik had vier jaar in China gewoond, had er de taal geleerd, en bijna elke week was er een brokstuk gevallen van het antieke gebouw van mijn Westerse opvoeding.

            Ik had ooit mijn valiezen genomen in Brussel met het idee: wil je iets van het Europese continent begrijpen, dan moet je naar het minst Westerse land ter wereld gaan. Ik overwoog Iran. Afghanistan. India. Maar altijd waren er wel ergens culturele banden. China was de enige optie.

            En nu besefte ik: wil ik iets van China begrijpen, dan moet ik een tijd lang in Taiwan gaan wonen.

            Dus ik bleef in Taiwan. Zocht een kamer. En ben hier nu anderhalf jaar.

Ik vroeg de jonge vrouw wat ze aan het lezen was. Il Principe. Van Machiavelli. Ik slikte. Lezen mensen dat dan? Ze zei dat ze politica wilde worden. Internationale politiek. Ze keek me vol verwachting aan. Ik keek haar vol verwachting terug aan.

            “Jewrouhn!” riep ze (niet zelden worden mensen buiten de Nederlandstalige gebieden op onze planeet geconfronteerd met de beperkingen van hun tongspieren bij het uitspreken van mijn naam). “Wat weet jij eigenlijk?”

            Ik zweeg.

            “Kijk,” zei ze, “kijk naar mij.”

            Ik keek naar haar.

            “Ik spreek vloeiend Mandarijn en Cantonees, Engels en Frans.”

            Ze begon Cantonees te spreken, Frans, en Mandarijn. Het vloeide.

            “Ik studeer internationale politiek aan de beste universiteit van Taiwan. Ik behoor, in alle bescheidenheid, tot de elite van dit land. Ik heb álles om het te schoppen tot in de VN.”

            Ik knikte.

            “Maar Taiwan mág niet in de VN. Taiwan wordt internationaal niet erkend. Door landen als het jouwe. En door Frankrijk, Duitsland, Engeland, de VS. Taiwan is een land dat geen land is.”

In die dagen nam ik elke dag de metro naar Chiang Kai-shek Memorial Hall. Van daar liep ik naar de Centrale Bibliotheek van Taipei. Las de geschiedenis van China, de geschiedenis van Hongkong, de geschiedenis van Taiwan.

Ik zal het kort houden, beloofd, maar het is noodzakelijk:

  1. Sun Yat-sen werpt de laatste dynastie van China omver. Het systeem dat duizenden jaren oud is, kantelt. Sun, die overal ter wereld contacten onderhoudt, introduceert de moderne tijden in China. In 1912 roept hij de Kuomintang uit, ofwel de ‘Nationalistische Partij’. Sun sterft in 1925 en Chiang Kai-shek, een hevige anti-communist, wordt leider van de Kuomintang.

            De jaren ’30. Japan neemt grote delen van China in. Mantsjoerije. De Verkrachting van Nanjing.

            ’45. Hiroshima, Nagasaki. Japan trekt zich onvoorwaardelijk terug uit het China van Chiang Kai-shek, gesteund door de VS.

            De Nationalisten zijn uitgeput van een lange oorlog tegen Japan in het noordoosten van China. Ondertussen begint Mao Zedong aan de Lange Mars, een voettocht van duizenden kilometer door de bergen in het centrum van het land, met 130.000 boerenzonen, de eerste Maoïsten.

            Mao begint de burgeroorlog tegen de troepen van Chiang Kai-shek.

            ’49. Op het Plein van de Hemelse Vrede roept Mao Zedong in zijn dikke dialect van Hunan de Volksrepubliek van China uit.

            Chiang Kai-shek en zijn twee miljoen manschappen wachtte niets dan de dood, samen met de culturele elite en de rijken van het land. Hongkong is een uitweg. Maar Hongkong is nog in handen van de Engelsen. Taiwan is een beter alternatief.

            Chiang vestigt zich in Taipei. Taiwan wordt de Republiek China. De Verenigde Staten helpen hem zijn macht te behouden. Ze blijven het leger van Taiwan sponsoren, in de hoop ooit China te kunnen heroveren op de communisten. Het is de Koude Oorlog. In de Verenigde Naties zetelt Taipei als vertegenwoordiger van China.

            Ondertussen voert in China Mao Zedong zijn beruchte vijfjarenplannen uit. De Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie putten China financieel en moreel uit. Miljoenen mensen sterven.

            ’76. Mao sterft.

            ’79. Deng Xiaoping, de nieuwe leider van de Volksrepubliek, zegt: “We openen de deuren van China naar de wereld.” Hij voert het “socialisme met Chinese karakteristieken” in. China biedt rijke landen gratis infrastructuur en goedkope werkkrachten aan, in ruil voor kennis en technologie.

            Westerse bedrijven zijn er als de kippen bij. Made in China vindt snel zijn weg naar Westerse woonkamers. Televisietoestellen, pyjama’s, klokken, wc-brillen. Typemachines, toetsenborden, de iPhone 6. De globalisatie.

            Deng had één voorwaarde: de internationale gemeenschap moest Peking erkennen als hoofdstad van China en Taipei vergeten. Peking komt in de plaats van Taipei in de Veiligheidsraad van de VN. Protest uit Taipei heeft geen baat.

            Een handvol landen is Taipei bevriend gebleven. Kiribati, Nauru, Palau, Saint Kitts en Nevis. Ja, dat zijn landen. Ook Vaticaanstad is een vriend van Taiwan. (In Taiwan wonen er veel katholieken. In China ook, maar daar moeten priesters zweren dat boven God de leider van de Communistische Partij staat).

            In de jaren ’80 komen de Taiwanezen op straat. Revolutie. Politieke omwentelingen. Mensen steken zichzelf in brand. Mensen worden vermoord. De democratie wordt een feit. En een economisch wonder doet zich voor. Taiwan, samen met Hongkong, Singapore en Zuid-Korea, wordt één van de vier Aziatische Tijgers. In Taipei bouwt men de op dat moment hoogste toren ter wereld. In dit land dat geen land is.

Ik ga wat eten met de jonge vrouw, die ik vanaf dan de Principe zal noemen. Ze zegt: “Zie je hoe hypocriet het Westen is? Altijd maar staan roepen over mensenrechten en democratie. Maar uiteindelijk heeft het Westen maar één waarde, en dat is geld. Net zoals China.”

Later zal ik het contact met haar verliezen. Maar Taipei is me blijven intrigeren. Vorige week was ik op de 5th Taiwan International Video Art Exhibition. Ik zag er een video van Jun Yang, een kunstenaar gevestigd in Wenen, Taipei en Yokohama. A Short-Story on Forgetting and Remembering is een portret van Taipei. “De lelijkste stad ter wereld,” noemt Jun Yang deze plaats in zijn film. “Gebouwd voor het hier en nu, pragmatisch, zonder visie voor de toekomst.” (Bekijk de film hier: https://vimeo.com/93886545).)

“Er is geen toekomst voor mensen als ik in dit land,” had de jonge vrouw gezegd. “Er is amper een toekomst voor dit land. Ik ben radeloos.”

En mijnheer Zhang, mijn reisgezel op de trein door China, hoor ik nog zeggen: “Taiwanezen moeten niet zo koppig zijn. Taiwan is net zoals Tibet en Xinjiang onbetwistbaar Chinees grondgebied.”

En toen, op 3 december 2016, belde Donald Trump met Tsai Ying-wen. Trump, de multimiljonair. De ultrakapitalist. De vastgoedcowboy. Hij noemde de president een president. Hij noemde Taiwan Taiwan. Hij gaf dit land een naam, als eerste Westerse macht, in veertig jaar.

            Voor velen is Trump het einde van de democratie. Niet zo voor Taiwan. 

Update van 14 december: Mijn conclusie van vorige week bleek – uiteraard – voorbarig en naïef. Trump liet enkele dagen geleden weten dat hij het één-China-principe niet hoeft te erkennen. China antwoordt dat het op die manier geen banden hoeft te onderhouden met de VS. China stuurt een vliegtuig over de Zuid-Chinese Zee dat een atoombom kan dragen.  

Nieuwe conclusie: Niet enkel China, maar net zo goed de VS verachten Taiwan. The Economist schreef: China zal Trump laten kiezen, en Trump zal voor China kiezen. Trump ís het einde van de democratie. 

Taiwan is een land dat geen land is. En geen land kan zijn. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!