Sinds 2005 namen de woningprijzen in Vlaanderen toe met meer dan 60 procent. Raakt onze vastgoedmarkt overgewaardeerd? Vanuit verschillende internationale hoeken klikt die roep steeds luider.
Sinds 2005 is er een structurele kloof tussen de prijzen waartegen eigenaars hun woningen verkopen, en de leencapaciteit (het totale bedrag dat bijvoorbeeld gezinnen besteden aan het kopen van een woning) . Op basis hiervan besluiten verschillende internationale organisaties dat de vastgoedmarkt in Vlaanderen overgewaardeerd is.
Ze hielden wel geen rekening met de introductie van de woonbonus in 2005, die het fiscaal voordeliger maakt een woning te kopen. Door fiscaal te gaan optimaliseren, kunnen gezinnen langere leningen aangaan. Wordt het effect van de woonbonus in rekening gebracht, dan is er dus geen structurele overwaardering. Dit betekent echter niet dat de prijzen waartegen eigenaars hun woningen verkopen niet kunnen afnemen. Die evolutie is afhankelijk van alle factoren die de leencapaciteit bepalen. Een daling van de rentevoet heeft dus een belangrijke impact op de gestegen leencapaciteit en bijgevolg ook op de prijzen waartegen eigenaars hun woningen verkopen.