Een jaar geleden, 13 november 2016, slaan de terroristen medogenloos toe in Parijs. Het was het begin van een nieuwe golf van terreur en angst die tot op vandaag voortduurt. Op 9 november 2016 koos Amerika Donald Trump tot president. Michael Moore noemt hem:’een ellendige, onwetende, gevaarlijke deeltijdse clown en voltijdse sociopaat’. Wat leren ons nieuwe inzichten in neurowetenschap en evolutionaire psychologie over deze deprimerende gebeurtenissen?
Waarom gebruikt IS zoveel gruwel?
En brengt ze die bovendien o.a. via sociale media zo groots mogelijk in beeld? Onthoofdingen door de keel over te snijden, kan het nog angstaanjagender en opzichtelijker? Slachtoffers over de straat sleuren, vrouwen tot de dood stenigen, homo’s van gebouwen gooien, kinderen indoctrineren tot zelfmoordterroristen, mensen levend verbranden of een gruwelijke verdrinkingsdood aandoen. Allemaal in ware Hollywood-stijl, onder het oog van meerdere camera’s en het gebruik van close-up beelden. De meest afgrijselijk vernietigende bommen als blind geweld op totaal onschuldige mensen laten ontploffen, vrouwen, kinderen, ouderen incluis, en liefst zo veel mogelijk. Dat past in de geraffineerde psychologische oorlogsvoering van IS. Zij spelen hiermee in op de bij de mens evolutionair ingeslepen afkeer voor geweld, gruwel, kwetsen of doden van een ander mens. In de experimentele psychologie is dit uitvoerig aangetoond over verschillende culturen heen. De mens heeft een natuurlijke emotionele afkeer van zelf anderen pijn te moeten doen, te kwetsen of te doden. Die afkeer is des te sterker wanneer hij dat met zijn eigen handen of face to face zou moeten doen.
IS wil met haar gruwel juist die natuurlijke emotionele afkeer voor gruwel bij ons aanwakkeren om nog meer angst, intimidatie, haat en afschuw, vooral tegen moslims uit te lokken. Voorwaarde daartoe is dat er bij ons dan ook krachten actief zijn die de hele moslimgemeenschap hiermee stigmatiseren zodat wij daarin zouden trappen. De grootste frustratie van IS is immers dat al de moslims in die gebieden waar ze hun oorlog voeren niet naar hun Kalifaat vluchten. De grote meerderheid zit gevangen in de vluchtelingenkampen in de regio, een kleine minderheid kan verder vluchten naar Europa. Racisme, discriminatie, angst en terreur moeten het leven van die vluchtelingen ondraaglijk maken. Dat allemaal uitlokken of versterken speelt dus in de kaart van IS.
IS wil jonge moslims indoctrineren met een wij–tegen-zij voelen en denken
IS wil jonge moslims indoctrineren met een wij–tegen-zij voelen en denken. Het vormt de kern van hun radicalisering en recruteringsstrategie. Neurowetenschappen laten zien dat onze hersenen in het evolutionair jongste deel minstens tien neurologische circuits bezitten die geassocieerd zijn met empathie. Maar mensen zijn ook in staat om die circuits voor empathie uit te schakelen. Dan komt het onderliggende reptielenbrein van blinde agressie en geweld naar boven. Het manipuleren van een evolutionair ingeslepen groepsgevoel tot een wij-tegen-zij voelen en denken is het belangrijkste mechanisme dat deze empathiecircuits uitschakelt. Men ontmenselijkt de andere, men ziet de anderen als objecten, of men ziet de anderen als een bedreiging. Daarvoor worden walgingsgevoelens bewust en wetenschappelijk uitgekiend opgeroepen: de nazi’s gebruikten het beeld van joden als ‘ziekte verspreidende ratten’, de extremistische Hutu-radio Mille Collines tijdens de Rwandese genocide gebruikte het beeld van ‘kakkerlakken’ voor de Tutsi’s die moesten uitgemoord worden, op de BBC noemde een Brits parlementslid de vluchtelingen in Calais eveneens ‘kakkerlakken’ die Engeland absoluut niet mochten binnendringen, IS brengt het beeld van ‘ongelovige honden’ voor al wie zich niet schikt naar hun Kalifaat of hun Salafistische interpretatie van de Islam … Dit heeft opnieuw als gevolg dat wie in het Westen eveneens inspeelt op dat soort van wij–tegen-zij voelen en denken, wie hier de haat, de polarisatie en verdeeldheid mee aanwakkert, objectief in de kaart van de terreurbeweging speelt.
Wie in het Westen inspeelt op dat soort van wij–tegen-zij voelen en denken, wie hier de haat, de polarisatie en verdeeldheid mee aanwakkert, speelt objectief in de kaart van de terreurbeweging
‘Haat is een veel sterkere motivator dan liefde’
Dit soort van politiek is ook de rode draad in de campagne die Donald Trump voerde. De Financial Times (22/8/2016) maakte bekend dat Trump zijn beste vriend en belangrijkste communicatie-adviseur als leidmotief heeft dat ‘haat een veel sterkere motivator is dan liefde’. Trump noemde bijvoorbeeld systematisch Mexicaanse immigranten ‘potentiële verkrachters’.
Dichter bij huis zien we een gelijkaardige politieke strategie wanneer een minister van binnenlandse zaken de onwaarheid verspreidde dat “een significant deel van de moslims vreugde dansen uitvoerden na de aanslagen in Parijs”. Of wanneer een voorzitster van het Antwerps OCMW, die nu ook minister is, zomaar in de GVA kon verklaren dat in Antwerpen mensen zonder papieren “voor het verwijderen van een schoonheidsvlek of een borstverkleining hun ingreep laten betalen door het OCMW”(GVA 27/12/2013), eveneens een klinkklare leugen. Haar daden waren juist het tegenovergestelde, het weigeren van medische bijstand aan zwangeren zonder papieren. Dat kan ikzelf getuigen, want ik heb als OCMW-raadslid in die periode alle dossiers voor medische hulp aan mensen zonder papieren in mijn handen gehad. Bij de helft van de kwetsbare zwangeren werd zelfs medische hulp geweigerd. Het meest gebruikte argument voor die weigering luidde: “onvoldoende medewerking aan het sociaal onderzoek”. Bij dit sociaal onderzoek werd bijvoorbeeld geëist dat de medebewoners van die zwangere vrouwen hun inkomsten en belastingsaangiften moesten bekend maken. Natuurlijk is dat iets dat die mensen die leven in de illegaliteit niet kunnen of niet durven doen. Of wanneer de burgemeester van mijn stad doet, die alle vijf voeten met stigmatiserende, beledigende of vernederende uitspraken in het nieuws komt zoals bijvoorbeeld zijn uitspraak over de Berbers: ‘Men kan niet ontkennen dat er reële problemen zijn met bepaalde bevolkingsgroepen, mensen van Noord-Afrikaanse afkomst, vooral de Marokkaanse gemeenschap en vooral Berbers. Dat zijn zeer gesloten gemeenschappen, met een wantrouwen tegenover de overheid.’ Of zijn uitspraak n.a.v. de bourkini-hysterie: ‘Vroeger mocht een moslima in een tentje aan het strand zitten. Nu mag ze dat aantrekken.’ Het is precies die stigmatisering en vernedering van Islamitische bevolkingsgroepen wat IS graag wil, want ze radicaliseert nog meer ontsporende jongeren en drijft hen in handen van de terreurbeweging. Het leidt tot meer racisme, haat en geweld tegen moslim vluchtelingen en migranten die het Westen verkiezen boven het IS Kalifaat.
Framing
De hierboven aangehaalde politici beheersen en hanteren hiervoor wat framing genoemd wordt in de literatuur. Dit is een overtuigingstechniek in de communicatie waarbij emoties, mens- en wereldbeelden worden gekaderd, met al of niet correcte voorbeelden. Framing werkt omdat onze hersenen ook werken met beelden en metaforen. Onder het mom van wat zijzelf ‘het buikgevoel van de man in de straat vertolken’ noemen, werken de hierboven geciteerde politici mee aan het versterken van dit soort asociaal buikgevoel van polarisering, haat en angst.
Het buikgevoel van Donald Trump tegenover dat van Bernie Sanders
De grofheid waarmee Donald Trump zijn verkiezingscampagne voerde verwekt afkeer bij brede lagen van de bevolking, tenminste in Europa. In de VS sprak hij vele kiezers aan op hun afkeer van het establishment. Hillary Clinton was de Wall-Street kandidaat en onbekwaam om daar tegengewicht aan te geven. Bernie Sanders zou een veel betere kandidaat geweest zijn om Donald Trump van antwoord te dienen. In meerdere polls dicht bij de verkiezingen lag Sanders in tegenstelling tot Clinton mijlen voor op Trump. Bernie Sanders spreekt voortdurend over empathie, solidariteit en samenwerking. Bernie Sanders is immens populair bij het gewone Amerikaanse volk, en zelfs bij een zeer belangrijk deel van het kiezerspubliek van Donald Trump. Ook hij speelt in op een buikgevoel, maar dat is tegengesteld aan wat Trump voor heeft. Sanders weet het wij-tegen-zij voelen en denken onder de mensen van main street, de man of de vrouw in de straat, te doen keren in een zij-zoals-wij voelen en denken. Het valse wij-tegen-zij in main street keert hij om in het echte wij-tegen-zij van Wall Street. Als geen ander weet Sanders main street te overtuigen dat de echte breuklijnen in de samenleving niet liggen tussen hen en de mensen nog meer onderaan de sociale ladder. Nee, de echte breuklijn ligt tussen de 99 procent en de 1 procent rijkste graaiers, die alle macht en rijkdom bezitten, aldus Sanders.
Van wij-tegen-zij naar zij-zoals-wij
Ook bij ons zijn er supersamenwerkers volgens de filosofie van Bernie Sanders.
Martin Heylen trok voor zijn TV-reeks ‘Terug naar eigen land’ met een aantal bekende Vlamingen naar vluchtelingen in het Midden-Oosten en in Afrika. Dit TV-programma heeft veel meer begrip en empathie voor de vluchtelingen bij het brede Vlaamse publiek teweeggebracht dan eender welk ander initiatief. We konden zien hoe zelfs bij Veroniek Dewinter, zelf een hardnekkige Vlaams Belang aanhangster en bij Zuhal Demir, hun diepmenselijke ervaring door het persoonlijk, nabije, kortom menselijke contact met die vluchtelingen schrijnend in conflict kwam met hun cognitief wij-tegen-zij denken. Dat programma was een prachtige toepassing van de wetenschap uit De Supersamenwerker. Margriet Hermans was door die persoonlijke ervaring sterk aangedaan en veranderd. “Na mijn thuiskomst heb ik ’s nacht minstens drie weken wakker geleden. De schrijnende toestanden bleven me maar achtervolgen.” Na de reis engageert Margriet Hermans zich en toert ze rond om meer begrip en empathie voor de vluchtelingen te bekomen.
Mijn collega dokter voor het volk Leen Vermeulen leeft en werkt al 17 jaar lang met haar gezin met vier kinderen in hartje Molenbeek. In een opmerkelijke opiniebijdrage ‘Waarom het in Molenbeek goed wonen is’ beschreef ze het schitterende en diepmenselijke van het leven in deze door de media en bepaalde politici zo verguisde gemeente.
Zopas hebben wij ook een fijne ervaring gehad van hoe het wij-tegen-zij denken en voelen bij onze patiënten omslaat in een zij-zoals-wij denken en voelen, wanneer de mensen van nabij met moslims in contact komen. Voor het eerst werkt een moslima met hoofddoek als huisartse in beroepsopleiding in onze groepspraktijk. Dat is niet zo vanzelfsprekend in ons district Deurne waar het Vlaams Belang nog een monsterscore van 44 procent behaalde bij de districtsverkiezingen van 2006. Maar het valt honderd procent mee. Je hoort dan van die grappige opmerkingen van patiënten zoals “zie je wel dat er bij hen ook slimme mensen zijn” of “amaai, ga spreekt goe Vloams”. We hebben nog geen enkele negatieve opmerking gehoord, integendeel dokter Aicha wordt meer en meer geliefd, ook bij onze niet-moslim patiënten.
De gouden regel van de moraal
Onze hersenen zijn zo geprogrammeerd dat ze de bekwaamheid om het perspectief van de andere in te nemen spontaan en onbewust activeren. Verschillende neurologische mechanismen zitten in ons menselijk brein ingebakken waardoor we de neiging hebben anderen te behandelen zoals we zelf willen behandeld worden. Dit wordt de gouden regel genoemd: ‘behandel anderen zoals jij door hen behandeld wil worden’ of in negatieve zin ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet’. Deze regel komt bij de meeste godsdiensten of levenshoudingen op één of andere manier en over alle culturen aan bod. Dit mechanisme werkt het sterkste wanneer we met de ander nabij of persoonlijk contact hebben, wanneer we de ander als persoon en als mens kunnen zien, voelen of beleven.
Waar dat sommige politici vandaag de angst voor terreur proberen te misbruiken om ieder engagement voor meer solidariteit, ieder verzet tegen toenemend racisme, discriminatie, uitsluiting of uitbuiting ademloos te maken, wil De Supersamenwerker vanuit nieuwe inzichten in de neurowetenschappen en evolutionaire psychologie zuurstof geven als tegengif.