Een nakende invasie?
Dat doen de Cubanen niet voor hun plezier. Het land gaat nog steeds gebukt onder een zekere dreiging. Vanaf de eerste maanden na de revolutie in 1959 werd het eiland getrakteerd op tientallen terreuraanslagen. Die viseerden warenhuizen, hotels en andere publieke gebouwen. In 1976 werd een lijnvliegtuig in volle vlucht tot ontploffing gebracht. Eind de jaren negentig was er een nieuwe opflakkering van dergelijke bomaanslagen. In totaal kwamen daarbij meer dan 3.000 mensen om het leven.
Er was ook rechtstreekse dreiging van militaire interventie. In 1961 was er de invasie van de Varkensbaai en onder het presidentschap van Bush waren er concrete plannen om in april 2003 na Bagdad ook Havanna te “bevrijden”. Uiteindelijk zagen de Amerikanen af van deze plannen omdat ze dreigden in een moeras zonder uitweg te belanden. Want in Cuba zouden ze niet alleen tegen een geregeld leger, maar tegen een hele bevolking komen te staan. Een groot deel van de volwassen bevolking kan in het geval van een militaire agressie ingeschakeld worden in de verdediging van de soevereiniteit. Er worden jaarlijks oefeningen voorzien om dit complex systeem op elkaar af te stellen.
Is er reden voor schrik?
Onder Obama was het tot een zekere ontdooiing gekomen, zij het dat die zeer relatief is. Maar hoe zit het met Trump? Met de overwinning van Trump komt de ontdooiing van de relaties tussen Cuba en de Verenigde staten op losse schroeven. Trump had op een verkiezingsbijeenkomst aangekondigd niet open te staan voor een verdere ontdooiing.
Sinds december 2014 is Obama begonnen de diplomatieke relaties die meer dan 55 jaar geleden verbroken werden te herstellen. In maart bezocht hij als eerste VS-president in 88 jaar het eiland. Cuba werd geschrapt van de VS-lijst van terroristische landen, ambassades werden geopend en het werd makkelijker voor VS-inwoners om het eiland te bezoeken. Tegelijk blijft de – door de hele wereld veroordeelde – economische blokkade nog steeds onverminderd van kracht.
“Al de toegevingen die Obama deed aan het Castro-regime werden doorgevoerd met presidentiële decreten, die door de volgende president ongedaan kunnen worden gemaakt. Dat zal ik zeker doen als het Castro-regime niet aan onze eisen tegemoetkomt”
“Mijn regering zal aan de kant van het Cubaanse volk blijven staan in zijn gevecht tegen de communistische onderdrukking”, zei Trump op een vrijdagmeeting in Miami. Daarmee ging hij in tegen een vroeger standpunt. In september 2015 verklaarde hij nog aan de Daily Caller dat “het concept van de opening naar Cuba toe” wat hem betreft “OK” was. Nu luidde het dat hij “meer religieuze en politieke vrijheid wil in Cuba”.
Dat de eigen Cubaanse manier van democratische participatie, waarin geen plaats is voor politici met en voor het grote geld, Trump niet zint is uiteraard niet verwonderlijk, maar het argument van religieuze vrijheid is compleet belachelijk.
Iedereen die ooit op het eiland is geweest weet dat de aanhangers van Santeria (mengvorm van katholicisme en Afrikaanse godsdienst), katholieken en andere christenen, joden, moslims, … er zich vrijelijk kunnen organiseren en hun geloof uiten. De laatste drie pausen zijn er op bezoek geweest en zijn door volk en regering hartelijk ontvangen.
Ondanks deze straffe uitspraken is Trump er toch in geslaagd om Florida binnen te halen. De overgrote meerderheid van de Cubano-Amerikanen staat nochtans open voor een toenadering met Cuba.
De figuur van Trump is onvoorspelbaar, hij schuwt geen confrontaties en denkt in extremen. Of zijn wens voor meer “religieuze en politieke vrijheid” enkel bij woorden zal blijven is niet duidelijk. Met hem als president blijft het voor Cuba en de rest van Latijns-Amerika in elk geval bang afwachten.