Dinsdag is het zo ver. Dan kiezen de Amerikanen hun nieuwe president, de zogenaamde leider van het machtigste land ter wereld. We volgen dus met z’n allen de laatste nieuwtjes over de mogelijke dubbelgangers van Hillary Clinton, de vreemde verhouding van Donald Trump met babies en de on hold gezette vriendschap van de dochters van beide kandidaten. Maar van alle stemgerechtigde Amerikanen blijft bij zo’n verkiezing ongeveer de helft thuis. Velen geloven niet meer in het democratisch systeem van hun land. Voor hen zijn de verkiezingen niet meer dan een uit de hand gelopen realityshow waar ze niet langer aan wensen deel te nemen. Dat idee komt jammer genoeg niet uit de lucht gevallen.
The lesser of two evils
“De Amerikanen mogen kiezen tussen de twee minst populaire kandidaten ooit.”
De verkiezingen worden niet enkel voor een groot deel bepaald door de sponsoring van de grote multinationals en de propaganda van grote mediabedrijven; ook de macht van de twee grote partijen speelt een grote r
ol. Dat gebeurt enerzijds met behulp van superdelegates, maar uit gelekte documenten van WikiLeaks bleek dat de Democratische partij de campagne van Bernie Sanders actief heeft tegengewerkt. Slechts 9% van de Amerikanen stemde in de voorverkiezingen voor Clinton of Trump. De Amerikanen mogen kiezen tussen de twee minst populaire kandidaten ooit.
In de – ook via WikiLeaks gelekte – speeches van Clinton voor Wall Street geeft ze zelf aan dat ze de bevolking voorliegt en verzekert ze de bedrijfswereld er van enkel hun belangen te zullen verdedigen. Bovendien is ze verantwoordelijk voor de gecreëerde chaos in onder andere het Midden-Oosten en miljoenen slachtoffers van Amerikaanse bombardementen. Clinton is zo wat de verpersoonlijking van het bedrog van de Amerikaanse elite. Als uitdager van de verpersoonlijking van de Amerikaanse elite krijgen de Amerikanen cynisch genoeg een grofgebekte miljardair. Met Trump is men er in geslaagd zowat de enige kandidaat te vinden die met zijn gewelddadig en haatdragend extreem rechts discours nog gevaarlijker is.
Democratie voor de 1%
“In 2014 werd wetenschappelijk bewezen dat de Verenigde Staten van Amerika enkel een democratie zijn voor de economische elite.”
“When the preferences of economic elites and the stands of or
ganized interest groups are controlled for, the preferences of the average American appear to have only a minuscule, near-zero, statistically non-significant impact upon public policy (Gilens & Page, 2014).” Dat is de conclusie van een groot wetenschappelijk onderzoek uit 2014 van Gilens en Page dat de voorkeuren van de gewone Amerikanen vergelijkt met het gevoerde beleid.
Een voorstel waar 10% van de gewone Amerikanen achter staat, heeft ongeveer 30% kans om beleid te worden. Een voorstel waar 90% van de gewone Amerikanen achter staat, heeft ook 30% kans om beleid te worden (zie grafiek). In tegenstelling tot de gewone Amerikaan, blijkt de economische elite daarentegen wel een zeer sterke invloed uit te oefenen op het beleid (zie grafiek). Er werd met andere woorden wetenschappelijk bewezen dat de Verenigde Staten van Amerika enkel een democratie zijn voor de economische elite, een democratie voor de 1%.
Vanop een afstand zie je de zaken soms beter. Hoe zouden de Amerikanen naar ‘onze’ Europese ‘democratie’ kijken? Na zijn termijn als voorzitter van de Europese Commissie – de officieuze president van de Europese Unie – kreeg José Manuel Barroso een plaats in de raad van bestuur bij Goldman Sachs, de bank die tijdens zijn termijn miljarden aan belastinggeld cadeau kreeg. Karel De Gucht ging na zijn termijn als Eurocommissaris, waarin hij onderhandelde over CETA en TTIP, werken voor Arcelor Mittal, het bedrijf dat dankzij deze handelsakkoorden staten voor de rechter zou kunnen dagen die haar toekomstige winsten in gevaar brengen.
Democratie van de 99%
De democratie staat op haar kop, aan ons om haar op haar poten te zetten.
Personages als José Manuel Barroso en Karel De Gucht zijn misschien niet geschikt voor Hollywood, maar als het over banden met het bedrijfsleven en misprijzen voor democratie en transparantie gaat, moeten ze zeker niet onderdoen voor hun Amerikaanse collega’s.
De draaideur tussen de politiek en het bedrijfsleven, onderhandelingen achter gesloten deuren en een karrevracht aan lobbyisten aan het Europees parlement doen vermoeden dat de situatie in de Europese Unie niet veel beter is dan in de Verenigde Staten. In zowat elk referendum waarin de Europese burgers gevraagd worden naar hun mening wijst men het beleid van de Europese Unie af. In 2005 wezen de Fransen en de Nederlanders de Europese grondwet af. Drie jaar later voert men exact dezelfde tekst door, maar geeft men het met ‘het verdrag van Lissabon’ een andere naam. De Grieken stemden massaal OXI en toch werd hen een nieuw besparingsprogramma opgelegd.
De democratie staat op haar kop, aan ons om haar op haar poten te zetten. Uiteraard kunnen we maar beter hopen dat Trump geen president wordt, maar echte verandering zal er niet dankzij deze verkiezingen komen. De beweging rond Bernie Sanders bracht miljoenen werkenden en jongeren in beweging tegen de verwevenheid tussen politici en het grote geld.
Die beweging ontwikkelt zich op haar eigen manier ook in Europa. De Grieken zeiden OXI, de Spanjaarden zeggen Si se peudo! In België wordt die beweging getrokken door de vakbonden, milieuorganisaties, Hart Boven Hard en talloze middenveldorganisaties. Het is die brede coalitie die de PVDA in het parlement probeert te vertegenwoordigen. Want het is deze beweging die de verandering in zich draagt. Een beweging die zich de democratie wilt toe eigenen. Een beweging voor een democratie van de 99%.
Gilens, M & Page, B. (2014). Testing Theories of American Politics: Elites, Interest Groups, and Average Citizens. Perspectives on politics, 12(3), p.564-581. http://dx.doi.org/10.1017/S1537592714001595