John Pilger over Clinton, Trump, propaganda, media en oorlog

Opinie -
woensdag 2 november 2016 20:27
John Pilger over Clinton, Trump, propaganda, media en oorlog

John Pilger sprak op 27 oktober 2016 of het Sheffield Festival of Words. Hij is verontrust over het groepsdenken en de slaafse volgzaamheid van de grote media, die kritiekloos reproduceren wat politieke leiders hen zeggen, ook al hebben die eerder zo flagrant gelogen over de onbestaande massavernietigingswapens in Irak.



Een vernielde tank van het Syrisch leger in Aleppo (WikiMedia Commons)

Amerikaanse journalist Edward Bernays wordt dikwijls omschreven als de man die moderne propaganda heeft uitgevonden1. Deze achterneef van Sigmund Freud, de pionier van de psychoanalyse, vond de term ‘public relations’ uit als eufemisme voor (media)spin2 en misleiding.   

“Vrijheidsfakkels”

In 1929 overtuigde hij feministen om vrouwen er toe aan te zetten openlijk te roken tijdens de Paasoptocht in New York City van 1929 – een gedrag dat toen nog als vulgair werd aanzien. De feministe Ruth Booth verklaarde: “Vrouwen! Steek nog een vrijheidsfakkel aan! Bestrijd nog een sekstaboe!”.



Edward Bernays (azquotes.com)

De invloed van Bernays ging echter veel verder dan in de reclame. Zijn grootste succes was zijn inzet om het Amerikaanse publiek te overtuigen in de slachtingen van de Eerste Wereldoorlog mee te stappen. Het geheim was volgens hem de “constructie van instemming” (engineering of consent) van de mensen om hen “te controleren en in lijn te brengen volgens onze wil, zonder dat ze dat zelf weten”.

 Hij omschreef dat als “de echte regerende macht in onze maatschappij” en noemde dit “de onzichtbare regering”. Vandaag is die onzichtbare regering machtiger en slechter begrepen dan ooit. In mijn loopbaan als journalist en filmmaker heb ik het nooit meegemaakt hoe propaganda in ons leven is doorgedrongen zoals dat nu gebeurt, zonder dat er enige tegenreactie komt.

Twee steden, zelfde strijd, andere partners

Beeld je twee steden in. Allebei gaan ze gebukt onder een belegering door de strijdkrachten van de regering van hun land. Beide steden worden bezet door fanatici, die gruwelijke wreedheden begaan, zoals het onthoofden van mensen.

Er is echter een cruciaal verschil. In de ene belegering worden de regeringssoldaten omschreven als bevrijders en gaan Westerse journalisten onder hun toezicht op stap (embedded). Die berichten enthousiast over hun gevechten en luchtaanvallen. Er verschijnen foto’s op de frontpagina’s waarop heldhaftige soldaten het V-teken van de overwinning geven. Burgerlijke slachtoffers worden amper vermeld.

In de tweede stad – in een ander land in de buurt – is bijna identiek hetzelfde aan het gebeuren. Regeringstroepen belegeren een stad die door identiek hetzelfde fanatieke addergebroed wordt gecontroleerd. Het verschil is dat in dit geval de fanatici door ‘ons’ worden gesteund, bevoorraad en bewapend – door de VS en Groot-Brittannië. Nog een verschil is dat in dit geval de regeringstroepen die de stad belegeren de slechte jongens zijn, veroordeeld voor het aanvallen en bombarderen van een stad – exact hetzelfde wat de goede soldaten in die eerste stad aan het doen zijn.

Verwarrend? Niet echt

Dit is de dubbele basisstandaard die de essentie van propaganda uitmaakt. Ik verwijs uiteraard naar de belegering van Mosoel door de Iraakse regeringstroepen en naar de belegering van Aleppo door de Syrische regeringstroepen, met de steun van Rusland. De ene is goed, de andere is slecht.

Wat zeer zeldzaam wordt vermeld is dat beide steden niet zouden bezet zijn door deze fanatici en niet uit elkaar zouden worden gerukt door oorlog als de VS en Groot-Brittannië in 2003 niet hadden beslist om een invasie van Irak te beginnen.

Die criminele onderneming werd toen gelanceerd op basis van leugens die verbazend gelijk zijn aan de propaganda die nu ons begrip van de burgeroorlog in Syrië misvormt. Zonder het tromgeroffel van deze propaganda vermomd als ‘nieuws’ zouden het monsterlijke IS, Al Qaïda of Al Nusra en de rest van deze jihadistische bende niet eens bestaan en zou de bevolking van Syrië vandaag niet moeten vechten voor haar leven.

Sommigen zullen zich de opeenvolging van BBC-journalisten herinneren die in 2003 voor hun camera’s verkondigden dat Blair3 gelijk heeft gekregen voor wat uiteindelijk de misdaad van de eeuw geworden is. De Amerikaanse tv-netwerken produceerden dezelfde waardering voor George W. Bush. Fox News liet Henry Kissinger uitweiden over de fabricaties van Colin Powell.4

Journalisten die hun werk doen

Datzelfde jaar (2003) filmde ik kort na de invasie (van Irak) in Washington Charles Lewis, een vermaarde Amerikaanse onderzoeksjournalist. Ik vroeg hem: “Wat zou er gebeurd zijn als de meest vrije media in de wereld op een ernstige manier zouden ingegaan zijn tegen deze later als rauwe propaganda ontmaskerde desinformatie?” Zijn antwoord was dat als de journalisten hun werk hadden gedaan: “Dan was er een zeer, zeer goede kans geweest dat we niet ten oorlog zouden zijn vertrokken naar Irak.”

Dit was een schokkende commentaar, die werd bevestigd door andere beroemde journalisten aan wie ik dezelfde vraag stelde – Dan Rather van CBS, David Rose van de Observer (de zondageditie van de Britse krant The Guardian) en van journalisten en producers van de BBC, die anoniem wensten te blijven.

Met andere woorden, als journalisten hun werk hadden gedaan, als zij de propaganda hadden uitgedaagd en onderzocht in plaats van ze uit te vergroten, dan zouden honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen vandaag in leven zijn. Er zou vandaag geen IS bestaan en geen belegering van Aleppo of Mosoel.



Het gedenkteken voor de aanslag van 7 juli 2005 in Hyde Park, Londen (WikiMedia Commons)

De gruwel van de London Underground op 7 juli 2005 zou niet zijn doorgegaan. Er zouden geen miljoenen mensen op de vlucht zijn, er zouden geen miserabele kampen zijn.

Toen de terroristische wreedheden van november 2015 in Parijs werden gepleegd zond president François Hollande onmiddellijk vliegtuigen om Syrië te bombarderen – waarop meer terrorisme volgde, wat voorspelbaar was, het gevolg van Hollande’s bombast over Frankrijk dat ‘in oorlog’ was en ‘geen genade toonde’. Dat staatsgeweld en jihadistisch geweld elkaar in de hand werken is een waarheid die geen enkele nationale leider de moed heeft om ze uit te spreken. 



Russisch dissident Yevheny Yevtushenko in 1972 op bezoek bij president Nixon (WikiMedia Commons)

“Wanneer de waarheid wordt vervangen door stilte, dan is die stilte een leugen”, zei Sovjet-dissident Yevtushenko5.

De aanval op Irak, de aanval op Libië, de aanval op Syrië gebeurden omdat de leider van elk van die landen geen marionet van het westen was. Het palmares op vlak van mensenrechten van Saddam Hoessein en Khaddafi was daarbij irrelevant. Ze volgden de bevelen niet en gaven de controle over hun land niet uit handen.

Hetzelfde lot wachtte eerder al Slobodan Miloševi? toen hij weigerde een ‘akkoord’ te ondertekenen dat de bezetting van Servië en de omschakeling naar een markteconomie inhield. Zijn volk werd gebombardeerd en hij werd vervolgd in Den Haag. Dit soort onafhankelijkheid was ontoelaatbaar.6

Zoals WikiLeaks uitbracht was het slechts nadat Syrisch leider Bashar al Assad in 2009 een oliepijplijn van Qatar naar Europa door zijn land weigerde dat hij werd aangevallen. Vanaf dat ogenblik plande de CIA de vernietiging van zijn regering met behulp van jihadistische fanatici – dezelfde fanatici die nu de bevolking van Mosoel en van het oostelijk deel van Aleppo gegijzeld houden.

Waarom is dat geen nieuws?

Voormalig vertegenwoordiger van het Britse ministerie van buitenlandse zaken Carne Ross was verantwoordelijk voor de uitvoering van de sancties tegen Irak. Hij zei me het volgende: “Wij voederden de journalisten met feitjes zonder context op basis van gefilterde inlichtingen of we hielden hen er volledig buiten. Zo werkte dat.”

Saoedi-Arabië, het middeleeuws klantenregime van het westen krijgt miljoenen dollars Amerikaanse en Britse wapens. Die gebruikt het land nu om Jemen te vernietigen, een land dat zo arm is dat in betere tijden de helft van alle kinderen er ondervoed zijn.

Kijk eens op YouTube en je zal zien welke massieve bommen – ‘onze’ bommen – de Saoedi’s droppen op straatarme dorpen, op huwelijksfeesten, op begrafenissen. De ontploffingen zien er uit als van kleine atoombommen. Deze bommenwerpers werken zij aan zij samen met Britse officieren. Ook dat feit komt niet op het avondnieuws.

‘Liberale’ media

Propaganda is meest effectief wanneer onze instemming gefabriceerd wordt door personen met een hoge opleiding – Oxford, Cambridge, Harvard, Columbia – en met carrières bij de BBC, de Guardian, de New York Times en de Washington Post. Deze organisaties staan bekend als ‘liberale’ media.7

Zij stellen zichzelf voor als verlichte, progressieve tribunes van de morele tijdsgeest. Ze zijn anti-racistisch, pro-feministisch en pro-LGBT-rechten… en ze houden van oorlog. Terwijl ze opkomen voor het feminisme geven ze hun steun aan roofzuchtige oorlogen die de rechten van duizenden vrouwen schenden, waaronder het recht op leven.

In 2011 werd Libië, dat toen een moderne staat was, vernietigd onder het voorwendsel dat Moeammar Khaddafi op het punt stond genocide te plegen tegen zijn eigen bevolking. Dat was het onafgebroken nieuw. Er was geen bewijs voor, het was een leugen. Wat Groot-Brittannië, Europa en de VS wilden was ‘regime change’, de vervanging van het bestaande regime door een ander, in Libië, de grootste olieproducent van Afrika.

Khaddafi’s invloed op het Afrikaanse continent, en vooral zijn onafhankelijkheid, was ontoelaatbaar. Daarom werd hij vermoord met een mes door fanatici die werden gesteund door de VS, door Groot-Brittannië en door Frankrijk. Hillary Clinton juichte zijn gruwelijke dood toe met de woorden: “Wij kwamen, we zagen, hij stierf!” De vernietiging van Libië was een mediatriomf. Terwijl de oorlogstrommen roffelden schreef Jonathan Freedland in de Guardian: “Hoewel de risico’s zeer reëel zijn, blijft het pleidooi voor interventie sterk.”

“Interventie”

“Interventie”, wat een beleefd, goedaardig woord, een typisch Guardian-woord, dat in zijn echte betekenis dood en vernieling van Libië betekent. Volgens eigen data heeft de NAVO 9.700 luchtaanvallen uitgevoerd tegen Libië, waarvan meer dan een derde waren gericht op burgerdoelwitten. Dat waren ondermeer raketten met uraniumkoppen.

Kijk naar de foto’s van het puin in Misurata en Sirte en naar de massagraven die door het Rode Kruis werden geïdentificeerd. Het rapport van UNICEF over de gedode kinderen stelt: “De meesten waren minder dan tien jaar oud.” Een direct gevolg was dat Sirte de hoofdstad van IS werd.

Oekraïne is nog zo een mediatriomf. Alle media hebben de gebeurtenissen in Oekraïne voorgesteld als een boosaardige actie van Rusland, terwijl de staatsgreep van 2014 het werk was van de VS, met de hulp van Duitsland en de NAVO. Deze omkering van de werkelijkheid is zo alomvattend dat de Amerikaanse militaire intimidatie van Rusland niet eens nieuws is. Dat wordt weggedrukt onder een modder- en angstcampagne van het soort waarmee ik opgroeide tijdens de eerste Koude Oorlog. Opnieuw gaan de Ruskis komen om ons te pakken, onder leiding van een andere Stalin, die door de Economist wordt voorgesteld als een duivel.

De onderdrukking van de waarheid over Oekraïne is een van de meest complete blackouts die ik me kan herinneren. De fascisten die de coup in Kiev in elkaar staken zijn van hetzelfde soort dat de invasie van de Sovjet-Unie door de nazi’s steunde in 1941. Tussen al de angstaanjagende berichten door over het toenemend fascistisch antisemitisme in Europa is er geen enkele politieke leider die de fascisten in Oekraïne vermeldt – behalve dan Vladimir Poetin, maar die telt niet mee.

Talloze journalisten hebben in de westerse media hun uiterste best gedaan om de etnisch Russisch sprekende bevolking te omschrijven als buitenstaanders in hun eigen land, als agenten van Moskou, maar nooit als Oekraïeners die een federatie nastreven in Oekraïne en zich als Oekraïense burgers verzetten tegen een vanuit het buitenland georchestreerde coup tegen hun verkozen regering.

Dit lijkt wel de joie d’esprit van een klasreünie van oorlogsstokers. Het tromgeroffel van de Washington Post om oorlog met Rusland uit te lokken komt van dezelfde editorialisten die de leugen publiceerden dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had.

Mediashow van freaks

Voor de meesten onder ons is de Amerikaanse verkiezingscampagne een show van mediarariteiten, waarin Donald Trump figureert als de aartsslechterik. Trump wordt echter geminacht door de machthebbers in de VS om redenen die weinig te doen hebben met zijn storend gedrag en zijn opinies.

Voor de onzichtbare regering in Washington is de onvoorspelbare Trump een obstakel voor Amerika’s plannen voor de éénentwintigste eeuw. Die bestaan erin de dominantie van de VS te behouden, om Rusland te onderwerpen en, indien mogelijk, ook China.

Voor de militaristen in Washington is het echte probleem met Trump dat hij in zijn zeldzame ogenblikken geen oorlog met Rusland lijkt te willen en hem niet wil bestrijden. Hij zegt zelfs dat hij met de president van China wil praten.

Tijdens zijn eerste debat met Hillary Clinton beloofde Trump dat hij niet als eerste kernwapens in de strijd zou gooien: “Ik zou zeker niet het eerst toeslaan. Eenmaal het nucleaire alternatief wordt ingezet is het voorbij.” Dat was géén nieuws.

Meende hij dat echt? Wie weet. Hij spreekt zichzelf dikwijls tegen. Het is in ieder geval duidelijk dat Trump wordt aanzien als een ernstige bedreiging voor de status quo die in stand wordt gehouden door het enorme nationale veiligheidsapparaat dat de VS bestuurt, los van wie er ook in het Witte Huis zit.

De CIA wil dat hij verslagen wordt, het Pentagon wil dat, de media willen dat, zelfs zijn eigen partij wil dat hij verliest. Hij is een bedreiging voor de heersers van de wereld – in tegenstelling tot Clinton. Die laat er geen twijfel over bestaan dat ze bereid is een oorlog te beginnen tegen met kernbommen gewapend Rusland en China.

Clinton is daarvoor in volle vorm, zoals ze dikwijls pocht. Inderdaad, haar verleden is bewijs genoeg. Als senator (2001-2009) stond ze achter het bloedbad in Irak. Toen ze in 2008 tegen Obama kandideerde dreigde ze ermee Iran “totaal te vernietigen”. Als minister van buitenlandse zaken (2009-2013) spande ze samen om de regeringen van Libië en Honduras te vernietigen en zette ze de pesterijen tegen China in gang. Ze heeft nu beloofd een no-fly-zone in Syrië te zullen steunen – een directe oorlogsprovocatie tegen Rusland.

Clinton zou wel eens de gevaarlijkste president in mijn leven kunnen worden (John Pilger is geboren in 1939) – een hele prestatie in een nochtans bikkelharde competitie.

Zonder enige vorm van bewijs heeft ze Rusland er van beschuldigd Trump te steunen en haar emails te hacken. Die werden door WikiLeaks uitgebracht en vertellen ons dat wat Clinton achter gesloten deuren zegt in toespraken tot de rijken en machtigen het omgekeerde is van wat ze in het openbaar zegt. Daarom is het zo belangrijk om Julian Assange te bedreigen en het zwijgen op te leggen.

Als uitgever van WikiLeaks kent Assange immers de waarheid. Laat ik al wie bezorgd over hem is weten dat hij gezond en wel is en dat WikiLeaks op volle toeren draait.

Vandaag is de grootste opbouw van door de VS geleide strijdkrachten bezig sinds de Tweede Wereldoorlog – in de Kaukasus en in Oost-Europa, aan de grens met Rusland, in Azië en in de Stille Oceaan, waar China het doelwit is.

Sta daar eens bij stil wanneer het circus van de presidentsverkiezingen zijn finale bereikt op 8 november. Als Clinton de winnaar is zal een Grieks koor van schaapachtige commentatoren haar kroning loven als een grote stap voorwaarts voor vrouwen. Geen van hen zal de slachtoffers van Clinton vermelden, de vrouwen van Syrië, de vrouwen van Irak, de vrouwen van Libië. Geen van hen zal de civiele defensie-oefeningen in Rusland vermelden. Geen van hen zal terugdenken aan de ‘toortsen van vrijheid’ van Edward Bernays.

De woordvoerder van George W.Bush noemde de media ooit “medeplichtige facilitatoren”. Dat komt van een hooggeplaatst persoon in de regering wiens leugens werden mogelijk gemaakt door de media en zoveel lijden hebben veroorzaakt. Deze omschrijving is een waarschuwing uit onze geschiedenis.

In 1946 zei de voorzitter van het Tribunaal van Nuremberg over de Duitse media: “Voor elke grote agressie begonnen ze een mediacampagne met de bedoeling de slachtoffers (van de komende agressie) te verzwakken en met de bedoeling het Duitse volk psychologisch voor te bereiden voor de aanval. In dat propagandasysteem waren de dagelijkse kranten en de media de belangrijkste wapens.”



John Pilger (Tom/Flickr/CC)

Op 27 oktober gaf John Pilger deze lezing op het Sheffield Festival of Words: Inside the Invisible Government: War, Propaganda, Clinton & Trump werd vertaald door Lode Vanoost. Op 1 december verschijnt zijn nieuwe film The Coming War on China.  

Interview John Pilger op The Real News: Whether Clinton or Trump, Tensions Will Escalate with China and Russia Under Next U.S. President:

Voetnoten bij de tekst van de vertaler:

1   Edward Bernays (1891-1995), geboren in Oostenrijk, emigreerde met zijn ouders naar de VS toen hij één jaar oud was. Zijn moeder was een zuster van Sigmund Freud, zijn vader was de broer van Freuds echtgenote. Hij was verbaasd over het gemak waarmee de regering van president Woodrow Wilson tijdens de Grote Oorlog (de Eerste Wereldoorlog) het Amerikaans publiek wist te overtuigen om toch in de Europese oorlog te stappen, hoewel hij was verkozen met een electoraal platform om buiten de oorlog te blijven. Bernays had die campagne voor de regering ontwikkeld. Hij wordt algemeen erkend als een pionier op vlak van massapsychologie en propaganda, wat door hem ‘public relations’ werd genoemd.

2   Het Engelse werkwoord ‘to spin’ betekent hetzelfde als in Nederland, namelijk ‘spinnen aan een weefgetouw’. Kort samengevat wordt de term ‘spin’ gebruikt als omschrijving van de techniek om woorden, feiten, gebeurtenissen, beelden te kaderen en te becommentariëren op dergelijke manier dat het publiek ze gaat lezen en interpreteren op de gewenste manier.

3   Brits eerste minister Tony Blair (1997-2007) van Labour.

4   Henry Kissinger was nationaal veiligheidsadviseur (1969-1973) en minister van buitenlandse zaken (1973-1977) van presidenten Richard Nixon en Gerald Ford. Hij was onder meer de mastermind achter de staatsgreep van 11 september 1973 door generaal Pinochet in Chili. Colin Powell was opperbevelhebber van het Amerikaanse leger (1989-1993) en minister van buitenlandse zaken (2001-2005) van president George W. Bush. Met de ‘fabricaties verwijst Pilger naar zijn toespraak op 5 februari 2003 tot de VN-Veiligheidsraad met de ultieme bewijzen van de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak, waarmee de kort daarop volgende invasie werd gerechtvaardigd. Later gaf Powell zelf toe dat die zogenaamde bewijzen pure fictie waren. Ze hadden hun doel echter al gediend. Ondermeer Jeremy Paxman van de BBC noemde die toespraak toen ‘onweerlegbaar’.

5    Yevgeny Aleksandrovich Yevtushenko (1933) is een Russisch dichter en romanschrijver was een politiek dissident tijdens de Sovjet-Unie. Hij werd daarvoor gelauwerd door president Nixon in het Witte Huis in 1972. voor zijn poëzie kreeg hij talrijke prijzen.

6   In 1999 weigerde Servisch president Slobodan Miloševi? de akkoorden van Rambouillet te ondertekenen. Volgens de westerse media weigerde hij omdat hij de autonomie van Kosovo niet wilde aanvaarden. Zelf verklaarde hij echter dat dat niet het probleem was maar dat hij niet kon aanvaarden dat het akkoord de vrije toegang van de NAVO inhield in heel Servië, dus ook buiten Kosovo, met inbegrip van het recht op de bouw van permanente basissen in heel het land. Later zei Henry Kissinger daarover in een interview in de Britse krant Daily Telegraph: “De tekst van Rambouillet, die Servië oplegde om NAVO-tropen in heel het land toe te laten, was een provocatie. Rambouillet was geen document dat een voorbeeldige Serviër kon aanvaarden. Het was een verschrikkelijk diplomatiek documente dat nooit aan hen had mogen worden voorgelegd in die vorm.” Na zijn dood werd Slobodan Miloševi? vrijgesproken van de beschuldiging van genocide in een hoofdstuk van het vonnis over de Bosnische politieke leider Radovan Karadži?, die wel schuldig werd bevonden aan genocide. Zie John Pilger: Media bereiden kernoorlog voor.

7   In het Angelsaksisch taalgebruik staat ‘liberal’, niet louter voor ‘liberaal’ zoals wij dat begrijpen in sociaal-economische context, maar kan het ook staan voor progressief, sociaal-democratisch of links-liberaal. 



Content

take down
the paywall
steun ons nu!