Kunnen westerlingen vluchtelingen uit door oorlog verscheurde landen helpen?

Opinie -
maandag 26 september 2016 20:12
Kunnen westerlingen vluchtelingen uit door oorlog verscheurde landen helpen?

Louis Yako is Iraaks-Amerikaans dichter, schrijver die in 2005 in de VS belandde, toen de bezetting van zijn land zijn extreem gewelddadige hoogtepunt bereikte. Hij stelt zich de vraag of westerlingen wel in staat zijn om vluchtelingen te helpen en of ze daarbij wel vanuit een correcte analyse vertrekken.



Kinderen in een vluchtelingenkamp in Noord-Irak (DFID)

Het was in 2006, iets meer dan tien jaar geleden, dat ik voet aan land zette in de VS. Ik kwam daar aan op het moment dat de afschuwelijke gevolgen van de bezetting van Irak hun hoogtepunt bereikten. Sindsdien heb ik een eindeloze reeks publieke lezingen gegeven en debatten gevoerd aan universiteiten, in kerken en op talloze andere locaties.

Ik heb gesproken met vele vrienden en onbekenden, waarbij we samen de ontelbare beelden en ervaringen waarvan we getuigen waren geweest deelden, namelijk te weten wat het betekent om oorlog en dood recht in de ogen te hebben gekeken. Vele van deze ervaringen heb ik, vanuit verschillende standpunten, ook neergeschreven.

Om maar een paar voorbeelden te noemen, verwijs ik graag naar het werk dat verricht wordt in het Iraakse onderwijs, het werk van leerkrachten en professoren en dit in zeer moeilijke oorlogsomstandigheden en onder het juk van verstikkende VN-sancties.

Begin 2016 heb ik ook een selectie uit mijn dagboek gepubliceerd, herinneringen uit mijn kindertijd tijdens de Eerste Golfoorlog. Die werden gepubliceerd ter nagedachtenis van de 25e verjaardag van de tragische gevolgen van de Eerste Golfoorlog tegen de Iraakse bevolking, een oorlog die de wereld ondertussen al meer en meer vergeten lijkt te zijn.

“Wat kunnen we doen om de vluchtelingen te helpen?”

Vandaag wil ik inzoomen op een vraag die men mij de afgelopen tien jaar meermaals heeft gesteld omdat ik geboren ben in Irak, maar ook omdat ik een Irakees ben die in de VS woont. Deze vraag wordt gesteld door vrienden die oprecht bezorgd zijn, evenals door mensen die niet echt kunnen vatten wat er nu precies aan de hand is in het Midden-Oosten en andere landen die uit elkaar gereten worden door oorlog en waardoor het aantal vluchtelingen vandaag stijgt met de miljoenen.

Die vraag luidt als volgt: “Wat kunnen we doen om de vluchtelingen te helpen?” Vele van mijn Amerikaanse en Europese vrienden hebben me deze vraag nog vrij recent gesteld naar aanleiding van de Syrische vluchtelingencrisis. Afgelopen week nog kwam de vraag opnieuw aan bod tijdens een presentatie die ik aan de Duke University aan een aantal eerstejaarsstudenten gaf. We moeten om te beginnen een paar dingen voor eens en voor altijd op punt stellen. T

Ten eerste, dit artikel heeft niet als doel de vele humanitaire pogingen die wereldwijd worden ondernomen om het leed te verzachten van mensen in nood af te kraken. Deze menselijke vrijwilligersdaden zijn belangrijk en noodzakelijk. Ik ben zelf een tijd betrokken geweest bij dit soort werk en ik zal me vereerd voelen, mocht ik het opnieuw kunnen, als er zich nog eens een gedegen kans voordoet. Mijn diep respect gaat naar de vele goede mensen in Westerse landen en elders die worstelen met deze vragen, die hard werken om een paar van de vele wonden van onze bloedende planeet te stelpen. De wereld is zeker en vast een beetje draaglijker dankzij deze mensen.

Ten tweede, “het Westen” verwijst in deze context naar de VS en de West-Europese landen.

Ten derde, het hoofddoel van dit artikel is de vraag “Wat kunnen we doen om vluchtelingen te helpen?” van dichterbij te bekijken en daarbij aan zelfreflectie te doen in plaats zulke hulp meteen maar af te schieten.

Deze vraag lijkt misleidend simplistisch. Het is ook een simplistische vraag als men, verkeerdelijk, denkt dat ze niet verder gaat dan de gebruikelijke aanpak waarbij men oorlogsvluchtelingen de basisbehoeften aanreikt zoals voedsel, onderdak en een of andere onderbetaalde job als ongeschoolde arbeider zodat ze net kunnen overleven.

We mogen echter niet vergeten dat vluchtelingen bijna altijd mensen zijn die huis, familieleden en alles waar ze van hielden en wat hun dierbaar was ofwel verloren hebben of dreigen te verliezen. Dus, ja, een kortetermijn- en dus tijdelijke oplossing is het minste wat men kan bedenken om hen te helpen met basisbehoeften en om hen wat menselijke waardigheid te verschaffen.

Laat ons eerlijk zijn, door vluchtelingen te voorzien van basisbenodigdheden zijn ze niet dood, maar ze worden er ook niet echt levend van. Ze raken simpelweg gevangen in een situatie waarin ze afhangen van dergelijke basishulp en gedwongen worden om de vernedering van het krijgen te slikken in hun “gastland”.

Dat is ondraaglijk: terug naar huis keren is geen optie, omdat er heel dikwijls geen “thuis” meer is en naar ergens anders trekken is slechts zeer zelden een mogelijk alternatief. Dat is precies wat “gevangen raken” betekent.

Zodoende is tijdelijke hulpverlening niet enkel niet afdoende, maar het stelt eigenlijk indirect ook de regeringen van de westelijke (gast)landen in staat en geeft hen de gelegenheid om, in de landen waarvan deze vluchtelingen net proberen weg te vluchten, hun oorlogen te blijven bekostigen en de permanente vernietiging te blijven veroorzaken.

“Hoe kunnen wij vluchtelingen helpen?”

Gezien deze sombere realiteit is het noodzakelijk dat we ons buigen over een langetermijnaanpak voor de vluchtelingencrisis. Als we hiervan vertrekken in reactie op de vraag “Hoe kunnen we vluchtelingen helpen?”, dan zien we dat zich een aantal verrassende en misschien zelfs verontrustende ontwikkelingen beginnen te ontplooien.



Deze woning in Jemen werd vernietigd door de Saoedische luchtmacht, die zijn vliegtuigen en wapens in Groot-Brittannië en Frankrijk koopt (Human Rights Watch)

Het eerste probleem met “Hoe kunnen wij vluchtelingen helpen?” is de vraag zelf. De premisse bij deze vraag is gebrekkig en problematisch op twee niveaus: ten eerste trekt het een duidelijke scheidingslijn in de machtsrelaties door aan de “wij” meer macht toe te wijzen, ‘wij’, de westerlingen die alle hulpverlening naar ons toe trekken, waardoor ‘wij’ tegelijkertijd ook de macht van de keuze krijgen waarmee ze vluchtelingen deze hulp ook kunnen ontzeggen, mochten ‘wij’ dat willen. 

Het tweede probleem met deze vraag, direct gelinkt aan de gebrekkigheid van de premisse, is dat zelfreflectie er wel echt helemaal aan ontbreekt. Als we een analyse maken van delen van het huidige discours over waarom vele mensen in westelijke landen ofwel ongemakkelijk ofwel gewoonweg hatelijk en vol walging reageren op de toestroom van vluchtelingen, dan zien we dat dit discours steevast opgebouwd is rond de volgende punten:

  • “de vluchtelingen zijn hier om onze jobs in te palmen,”
  • “ze zijn hier om te profiteren van onze welvaartsstaat en onze sociale zekerheid,”
  • “ze zijn hier om onze cultuur te vernietigen, onze vrijheid, onze waarden,” en zo verder.

Als we het zo onderzoeken, dan wordt snel duidelijk dat een groot deel van dit soort discours in de eerste plaats betrekking heeft op het economische. De vluchteling wordt gezien als iemand die naar het Westen komt om humanitaire hulp te krijgen op een moment dat vele mensen in deze landen zelf in precaire omstandigheden moeten zien te overleven, worstelen om jobs te behouden, die schaars zijn en gemakkelijk inwisselbaar, Vaak verkeren ze gewoonweg in constante onzekerheid over een toekomst die meer en meer wordt gevormd en gedreven door een neoliberaal marktbeleid, dat enkel de minderheidselite op haar wenken bedient.

Onzekerheid en onveiligheid niet ontkennen

Zo bekeken is het niet meer dan normaal dat vele westerlingen verontwaardigd zijn, zich onzeker en onveilig voelen in hun eigen maatschappij. We mogen dit niet ontkennen. Doordat ik tien jaar in de VS heb geleefd en meermaals door Europa heb gereisd, kan ik me in deze bekommernissen inleven.

Waar velen echter niet in slagen om te kunnen inzien, is dat het Westen nooit geld tekort komt als het gaat om het spenderen van miljarden dollars om doelgericht andere landen te vernietigen, hetzij door directe bezetting zoals van Irak, Afghanistan en vele andere plaatsen in de wereld; hetzij door op andere manieren in te grijpen zoals het bewapenen van verschillende groeperingen en doodseskaders zoals ze in Syrië hebben gedaan en ook voordien in vele landen in Centraal- en Zuid-Amerika.



Groot-Brittannië prijst zijn kwaliteitsproducten aan (civilisation3000.wordpress.com

Het resultaat is steeds hetzelfde: miljoenen levens gaan eraan. Er zullen miljoenen vluchtelingen uit volgen. Moeten we dan verbaasd zijn dat wanneer Westerse machten een specifiek land vernietigen, daar een vluchtelingenstroom uit zal ontstaan? Denken wij nu echt dat we deze oorlogen kunnen laten gebeuren en dat de gevolgen ervan ter plaatse zullen blijven? Menen we dat nu echt dat we dit verwachten, dat mensen hier gewoon hun dagelijkse gangetje kunnen blijven gaan?

Zijn westerlingen ernstig wanneer ze denken dat ze zonder meer zullen kunnen blijven relaxen en genieten van een koud biertje op hun veranda tijdens een zwoele zomeravond en geen vluchtelingen zullen zien passeren nadat al deze oorlogen in gang werden gezet door hun eigen regeringen?

De oplossing is te vinden in het Westen zelf

Dus, “Wat kunnen we doen om vluchtelingen te helpen?” Wel, mij lijkt het dat de oplossing hier te vinden is, in het Westen zelf. Het is te vinden in hoe dit probleem eerst en vooral werd veroorzaakt en hoe we dat voor eens en altijd kunnen vermijden. Het is overduidelijk dat de oplossing er in bestaat ervoor te zorgen dat Westerse regeringen niet langer zovele landen kunnen binnenvallen en vernietigen onder het mom van “het brengen van vrijheid”, “democratie”, of “de strijd tegen het terrorisme”.

Nu, natuurlijk beseffen sommige burgers in Westerse landen dit zeer goed. Dat is ook de reden waarom ze uitermate tegen oorlogen zijn en er tegen demonstreren, er petities tegen tekenen, anti-oorlogsstickers op hun achterruit kleven om hun verontwaardiging te tonen, en ga zo maar door.

Hun stem wordt echter compleet genegeerd door hun eigen zogenaamd “democratische” regeringen die niet ophouden met oorlogvoeren ten dienste van een minderheidselite in de politieke en bedrijfswereld van de VS en West-Europa. In het geval van West-Europa, waar men zich nog ietwat bewust is van de gevolgen van deze oorlogen, is en was de bevolking niet in staat de elites in deze landen ervan te weerhouden zich aan te sluiten bij de VS in haar oorlogs- en vernietigingsmissie in het Midden-Oosten en elders.

Het systeem waar al deze regeringen op gebaseerd zijn, is zo verrot dat ze in theorie dan wel een multipartijenstelsel pretenderen te hanteren. In de praktijk komt het er echter op neer dat het bijna uitsluitend en in het beste geval om twee dominante partijen gaat, die gekocht en weer van de hand worden gedaan door al wie het geld heeft om hen aan de macht te brengen of hen er weer van te weerhouden.

‘Democratische’ partijen met identieke agenda’s

Wat vaak gebeurt, is dat deze tweepartijenstelsels eigenlijk twee kanten van dezelfde medaille zijn, zeker wat het buitenlandse beleid betreft. Dat wordt in de eerste plaats gedicteerd door degenen die er geld voor over hebben om hen in het zadel te houden. Op het thuisfront verschillen de agenda’s en plannen wel eens, waardoor vele burgers de illusie krijgen echt wel met twee verschillende politieke agenda’s te maken te hebben.

Vele mensen beseffen echter niet dat binnenlands en buitenlands beleid daadwerkelijk met elkaar verstrengeld zijn. Als jouw regering miljarden nodig heeft om ergens oorlog te gaan voeren, waar denk je dan dat ze dat geld gaat halen? Ja natuurlijk, bij je scholen, je gezondheidszorg en alle andere essentiële publieke diensten en instellingen.

Bij het uitvoeren van hun buitenlandse beleid wijken Westerse regeringen zelden af van elkaar wat betreft het Midden-Oosten, Rusland of eender welk land dat ook maar van ver een bedreiging lijkt te vormen voor hun hegemonistische streefdoelen.

Laten we ons bijvoorbeeld eens afvragen of het toeval is dat zowel de VS als de EU zich zo eensgezind uitspreken over sancties tegen Rusland dat als de vijand wordt voorgesteld? Waarom zijn er zelfs niet maar een paar West-Europese landen die beslissen om de opgelegde sancties tegen Rusland op te heffen? Is het toeval dat hun houding tegenover Syrië identiek is?

Is het toeval dat de meeste van hen betrokken waren in de vernietiging van Irak tijdens de Eerste Golfoorlog? Is het toeval dat de meeste van de Westerse landen dertien jaar lang de Iraakse bevolking heeft gestraft door middel van de meeste onmenselijke sancties ooit opgelegd in de geschiedenis? Is het toeval dat geen enkel van deze landen zich ooit krachtig heeft uitgesproken tegen het opstarten van een tweede Golfoorlog?

Veel belangrijker nog, terug naar de hoofdvraag “hoe kunnen we vluchtelingen helpen?” Is het echt wel zo “democratisch” dat de bevolkingen van Westerse landen, hoezeer ze ook gekant zijn tegen oorlog en de invasie van andere landen, niet in staat zijn om hun regeringen ervan te weerhouden deze oorlogen te voeren? Is het toeval dat surveillance en onderdrukking van zovele vrijheden zoveel groter is geworden in de VS en West-Europa onder het mom van “oorlog tegen terrorisme”?

Terwijl we trachten een eerlijk antwoord op al deze vragen te geven, wordt het ons duidelijk dat de meeste westerse burgers niet vrij zijn en dat ze daarom niet in staat zijn om oorlogen te stoppen die miljoenen vluchtelingen tot gevolg hebben. Wie wel echt vrij zijn en kunnen doen en laten wat ze willen, zijn de westerse elites, niet de westerse burgers.

“Hoe kunnen wij met de vluchtelingen samen deze waanzin stoppen?”

Dat betekent dat ook westerlingen, net als de vluchtelingen, gevangen zitten en daardoor niet in staat zijn om verandering aan te brengen aan de huidige gang van zaken, omdat hun regeringen geen enkele rekening houden met hun eisen.

Dat houdt ook in dat we in plaats van de vraag te stellen “hoe kunnen we vluchtelingen helpen?” een heel andere vraag moeten stellen, namelijk “Hoe kunnen wij met de vluchtelingen samen deze waanzin stoppen?” Deze vraag omgooien, verandert het hele verhaal.

De eerste stap in deze omwenteling is beseffen dat men niet vrij is. Om vluchtelingen te kunnen helpen, volstaat het niet te weten dat ze gevlucht zijn voor omstandigheden waarover ze niks te zeggen hadden, want blijkbaar ontbreekt het ook de meeste westerlingen aan de macht om aan deze omstandigheden iets te veranderen.

De westerse minderheidselites met macht daarentegen, winnen twee keer met deze oorlogen: ten eerste door onder verschillende voorwendsels andere landen te vernietigen en leeg te roven. Ten tweede doen ze dat door miljoenen vluchtelingen naar het eigen land te versassen en hen daar als goedkope arbeidskrachten uit te buiten.

Het vluchtelingen-industrieel complex

Dat is namelijk waar het om draait: het militair-industrieel complex is nauw verbonden aan het vluchtelingen-industrieel complex. De elites profiteren van deze verstrengelde industriëen terwijl ze hypocriet genoeg ook nog eens valselijk lippendienst bewijzen aan “inclusiviteit” en “multiculturalisme”, alsof ze ook maar een moer geven om deze al lang versleten termen die tegenwoordig meer kwaad dan goed doen.

De uitkomst van dit alles is dat de westerse elites de meerderheid van ontevreden en machteloze Westerse bevolkingen ertoe aanzetten hun haat uit te spuwen op de verkeerde mensen, op de vluchtelingen.

Zo bekeken zijn vluchtelingen en de meeste westerlingen eigenlijk bondgenoten in deze strijd. Allemaal, ook al is het dan vanuit verschillende posities, vechten ze tegen dezelfde oorlogsstokers, repressieve machten en ondemocratische systemen die gewoonweg niet luisteren naar, noch de stem van het volk respecteren.

Dus, vooraleer je de vraag kan stellen “Hoe kunnen we vluchtelingen helpen?”, moet je in gedachten houden dat je eerst jezelf moet helpen door je regeringen ervan te weerhouden situaties te creëren die leiden tot dit soort van crisissen. Veel geluk daarmee. Het is niet mijn bedoeling sarcastisch te klinken. Het is een harde en zware strijd voor ons allen. Terwijl we hier samen doorheen ploegen, moeten we ons de woorden van Paulo Freire proberen te herinneren in zijn boek De pedagogie van de onderdrukten. Daarin schrijft hij:

“Ware grootmoedigheid bestaat net uit het bestrijden van de oorzaken die valse liefdadigheid voeden. Valse liefdadigheid houdt de angstigen en de onderdrukten in bedwang. Het dwingt ’de verworpenen’ bevend hun hand uit te steken. Ware grootmoedigheid bestaat er juist in om ernaar te streven dat deze handen – of ze nu aan enkelingen of aan een gans volk toebehoren – minder en minder smekend hoeven uitgestoken te worden, zodat ze meer en meer weer mensenhanden kunnen worden, gemaakt om te werken en door dit werk de wereld kunnen veranderen.”

Vooraleer je vluchtelingen begint te haten, denk er eens even aan dat de meeste mensen het liefst gewoon in vrede willen leven, met hun waardigheid ongeschonden. Denk eraan dat vele van deze vluchtelingen veel liever gewoon als “toerist” naar je zouden willen toekomen, met de camera in de hand en onder veel betere omstandigheden dan in dewelke waar ze mensen zijn zonder opties buiten die van gehaat en vernederd te worden in de niet altijd zo gastvrije ‘gast’-landen.

Vooraleer je met je protest tegen vluchtelingen begint, protesteer tegen je regering die ofwel militair binnenvalt in hun landen ofwel verschillende groeperingen en facties in hun regio’s van wapens voorziet, zodat ze mekaar kunnen uitmoorden. De vluchtelingencrisis is een diepgewortelde politieke crisis voor alle betrokken actoren.

Kiezen tussen liefdadigheid of solidariteit

Vooraleer je de straat oprent om “weg met de vluchtelingen” te roepen, vergewis je er van dat deze mensen als ze konden er nooit voor zouden kiezen om helemaal naar hier te komen om jouw ongeschoolde arbeid te verrichten, terwijl ze jou zien protesteren tegen het simpele feit dat ze gewoon mensen zijn en bestaan. Maar evengoed, vooraleer je welwillend naar deze vluchtelingen toebuigt en hen “tolereert”, alsof je ze daar een plezier mee doet, denk er eens aan dat je hen evengoed echt zou kunnen “liefhebben”. Er is immers zoveel dat je zou kunnen leren van hun verhalen. Er zou zoveel werk kunnen verricht worden, mocht je gewoon de handen in elkaar willen slaan met deze vluchtelingen, om gemeenschappelijke humane doelstellingen te bereiken.

Eduardo Galeano schreef: “Ik geloof niet in liefdadigheid. Ik geloof in solidariteit. Liefdadigheid is zo verticaal. Het gaat van boven naar beneden. Solidariteit is horizontaal. Het respecteert de andere. Ik kan heel wat leren van andere mensen.”

Uiteindelijk, in de wereld van vandaag, is de vluchteling van een door oorlog geteisterd land een boodschapper die een belangrijke mededeling met zich meedraagt, gericht aan alle westerlingen. Die boodschap luidt zo:

“Ik ben hier omwille van wat de oorlogsstokers in jullie zogenaamde ‘democratische’ regeringen mijn land en mijn volk hebben aangedaan.” Lees deze boodschap en werk samen met de boodschapper in plaats van hem neer te schieten. 

De Nigeriaanse romanschrijver Chinua Achebe biedt ons een duidelijk antwoord in zijn roman Anthills of the Savannah, waar hij schrijft, “Terwijl we onze goede werken aan het verrichten zijn, laten we er aan blijven denken dat de echte oplossing ligt in een wereld waarin er geen liefdadigheid nodig is.”



Louis Yako (trinity.duke.edu)

Je kan de vluchtelingen helpen door jezelf te helpen, door alle neokoloniale, neoliberale oorlogsstokers te veroordelen en weg te stemmen uit de Westerse regeringen en instellingen. Er valt momenteel heel wat werk te verrichten, meer hier dan ‘ginder’.

Louis Yako is een Iraaks-Amerikaans dichter, schrijver en doctoreert in cultureel antropologisch onderzoek naar Iraaks hoger onderwijs en intellectuelen aan de Duke University.

Het artikel Can Westerners Help Refugees from War-torn Countries? verscheen op Counterpunch op 23 september 2016 en werd vertaald door Sarah Wagemans.



Content

take down
the paywall
steun ons nu!