Analyse -

Trumpisme

Het blijft een raadsel: hoewel Donald Trump excelleert in inconsistent gebazel gaat zijn opmars als presidentskandidaat gestaag voort. Politicoloog Michael Parenti legde in zijn boek The Face of Imperialism (2011) al uit waarom dit niet zo vreemd is.

donderdag 15 september 2016 12:00
Spread the love

Leugens hebben weinig impact op een publiek dat er al vanuit gaat dat politici sowieso liegen. Trump krijgt de mensen desondanks toch op zijn hand omdat hij met de nodige volkse theatraliteit zijn uitlaten voortdurend en openhartig bijstuurt, heen en weer. Hij pretendeert helemaal niet rechtlijnig te zijn maar belooft wel er tegenaan te gaan. Voor Amerika. Hij is een van hen.

Meer nog, hij is de beloofde heiland uit de Hollywoodindustrie: een outsider, de underdog, the selfmade man that promises to flip the status quo upside down! Wat die omslag dan concreet betekent, doet er nog weinig toe. Dit draait rond vorm eerder dan inhoud.

 ‘onschuldige incompetentie’

Parenti voegt daar een belangrijk inzicht aan toe.[1] Hoewel de VS-politiek niet almachtig is en ook fouten maakt, is ze op een indrukwekkende manier consistent, samenhangend en uiterst succesvol voor de belangen die ze dient. Soms gebruiken VS-beleidsmakers incompetentie evenwel als een handige dekmantel.

In 1986 bleek bijvoorbeeld dat de regering Reagan een geheime operatie had opgezet om het congres (en de wet) te omzeilen. Ze gebruikten de fondsen van geheime wapenverkopen aan Iran om contrarevolutionaire huurlingen (‘de Contra’s’) in Nicaragua te financieren. De overschotjes werden waarschijnlijk gebruikt om de verkiezingscampagnes van de Republikeinse Partij te sponsoren.

Toen dat uitkwam, gaf president Reagan de wapenverkoop volmondig toe maar beweerde geen flauw idee te hebben van wat er met het geld gebeurd was. Hij probeerde de publieke opinie ervan te overtuigen dat de operaties bedacht en uitgevoerd waren door ondergeschikten, ook al waren sommigen van hen zijn topadviseurs. Hijzelf wist zogezegd van de hele zaak niets af.

Reagan gaf zichzelf wel een publieke reprimande voor zijn onzorgvuldige managementstijl en zijn gebrek aan administratief toezicht op zijn staf. Allerhande wijsneuzen juichten Reagans ‘mijn schuld, mijn domme schuld’ toe omdat ze hun politieke leiders liever zien getuigen van onschuldige onwetendheid dan van volksverlakkerij.

Nochtans zal uit latere getuigenissen blijken dat Reagan wel een doorslaggevende rol speelde in de hele Iran-Contragate-affaire. Als we denken dat imperialisten dom zijn, dan zijn we aldus Parenti zelf niet zo slim. Het VS-imperialisme wordt niet geleid door gekken, maar door leugenaars, manipulators en moordenaars die overtuigd zijn van hun eigen deugdzaamheid.

 George W. Bush

Hetzelfde geldt voor Bush junior: zijn belabberde verbale kwaliteiten leidde tot de voor de hand liggende conclusie dat hij oliedom was. Maar Bush wist heel goed wat hij deed en wat hij precies wilde: hij zorgde voor belastingverlagingen voor de superrijken, ondergroef de controlemechanismen van de overheid en versoepelde de wettelijke voorschriften voor bedrijven.

Hij zette de federale gerechtshoven naar zijn hand, privatiseerde federale gronden, werkte intensief via achterkamers en schroefde de burgerlijke vrijheden terug onder het mom van de ‘oorlog tegen het terrorisme’. De militaire uitgaven stegen immens, tot grote vreugde van de wapenindustrie en private kredietverstrekkers.

Bush gooide de Iraakse regering omver, vernietigde de Iraakse staatseconomie en regelde de uitverkoop van dat land. Maar toen bleek dat Irak niets te maken had met Al Qaida en evenmin over massavernietigingswapens beschikte, dekte Bush zijn leugens toe door simpelweg te beweren dat hij fout geïnformeerd was.

Als imperialisten voor de keuze staan: democratie zonder kapitalisme of kapitalisme zonder democratie, aarzelen ze aldus Parenti geen seconde. Ze kiezen het laatste omdat ze weten dat het niet de superieure cultuur is maar de superieure vuurkracht die eerst de Europeanen en later de Noord-Amerikanen een dominante positie bezorgden.

Kortom, president Bush realiseerde zijn programma met een indrukwekkend succes terwijl hij het imago koesterde van een onschuldige dwaas. Hoewel vele VS-leiders graag de vermoorde onschuld spelen, weten we door hun obsessie met geheimhouding dat dit theater is. Jaar na jaar worden er in de VS elke dag zo’n 21.500 regeringsdocumenten als ‘geheim’ bestempeld.

Als beleidsmakers beweren geen verborgen agenda’s te hebben waarom vinden ze het dan zo noodzakelijk om hun acties jarenlang verborgen te houden, zelfs voor hun eigen medewerkers? Eén van de redenen is dat ze dan bij perslekken de schuld kunnen afwimpelen op ‘rotte appels’ bij een of andere geheime dienst die op eigen initiatief zou gehandeld hebben, ook een geliefd scenario uit de Hollywoodindustrie.

Spel met de media

Trump verfijnt deze strategie van de geboren onschuld tot een dramatische stijlfiguur om te scoren in de media. Hij beseft immers heel goed dat media behept zijn met sensatie en dat je veel kans maakt om verkozen te worden als je voortdurend het nieuws bepaalt. Aanwezigheidspolitiek, daar draait het om. Trump pakt er trouwens ook graag mee uit dat hij de voorpagina’s beheerst, in tegenstelling tot die ‘saaie’ Hillary Clinton. Wat die voorpagina’s over hem zeggen, wimpelt hij simpelweg af als frustraties van uitgekochte journalisten.

In een land als de VS, zo zou je kunnen redeneren, is zo’n show een sleutel tot succes. Wat dat is een land waar figuren als Nixon, Reagan en Bush niet alleen verkozen werden maar verbazend genoeg ook met een grote meerderheid herkozen. Het is een land waar mensen denken dat Bud Light, Coors en Miller de beste bieren ter wereld zijn. En dan hebben we het nog niet over Wal-Mart gehad.

Maar met die verwaande teneur miskennen we het feit dat het in Europa helemaal niet anders gesteld is. Figuren als Berlusconi en Wilders spelen al langer hetzelfde spel met de media: trumpisme avant la lettre. Zij pasten zich met succes aan de nieuwe vereisten van het commerciële medialandschap aan.

In Vlaanderen zien we steeds duidelijker dat N-VA zich aan diezelfde strategie vastklampt om het debat te kunnen blijven beheersen. Een hele zomer lang wisselden N-VA kopstukken elkaar af met losse ideetjes en provocaties. Terwijl het ene partijlid een ballonnetje opliet, stond een ander al klaar om het zelf te doorprikken. De oppositie stond er bij en liep er achteraan.

Het grote gevaar: democratisch verkozen lui ondergraven eigenhandig de kans op een democratisch bestuur en profileren zich via een angstcultuur. Het doet er nog weinig toe wie wat zegt, het gaat om de aandacht en de macht. Dat heeft niet alleen Donald Trump goed begrepen.

[1] Zijn boek is in Nederlandse vertaling beschikbaar onder de titel: Hoe de rijken de wereld regeren, 2012, EPO

take down
the paywall
steun ons nu!