15  jaar na 9/11: van de war on terror naar de terror of war
Essay, Wereld, Europa, Economie, Samenleving, Politiek -

15 jaar na 9/11: van de war on terror naar de terror of war

Zondag is het exact vijftien jaar geleden dat 9/11 plaatsvond. Tijd om een trieste balans op te maken.

donderdag 8 september 2016 16:34
Spread the love

Wanneer je na vijftien jaar terugkijkt naar 9/11, is het verleidelijk om te stellen dat de eenentwintigste eeuw begon op 11 september 2001. Bepaalde de crash van de vliegtuigen in de WTC-torens immers niet de debatten, de krachtsverhoudingen en de oorlogen die het begin van de 21ste eeuw zouden tekenen? Ja, natuurlijk.

Maar stellen dat 9/11 de geboorte van deze eeuw is, getuigt van een exclusief westerse blik op de geschiedenis. Een blik die 9/11 reduceert tot een betekenisloze handeling van een stel psychopaten die op een zonnige ochtend letterlijk uit het niets kwamen gevlogen om dood en vernieling te zaaien.

De vliegtuigen kwamen niet uit het niets, de ramp was niet betekenisloos. Het idee voor de aanslagen werd gesmeed in Afghanistan. Een land dat toen, in 2001, al decennialang verscheurd werd door uitzichtloze conflicten. Het begon met de Russische inval in 1979 die leidde tot een tienjarige oorlog tussen (voornamelijk islamitische) milities en het Sovjetleger.

Onder het motto ‘de vijanden van onze vijanden zijn onze vrienden’, steunde de VS het gewapende verzet tegen de Sovjet-Unie. Dat er tussen de milities die tegen de Sovjet-Unie vochten nogal wat extremistische groepen en buitenlandse strijders zaten, was voor de VS een detail. Het doel was om de Sovjet-Unie in het zand te laten bijten. En uiteindelijk ging de VS gewoon verder met een traditie die in Latijns- en Midden-Amerika niet zonder ‘succes’ bleek.

Het is op het einde van die Afghaans-Russische oorlog dat Al Qaida, de terreurgroep die verantwoordelijk was voor de aanslagen van 11 september, gesticht werd. In augustus 1988 is er voor het eerst formeel sprake van een organisatie die luistert naar de naam Al Qaida. De ambities van Al Qaida reikten echter veel verder dan het loutere verslaan van de Sovjets. Hun doel was de islamitische strijd te internationaliseren.



Afghaanse strijders, midden jaren ’80

Begin jaren 90 verzonk Afghanistan in een bloedige oorlog tussen plaatselijke warlords. Het was in die context van chaos dat de Taliban de macht wisten te veroveren en waarin Al Qaida zichzelf kon organiseren. Uit de mist van een door de Amerikanen gesponsorde oorlog herrees een monster dat enkel heel aandachtige waarnemers zagen groeien. Op 11 september 2001 kwam dat monster de rekening presenteren in New York. De VS kreeg de scherven van haar eigen buitenlandbeleid op zich afgevuurd.

Het vrolijke decennium

Elf september luidde niet het begin van een eeuw in, het was een herschikken van de scherven van de twintigste eeuw. Hoogstens was 9/11 het einde van een decennium dat in de VS en West-Europa gekenmerkt werd door een sfeer van misplaatste en depolitiserende euforie. De jaren ’90. De jaren van de love parades, van de lovedrug XTC. Een tijd waarin luid geopperd werd dat de Grote Ideologieën tot het verleden behoorden, al stond extreem-rechts ook toen al op de poorten te bonken. Een tijd waarin de vrije markt omhelsd werd als enig mogelijk alternatief, waarin de loftrompet geblazen werd over de globalisering, al kwamen andersglobalisten daar op het einde van de jaren 90 af en toe stoorzender spelen.



Love parade, Berlijn, 1997

Zeker, er waren rampen. Er was de horror in Joegoslavië, de eerste Golfoorlog, de hel van Rwanda. Maar het idee heerste dat er betere tijden kwamen, dat die gruwelijke conflicten restanten waren uit het verleden. Stuiptrekkingen van een wereld die als een ondergaande zon in de geschiedenis zakte – dacht het gros van de Europese intelligentsia.

Maar op 9/11 kwam de horror opnieuw thuis, werd de echo van het verleden een knal en werd de play-knop van de geschiedenis opnieuw ingedrukt. Luttele uren na de aanslagen verklaarde Mark Eyskens in de VRT-studio dat dit het begin zou zijn van de Derde Wereldoorlog.

En de oorlog kwam er. Maar het was niet de oorlog die de architecten ervan in gedachten hadden.

De Grote Leugen

Voor de neo-conservatieve kliek rond George W. Bush was 9/11 de gedroomde aanleiding om hun ideologisch en politiek project ten uitvoer te brengen. Ze dromen van een Amerikaanse hegemonie, gebaseerd op militaire agressie. Belangrijke leden van de entourage rond Bush zoals Donald Rumsfeld en Paul Wolfowitz waren lid van de neo-conservatieve denktank Project for a New American Century (PNAC).

PNAC lobbyde reeds in de jaren 90 voor een tweede inval in Irak. In een open brief gericht aan toenmalig president Bill Clinton, die op 2 februari 1998 gepubliceerd werd en onder meer ondertekend werd door Donald Rumsfeld, vroeg PNAC om een regimewissel in Irak. De aanhef van die brief luidde als volgt:

“(…) Saddam Hoessein heerst nog steeds in Bagdad. Ondanks zijn nederlaag tijdens de Golfoorlog, de sancties en de verwoede pogingen van VN-inspecteurs om de massavernietigingswapens van Saddam op te sporen en te ontmantelen, blijft Saddam in staat om biologische en chemische wapens te ontwikkelen.”

Exact vijf jaar later, in het voorjaar van 2003, is dat nog steeds het alibi van de kliek rond Bush om Irak binnen te vallen. Er wordt nog een verhaallijn aan toegevoegd: Saddam zou ook banden hebben met Al Qaida en trainingskampen van Al Qaida zouden zich op Iraaks grondgebied bevinden. De koppeling Saddam-massavernietigingswapens-Al Qaida moet het publiek warm maken voor een oorlog in Irak.



Protest tegen de oorlog in Irak

Maar dat lukt niet. Vanuit de publieke opinie komt een massale anti-oorlogsbeweging op gang. Vanaf 2002 zijn er over de hele wereld massale betogingen. Op 15 februari 2003 vindt de grootste betoging uit de geschiedenis plaats. In honderden steden over de hele wereld kwamen simultaan ongeveer tien miljoen mensen op straat.

Er waren geen massavernietigingswapen, er was geen link met Al Qaida. Dat wist iedereen.

Give war a chance

Maar het ondenkbare gebeurde toch, en het was live te volgen op televisie. Op 20 maart 2003 viel de VS Irak binnen. Men deed er alles aan om te laten uitschijnen dat het een gemakkelijke oorlog zou worden, een snelle overwinning. Het schema dat de Amerikaanse propagandadiensten in elkaar staken, was kinderlijk eenvoudig. De wrede dictator en terroristenvriend Saddam Hoessein zou verdreven worden, het Iraakse volk zou juichen en een democratische lente zou over het land trekken. Over massavernietigingswapens werd steeds minder gesproken.

Meteen had een deel van de rechterzijde ook een ideale stok gevonden om tegenstanders van de oorlog te slaan: wie tegen de oorlog was, die was voor de wrede dictator, tégen democratie en natuurlijk tégen de VS en dus tegen ‘onszelf’. Alain Finkielkraut (nvdr: Frans filosoof en politiek commentator) stelde bijvoorbeeld onverbloemd in NRC: “Toen het dilemma voor ons werd versimpeld tot de strijd tussen twee partijen, heb ik uiteraard voor de Britten en Amerikanen gekozen. Ik heb hoe dan ook nooit ook maar een seconde overwogen me bij de pacifisten te voegen, en nu minder dan ooit. Give war a chance – misschien loopt het goed af.”



Amerikaanse soldaten in Irak, april 2003

Ook Bush ging ervan uit dat het goed ging afgelopen. Op 1 mei verklaarde George Bush op een luchtmachtbasis nabij San Diego: “mission accomplished”. Saddam was verdreven, de oorlog was gewonnen. In werkelijkheid moest de oorlog nog beginnen.

Vanaf mei 2003 nam het verzet tegen de Amerikaanse aanwezigheid voortdurend toe. Aanhangers van Saddam hergroepeerden zich, gewapende milities sloegen aan het plunderen en van die chaos profiteerden dan weer politiek-religieus geïnspireerde milities. Vrij snel ontaardt de situatie in Irak volledig. Vanaf 2004 staat Irak in brand en zijn de internationale troepen het constante doelwit van aanslagen. De Amerikanen antwoorden op meedogenloze wijze: er speelde zich een oorlog af waarvan het westerse publiek slechts flarden zag.

Misschien zeggen cijfers in dit geval genoeg. Tussen 2003 en 2005 vielen in Irak 24.865 burgerdoden. Voor 37 procent van die burgerdoden waren de coalitietroepen verantwoordelijk, 9 procent viel door milities die tegen die troepen vochten, 36 procent was gerelateerd aan crimineel geweld en 11 procent viel binnen geen van deze categorieën. Give war a chance.

Oranje pakken

Op 8 mei 2004, bijna exact een jaar nadat Bush zei dat de missie volbracht was, werd het onthoofde lichaam van de Amerikaan Nick Berg teruggevonden in Bagdad. Drie dagen later duikt op het internet een filmpje op met als titel “Abu Musab al Zarqawi slacht een Amerikaan af”. Op het filmpje zijn vijf, in het zwart geklede en gemaskerde mannen te zien. Nick Berger zit voor hen neer, gehuld in een oranje pak. Een lugubere knipoog naar de pakken die de Iraakse gevangenen in de Amerikaanse gevangenissen dragen.



De onthoofding van Nick Berger

Eén van de Irakezen die op dat moment zo’n pak draagt, is Abu Bakr al-Baghdadi. Hij wordt van februari tot oktober 2004 vastgehouden in de beruchte Abu Graib gevangenis. Het is ook in die periode dat de foto’s uitlekken van door Amerikanen gemartelde gevangenen. Of al-Baghdadi zelf gemarteld of misbruikt werd, is niet geweten. In oktober wordt hij overplaatst naar Camp Bucca. Begin december wordt hij zonder voorwaarden weer vrij gelaten.

Op 9 november 2005 vindt een zelfmoordaanslag tegen een Amerikaans konvooi plaats ten zuiden van Bagdad. De dader is Muriel Degauque, een Belgische vrouw uit Charleroi. Ze was samen met haar man afgereisd naar Irak om er een aanslag te plegen tegen de Amerikaanse bezettingsmacht. Enkel zij kwam om tijdens de aanslag, een Amerikaanse soldaat raakt gewond. De zaak wordt beschouwd als een curiosum.

Zes maanden later, in januari 2006, wordt Al Zarqawi gedood tijdens een bomaanslag van het Amerikaans leger. Al Zarqawi was op dat moment de meest gezochte en gevreesde terreurverdachte voor de Amerikanen. Dat had veel te maken met de meedogenloosheid en de gruwel die Al Zarqawi en zijn ‘Al Qaida in Irak’ aan de dag legden. De strategie van Al Zarqawi bestond erin om de etnische en religieuze spanningen op te drijven door middel van niets ontziend, ontwrichtend geweld en zo een burgeroorlog te creëren. In die context van burgeroorlog zou het kalifaat kunnen herrijzen, zo redeneerde Al Zarqawi.



Een Amerikaanse naast het lijk van een gevangene in de Abu Graib gevangenis

Na de dood van Al Zarqawi doopt Al Qaida in Irak zichzelf om tot Islamitische staat van Irak en de Levant. De voormalige Abu Graib gevangene, Abu Bakr al-Baghdadi, zou de leider worden van die groep. Wanneer de groep zijn actieterrein van 2011 verlegt naar Syrië, worden onthoofdingen van gevangenen in oranje pakken het propagandistisch uithangbord. Ongeveer dertigduizend buitenlandse strijders vechten mee in de militie die ooit door Al Zarqawi werd opgericht. Het kalifaat is een feit. De contouren ervan doemden al op in de eerste jaren na de Amerikaanse inval.

Bring the war home

Het verscheurde Afghanistan bracht de Taliban en Al Qaida voort, het kapotgeschoten Irak de Islamitische Staat. De landen die in naam van democratie en westerse beschaving werden platgebombardeerd, zijn nu de plaatsen van waaruit wereldwijde aanvallen georkestreerd worden. In wezen wordt door IS dezelfde strategie toegepast die Al Zarqawi in Irak toepaste: een strategie van de spanning die de burgeroorlog moet uitlokken, die de haat tussen bevolkingsgroepen moet aanwakkeren. En Europa loopt met open ogen in de val die wordt uitgespannen.



Militairen in de Antwerpse straten

De oorlog in Irak is nooit gestopt. Hij is zichzelf blijven vertakken, over landsgrenzen en werelddelen heen. Vandaag staan in de Belgische straten militairen die in Irak en Afghanistan actief waren om een groep te bestrijden die in Irak en Afghanistan ontstond. Mensen die tegen de oorlog in Irak betoogden, hebben nu gevluchte Irakezen en Afghanen in hun vriendenkring opgenomen. Diegenen die applaudisseerden voor de oorlogen in Irak en Afghanistan, zijn diegenen die de vluchtelingen uit die regio’s uit Europa willen duwen omdat ze ‘een bedreiging’ zouden zijn.

De opschorting van de democratie in naam van de democratie is permanent geworden. In Frankrijk heerst de noodtoestand ondertussen bijna een jaar. Duizenden huiszoekingen worden uitgevoerd zonder tussenkomst van een rechter. Het zijn flashbacks van de raids van de coalitietroepen in Irak en Afghanistan. Ook bij ons zijn er steeds luidere pleidooien te horen om de democratie in naam van zichzelf op te heffen. Een Europees Abu Graib waarin de nieuwe Al Baghadadi’s zullen gekweekt worden, loert om de hoek.

Vijftien jaar na 9/11 zijn de puinhopen van waaruit 9/11 kon ontstaan, enkel gegroeid. De war on terror heeft slechts de terror of war voortgebracht.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!