Analyse -

Hillary Clintons lugubere schaduw over Haïti

Hillary Clinton prijst zichzelf aan als presidentskandidaat met ruime en degelijke buitenlandse ervaring. Canadees activist Nikolas Barry-Shaw ziet dat anders in het alternatief magazine Jacobin. Clinton heeft immers een zeer nefaste rol gespeeld in de ondermijning van de democratie in Haïti.

maandag 6 juni 2016 10:32
Spread the love

Betekent Hillary Clintons gooi naar het presidentschap van de VS een verstikking van de democratie in Haïti? Een groeiend aantal goed geïnformeerde commentatoren, afkomstig uit Haïti én de VS, denken van wel. Deze waarnemers stellen dat de politieke ambities van de voormalige minister van buitenlandse zaken van de VS een grote invloed hebben op het Haïtiaanse electorale proces.

De grondig fout gelopen verkiezingen op het eiland van augustus en oktober 2015 kregen meer dan 33 miljoen dollar steun van de Amerikaanse regering, maar waren aanleiding voor massaal politiek protest in januari 2016.

In de nasleep van het desastreuze presidentschap van Michel Martelly (2011-2016) tonen de Haïtiaanse verkiezingen duidelijk aan hoe Clintons pogingen om als VS-minister van buitenlandse zaken het politieke proces in Haïti te sturen, als een boemerang in het gezicht van de VS terugkeren1. Het massale protest in Haïti leidde ertoe dat de tweede ronde van de presidentsverkiezingen is opgeschort en dat het VS-ministerie van buitenlandse zaken zich momenteel alleen nog bezighoudt met het beperken van de schade.

De prioritaire bekommernis van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken (onder Clinton’s opvolger John Kerry) was steeds – zij het onofficieel – om de presidentsverkiezingen in Haïti af te ronden v??r het beslissende deel van de Amerikaanse verkiezingscampagne van start gaat in de zomer van 2016. Het ministerie is bijna wanhopig aan het pogen de gevolgen van Clintons beleid in Haïti buiten beeld te houden.

Schaamteloze diefstal

Michel Martelly wordt terecht afgeschilderd als de Haïtiaanse versie van Donald Trump. Tactloos, lomp en hopeloos reactionair gebruikte Martelly zijn populariteit als ‘konpa’ zanger (onder de naam van ’Sweet Mickey’) om zich in 2011 tot president te laten verkiezen.

Als beleidsmaker sprong zijn corrupte en autoritaire reputatie nog meer in het oog. Hij deed pogingen om buitenlandse investeerders aan te trekken met de belofte dat het Haïti van na de aardbeving ‘open zou staan voor business’. Zijn entourage bestond uit de kinderen van de Duvalieristen2 en andere duistere onderwereldfiguren die berucht waren voor hun betrokkenheid bij drugstrafieken en ontvoeringen.

Vier jaar lang weigerde Martelly parlementaire en gemeentelijke verkiezingen te organiseren: hij duidde zelf de burgemeesters aan en liet toe dat parlementsleden wier mandaat afliep niet vervangen werden door nieuwe vertegenwoordigers te verkiezen. Politieke tegenstanders belandden in de gevangenis, protest tegen de regering werd onderdrukt. Helemaal op het einde van zijn mandaat, blies hij het gehate Haïtiaanse leger3 dat eerder ontmanteld was, nieuw leven in.

In juli 2015 functioneerde het Haïtiaanse parlement niet meer en regeerde Martelly bij decreet. Onder druk van het groeiende straatprotest tegen de terugkeer van zijn dictatoriaal regime (one man rule), gaf Martelly zeer tegen zijn zin toe en organiseerde hij alsnog verkiezingen.

Hij verklaarde openlijk dat hij zinnens was een politieke dynastie van 20 jaar te installeren en koos Jovenel Moïse, een politiek onbekende agro-businessman, uit om hem op te volgen. In augustus en oktober 2015 gingen de Haïtianen dan toch naar de stembus om vertegenwoordigers op alle beleidsniveaus te kiezen.

Geen enkele van die verkiezingen voldeed echter aan het criterium van ‘redelijk democratisch’. De verkiezingen van augustus 2015 werden gekenmerkt door weid verspreide gewelddadige acties, totale wanorde en op voorhand volgepropte stembussen. In oktober 2015 werden honderdduizenden frauduleuze stemmen uitgebracht, partijkaarten werden op de zwarte markt te koop aangeboden, waardoor het resultaat van de verkiezingen totaal ongeloofwaardig werd.

Deze aanfluiting van de democratie werd nog erger door de historisch lage opkomst en door de corruptieschandalen die zelfs plaatsvonden binnen de kiesraad zelf, wat uiteraard eens te meer de geloofwaardigheid van de verkiezingen ondermijnde. Het was dan ook niet te verwonderen dat zowel bij de parlementaire als de presidentiële verkiezingen Martelly en zijn aanhangers als overwinnaars uit de bus kwamen.

“Zelfs naar Haïtiaanse normen waren deze verkiezingen een vulgaire overval” aldus politiek wetenschapper Henry Chip Carey die sinds de val van het dictatoriale regime van Baby Doc Duvalier in 1986, ontelbare Haïtiaanse verkiezingen heeft gevolgd en bestudeerd. Ondanks dit verkiezingsfiasco, waren de VS (en andere westerse landen) enthousiast. Zij verklaarden dat de verkiezingen “een stap vooruit waren in de richting van de Haïtiaanse democratie”.

De kleine observatiegroep van de EU en de Organisatie van de Amerikaanse Staten (OAS) sprak zich zeer snel positief uit over de verkiezingen met de bewering dat de “onregelmatigheden’ en ‘geïsoleerde gewelddadigheden het resultaat van de verkiezingen niet hadden beïnvloed.” Elena Valenciano, hoofd van de EU-delegatie die de verkiezingen kwam observeren, wachtte het afsluiten van de stembusgang niet eens af om te verklaren dat de verkiezingen van augustus 2015 zich in “bijna geheel normale” omstandigheden hadden afgespeeld.

Kort voor de presidentiële verkiezingen van oktober 2015 reisde John Kerry, die in 2013 het ministerie van buitenlandse zaken van Hillary Clinton had overgenomen, naar Haïti om opnieuw te komen bevestigen dat Martelly’s leiderschap in de politieke evolutie de steun genoot van de VS. Als voormalig Haïti-expert in het ministerie van buitenlandse zaken kloeg Robert Maguire er toen over dat de internationale machten er slechts op uit zijn de Haïtiaanse verkiezingen als een gedane zaak te kunnen klasseren.

De meeste Haïtiaanse waarnemers daarentegen verwierpen de gang van zaken bij deze verkiezingen en de Haïtiaanse burgers weigerden te aanvaarden dat de donorlanden dergelijke lage democratische waarden als norm hadden gesteld. Geconfronteerd met de duidelijke diefstal van hun verkiezingen kwamen honderdduizenden Haïtianen dus op straat om te protesteren tegen wat zij een ‘verkiezingsstaatsgreep’ noemden.

Deze straatprotesten begonnen al na de verkiezingen van oktober 2015 en zwollen in januari 2016 aan tot een reeks van woedende manifestaties. De manifestanten eisen van het establishment een interimregering en een onafhankelijke verkiezingscommissie om toe te zien op het verloop van de verkiezingen.

Gezichtsverlies vermijden voor Hillary Clinton

Op het hoogtepunt van de crisis, kwam voormalig Braziliaans diplomaat Ricardo Seitenfus met een opmerkelijke aanklacht. Volgens hem werden de agenda en de timing van de Haïtiaanse verkiezingen vastgelegd in functie van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Hij zei dat tegemoetkomen aan de verlangens van het Haïtiaanse volk om het verkiezingsproces echt te controleren te veel tijd zou vereist hebben, meer tijd dan de resterende duur van Martelly’s presidentiële mandaat..

VS-diplomaten Kenneth Merten (ambassadeur in Haïti onder Clinton van 2009 tot 2011) en Peter Mulrean drongen er echter op aan dat de verkiezingen zonder verwijl zouden afgerond worden. Zij zetten oppositie-kandidaten onder druk om hun boycot van de tweede ronde van de presidentiële verkiezingen op 24 januari 2016 op te geven.

Merten en Mulrean hamerden erop dat de VS alleen maar wilde dat de grondwettelijke deadlines werden gerespecteerd – een lachwekkende uitspraak gezien de VS in het verleden juist weinig of geen respect hebben getoond voor Haïti’s grondwet.

Braziliaans diplomaat Seitenfus had echter een heel andere verklaring voor de vijandigheid van de VS tegen een onafhankelijk onderzoek van het verloop van de verkiezingen. Hij zei dat “zij vlug-vlug een president in Haïti wilden laten verkiezen, en alles zo onopvallend mogelijk laten gebeuren om het onberispelijke verloop van Hillary Clintons campagne voor de presidentsverkiezingen niet in gevaar te brengen.

De reden voor deze haast, aldus Seitenfus, is dat Clinton rechtstreeks verantwoordelijk is voor zowel het rampzalige presidentschap van Michel Martelly als voor de huidige crisis van de Haïtiaanse democratie. Het pro-business imago van Martelly maakte hem, volgens Clinton, de ideale kandidaat voor het heropbouwen Haïti na de aardbeving (van 12 januari 2010).

Volgens de officiële resultaten (die fel gecontesteerd waren) haalde kandidaat Martelly bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 2011 niet genoeg stemmen om door te gaan. Clinton gooide haar volle politieke gewicht in de schaal om haar uitverkoren kandidaat alsnog te steunen.

Het Clinton-team gebruikte alle mogelijke drukkingsmiddelen: het opschorten en afschaffen van hulp, de weigering om visa uit te reiken aan regeringsmedewerkers, en zelfs het beramen van een coup tegen zetelend president René Préval.

In januari 2011 overhaalde Clinton, met zware druk achter de schermen president Préval om Martelly een zetje te geven zodat hij toch op de tweede plaats kwam te staan en naar de tweede ronde zou doorstoten, waar hij dan de presidentsverkiezingen zou ‘winnen’.

“Gezien Hillary Clinton 100 procent betrokken partij was bij deze beslissingen van 2010-2011, wilde zij, ondanks een valse start (van de verkiezingen van 2015), alles tot een goed einde brengen wat zij begonnen was”, aldus nog Seitenfus. Seitenfus zat toen in 2010-2011 als speciale afgezant van de OAS in Haïti op de eerste rij en zag al dit gekonkel voor zijn ogen gebeuren. Zijn toenmalige kritiek op de invloed die de VS uitoefende op het Haïtiaanse verkiezingsproces maakte hem beroemd bij de Haïtianen, maar koste hem wel zijn functie bij de OAS.

Deze Braziliaanse afvallige diplomaat is niet de enige die Hillary Clinton met de vinger wijst. Ook vele andere analisten stellen dat de VS op ontoelaatbare wijze de internationale beïnvloeding van de verkiezingen hebben gestuurd met het doel Clintons presidentiële verkiezingscampagne te vrijwaren.

“Welke internationale gemeenschap? In Haïti bestaat die niet” verklaarde een verontwaardigde diplomaat aan Zwitsers journalist Arnaud Robert. “Het zijn de VS die alles beslissen, en meer in het bijzonder de Clintons, die simpelweg hun gezicht willen redden v??r de presidentiële verkiezingscampagne in de VS.”

Leden van de machtige Haïtiaanse elite zijn het hiermee eens. Een lid van de ‘Private Sector Economic Forum’ – een groep van machtige Haïtiaanse zakenlieden – zegt “Om voor de hand liggende redenen zal dit alles slechts duren tot de presidentsverkiezingen in de VS voorbij zijn. Zij kunnen zich niet veroorloven dat dit niet ‘tijdig’ zou opgelost geraken. Zolang Clinton in de running is willen zij dat Haïti buiten beeld blijft in de media, met andere woorden willen ze het probleem opgelost zien tegen de zomer.”

Robert Maguire zit op dezelfde lijn: “Haïti van de voorpagina’s van de kranten houden is een prioriteit voor de Amerikaanse beleidsmakers, meer dan ooit nu de presidentiële verkiezingen in de VS er aan komen.”

Betwistbaar ontwikkelingsmodel

Het presidentschap van Michel ‘Sweet Mickey’ Martelly is slechts een deel van het erbarmelijke verhaal van Clintons bemoeienissen in Haïti. Jonathan Katz, die voor het persagentschap Associated Press schreef, v??r, tijdens en na de aardbeving van 2010, bevestigt dat de haast waarmee de VS de Haïtiaanse tumultueuze verkiezingen achter de rug wil hebben, voortkomt uit herhaalde bemoeienissen van Clinton in de mislukte pogingen tot heropbouw van het land. “Instabiliteit in een land waar zij en haar echtgenoot een grote Amerikaanse vlag hebben neergepoot, zal haar verkiezingscampagne niet vooruithelpen” zegt Katz.

Gedurende haar mandaat als buitenlandminister maakte Clinton van Haïti een topprioriteit. Zij en de leidster van haar team, Cheryl Mills, volgden van zeer nabij de internationaal gefinancierde hulp om Haïti na de aardbeving herop te bouwen. Haar echtgenoot, voormalig president Bill Clinton, gooide ook zijn gewicht in de schaal als co-voorzitter van de commissie die de heropbouwprojecten moest goedkeuren.

Hillary Clinton schreef in haar memoire Hard Choices dat “Haïti heropbouwen een opportuniteit was… om al doende te leren en een nieuwe aanpak van ontwikkeling te testen, die ook in andere landen in de wereld zou kunnen gebruikt worden”. Om hun slogan “Haïti built back better” (Haïti beter heropgebouwd) waar te maken, wendden de Clintons hun invloed aan om beslissingen te beïnvloeden. Ze poogden met privé-kapitaal en schenkingen overal tot het Haïtiaanse kiezerspubliek door te dringen.

Journalist Katz van de Washington Post schreef daarover: “Toen Clinton minister van Buitenlandse Zaken werd, had zij nergens meer invloed en respect dan in Haïti. Het was duidelijk dat zij dit gegeven zou gebruiken om van Haïti het model te maken, waarop ze haar visie van hoe machtig Amerika was, kon uittesten.”

Achteraf bekeken was de stoutmoedige nieuwe visie die Clinton in gedachten had voor Haïti, echter slechts een luchtspiegeling. De ‘nieuwe’ aanpak was immers hetzelfde oude ‘sweatshop-ontwikkelingsmodel’ dat al sinds het Duvalier-tijdperk door de VS oogluikend werd doorgedrukt, dit keer verpakt in een nieuw mooi doosje. De resultaten van deze zogenaamd ‘nieuwe aanpak’ waren echter even desastreus.

Een industriepark dat miljoenen dollars gekost had, werd door de Clintons gepromoot als de economische redding voor Haïti. In werkelijkheid was het volgens kapitalistische normen een gigantische flop. Het leverde slechts één tiende van de beloofde 60.000 jobs op (zie Haïti vijf jaar na aardbeving moreel failliet grote donoren).

Gigantische nieuwe krottenwijken breiden zich uit in het noorden van de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince. Zij zijn het permanente bewijs van de gevolgen van de onwaarschijnlijke beslissing om prioriteit te geven aan het bouwen van luxehotels voor buitenlandse toeristen, NGO medewerkers en zakenlieden, ten koste van permanente woningen voor de meer dan een miljoen Haïtianen die dakloos zijn geworden door de aardbeving.

Zes jaar na de aardbeving kan je er niet naast kijken dat de Clintons niet veel gewone Haïtianen hebben geholpen. Hillary Clinton zou deze onflatteuze realiteit liefst negeren, nu de datum november 2016 van de presidentsverkiezingen stilaan nadert.

Katz zegt hierover nog: “Normaal zou je verwachten dat ze in haar campagne constant naar Haïti zou verwijzen als het grote succes van haar diplomatieke carrière. Niets daarvan. Haar beleid in Haïti is één van de grootste teleurstellingen geworden, hoe je het ook draait of keert. Met name het fiasco van de regering van president Martelly en het feit dat juist zij een grote rol had gespeeld in het installeren van zijn regering, is het belangrijkste en meest recente voorbeeld daarvan.”

Wat misschien nog het meest zorgen baart voor Clintons verkiezingscampagne, is het kleine aantal ‘pionnen’ dat wel heeft kunnen profiteren van de zogenaamde heropbouw van Haïti. Tot dit selecte clubje intimi van Clinton behoren onder andere Tony Rodham (broer van Hillary) en de Ierse miljardair Denis O’Brien. Het is niet verwonderlijk dat Peter Schweizer en andere Republikeinse critici van Clinton niet nalaten dat veelvuldig te vermelden.

Tegenwoordig praten Clinton en haar politieke adviseurs liever helemaal niet over Haïti. Toen Katz tijdens een persbriefing de vraag stelde hoe haar ervaringen in Haïti haar buitenlandbeleid hadden beïnvloed, hield een woordvoerder van de campagne de boot af en zei dat Clinton het onderwerp zou behandelen ‘als de tijd er rijp voor was’.

Als je haar campagnewebsite er op naleest merk je dat die haar vele ‘inspanningen’ op het vlak van buitenlandse politiek de hemel in prijst, maar kom je Haïti er niet in tegen en moet je daaruit dus maar besluiten dat ‘de tijd nog niet rijp is’.

Misschien komt die tijd wel nooit. Er was een kleine opstoot in de nationale media gedurende de Haïtiaanse verkiezingsprotesten in januari 2016, maar verder bleef Haïti voor het grootste deel gewoon afwezig in de headlines van de Amerikaanse media. Dat is precies wat Hillary Clinton wil.

Het vertrek van president Martelly zonder verkozen opvolger 4heeft een potentieel explosieve situatie ontmijnd, tot nu. Bernie Sanders, Hillary Clintons Democratische uitdager voor de VS-verkiezingen, heeft van zijn kant het schabouwelijke parcours dat Hillary in Haïti aflegde, tot op heden genegeerd. Een enkele keer heeft hij zich daar wel over uitgesproken toen Clinton in 2009 de verhoging van de minimumlonen in Haïti te blokkeren. Sanders’ focus tijdens de campagne ligt immers op binnenlandse problemen: ongelijkheid, gezondheidszorg en andere binnenlandse aangelegenheden.

De Haïtiaanse verkiezingscrisis is echter verre van opgelost. De Haïtiaanse interim-regering die in februari 2016 het roer overnam, wordt geconfronteerd met de groeiende vijandigheid van Martelly en zijn bondgenoten, en van de paramilitaire organisaties die beweren het door Martelly opnieuw gemobiliseerde leger te vertegenwoordigen.

Een Haïtiaanse commissie voor de controle van het verloop van de verkiezingen die tegen de wil van de VS is samengekomen, is momenteel bezig met het onderzoek van de verkiezingsresultaten, met name om te zien of er fraude is gepleegd. Als reactie hebben de VS en andere internationale donoren alle niet-humanitaire hulp opgeschort. De resultaten van het onderzoek van de commissie worden verwacht tegen het einde van juni 2016. Het is best mogelijk dat dat opnieuw olie op het vuur zal gooien op de protesten van de Haïtiaanse bevolking.

De Antiguaanse diplomaat Ronald Sanders is geschokt door het heftige internationale verzet tegen deze controlecommissie. Hij waarschuwde dat het zoeken naar een gemakkelijke uitweg uit Haïti’s verkiezingsperikelen zou kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie die riskeert te ontploffen in het gezicht van de VS en zijn bondgenoten.

“Er is geen ‘quick fix’ voor Haïti” schreef Ronald Sanders in een recent editoriaal. “Het is juist de overdreven haast en oppervlakkigheid om ‘iets te regelen’ en het verdoezelen van de problemen, die er in het verleden toe hebben geleid dat het land in constant woelige wateren zit en dat de kansen op politieke stabiliteit en economische groei fel afgezwakt zijn.”

Of de regering van de VS wel of niet aandacht zal schenken aan de waarschuwingen van Sanders, valt af te wachten. In ieder geval is het duidelijk dat het zo bewierookte project van de buitenlandse politiek van Clinton een ranzige onderkant heeft, die nu voor iedereen zichtbaar wordt.

Nicolas Barry Shaw is Canadees activist voor solidariteit met Haïti. Hij werkt voor het Institute for Justice and Democracy in Haiti. Samen met Dru Oja Jay is hij mede-auteur van het boek Paved with Good Intentions – Canada’s development NGOs from idealism to imperialism. In dit boek leggen ze uit hoe meerdere Canadese ontwikkelingsngo’s meedraaien in het buitenlandse politiek-economisch beleid van hun regering. Dat beleid is niet gericht op ontwikkelingshulp maar op het vestigen en instandhouden van economische overheersing ten bate van Canadese bedrijven.

Het artikel Clinton’s Long Shadow verscheen op 27 mei 2016 op de website van Jacobin Magazine en werd vertaald door Agnes Hollanders. Overname van deze vertaling mag voor niet-commerciële doeleinden, mits weblink naar deze vertaling en naar het origineel.

1   Hillary Clinton was minister van buitenlandse zaken van 2009 tot 2013. Michel Martelly werd president in 2011 in zeer controversiële omstandigheden. Hij haalde in de eerste ronde slechts de derde plaats, maar de VS dwong de sterkste kandidaat zich terug te trekken, zodat Martelly toch aan de tweede ronde kon deelnemen. Omdat zijn mandaat officieel is verlopen zonder dat een opvolger werd verkozen werd hij op 7 februari 2016 vervangen door Jocelerme Privert, voorzitter van de senaat en nu interim-president.

2   Duvalieristen zijn voormalige bondgenoten van president François ‘Papa Doc’ Duvalier (1957-1971) en zijn zoon president Jean-Claude ‘Baby Doc’ Duvalier (1971-1986).

3   Het Haïtiaanse leger heeft een zeer brutaal verleden van gruwelijke repressie en staatsgrepen. Onder zware internationale druk werd het ontbonden in 1995. Martelly besliste het terug op te richten.

4   Zoals eerder reeds vermeld, werd hij voorlopig vervangen door de Voorzitter van de Senaat, die nu interim-president is.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!