In 2009 maakte de Amerikaanse filmmaker Louie Psihoyos indruk met het met een Oscar bekroonde documentaire The Cove, een scherpe en emotionele aanklacht over het mishandelen en doden van dolfijnen. De kracht van The Cove was dat deze strijddocumentaire gedreven werd door aanstekelijk werkende woede.
Regisseur Pishoyos was immers behoorlijk boos over het lot van dolfijnen. Hij hielp de voormalige Flipper-trainer Ric O’Barry om het afslachten van de dieren in een Japanse baai wereldkundig te maken. Zijn verontwaardiging over de slachtpartij en het de andere kant opkijken van zowel politici als media voel je in elk filmbeeld, waardoor het onmogelijk is om hier onverschillig bij te blijven.
Aanklacht en actieoproep
The Cove was onderzoeksjournalistiek die toonde hoe activisten een agressief afgeschermd geheim onthullen. Cinematografische knowhow (zoals technici die erin slagen een camera in een kunstrots te verbergen) en menselijk engagement leveren ondraaglijke beelden op die de wereld een geweten moesten schoppen.
“Het doden van dolfijnen start in september,” besluit de documentaire, “tenzij JIJ het stopt”. Een indringende oproep gevolgd door David Bowie’s song ‘We could be Heroes’. Een emotionele mokerslag die effect had. Het stadsbestuur van het Japanse Taiji (een sleutellocatie in deze documentaire) kondigde een verbod op het doden van dolfijnen af.
“That’s the power of movies” glunderde Ric O’Barry toen hij in 2009 The Cove kwam voorstellen tijdens het filmfestival van Deauville. De Franse verdeler (en regisseur) Luc Besson was minder euforisch: “We moeten waakzaam blijven, soms zeggen ze één ding en doen ze het tegengestelde”.
De Oscarbekroning van The Cove maakte Psihoyos ‘hot’ in filmland maar de filmmaker bleef zijn engagementen trouw. Hij sloeg lucratieve opdrachten als regisseur en als cameraman af en bleef actief op het vlak van dierenbescherming en activisme.
Tegelijkertijd onderhield hij nauwe contacten met fotografen van National Geographic die wereldwijd de vinger aan de pols houden van bescherming van dier en natuur. Daardoor geraakte hij betrokken bij Chasing Ice (2012), de eco-documentaire van Jeff Orlowski over James Balog, een fotograaf die het afsmelten van de ijskappen vastlegt.
Onderzoeksjournalistiek met een camera
Voor een tweede eigen film nam Psihoyos alle tijd. Pas zes jaar na The Cove ging Racing Extinction (2015) in première tijdens het Sundance Film Festival. Al die tijd hadden Psihoyos en de Oceanic Preservation Society (de vereniging achter The Cove) nodig om een belangrijk en complex verhaal uit te spitten: dat van het massaal uitsterven van diersoorten in de nabije toekomst.
De stelling van de regisseur is dat we na vijf massa-extincties (de laatste vond 66 miljoen jaar geleden plaats aan het einde van het geologische Krijttijdperk en was verantwoordelijk voor het uitsterven van de dinosauriërs) op weg zijn naar een zesde massa-extinctie, een volgend moment waarop massaal diersoorten zullen verdwijnen. Het opmerkelijke van deze zesde ‘Extinction’ is dat het point of no return in onze tijd ligt én dat er ditmaal geen ijstijden of meteoren kunnen aangewezen als schuldigen maar dat het de mens zelf is die de ondergang inluidt.
Racing Extinction wordt net als The Cove gedreven door een gevoel van woede en urgentie maar is ambitieuzer. Hij wil niet enkel de dolfijnen maar heel de oceaan en bij uitbreiding de ganse wereld redden. Dat vertaalt zich ook in een complexere filmstructuur. Psihoyos brengt zowel malafide handelaars als geëngageerde wetenschappers en gepassioneerde activisten in beeld, springt van locatie naar locatie en serveert ons afwisselend een actiethriller, een strijddocumentaire en wetenschappelijke natuurfilm.
Daardoor wisselt de emotionele toon ook geregeld. Humor, afgrijzen, verbazing, woede; de nu eens mooie en dan weer choquerende beelden creëren een emotionele rollercoaster. Voor de kijker levert dit een meer verwarrende kijkervaring op dan de één-verhaal-film The Cove. Racing Extinction is echter wel universeler en zorgt voor een persoonlijke benadering die het moeilijk maakt om als kijker afstand te nemen. Dit is geen verhaal van schuldige ‘slechteriken’ maar een van een collectieve verantwoordelijkheid voor verleden en toekomst.
Welkom in de ‘Age of Man’
Het huidige tijdperk wordt het ‘Anthropocene’, de ‘Age of Man’ genoemd, stelt Psihoyos en net zoals aanwijzingen aangeven dat de mensheid de oorzaak is, zijn het ook de mensen zelf die het uitsterven van de dierensoorten een halt moeten toeroepen.
In Racing Extinction zien we dan ook niet enkel mensen die het proces versnellen door dieren op industriële schaal te doden en te verhandelen maar ook wetenschappers die de ontwikkelingen in kaart brengen en activisten die voor verandering trachten te zorgen.
Dat laatste zorgt voor actie en voor adrenaline-gedreven ‘helden’: journalisten die met verborgen camera’s de handel in bedreigde diersoorten willen vastleggen, ecologisten die internationale regelgeving trachten te beïnvloeden of activisten die met reuze projectoren gemonteerd op (elektrische) wagens stiekem beelden projecteren op gebouwen om stedelingen een geweten te schoppen of een restaurant die bedreigde diersoorten serveert dwingt ze van het menu te halen.
De regisseur zelf wordt net als bij The Cove gedreven door verontwaardiging. “Ik las in The New York Times een artikel waarin stond dat de mensheid een massa-extinctie aan het veroorzaken is,” zegt Pishoyos in Racing Extinction, “het was een kort stuk op pagina 7. Zo gaat de mens dus met dat probleem om. Er wordt niets aan gedaan.”
Hij laat in het begin van de film specialisten meteen de omvang van het probleem aangeven. “Normaal zou elk jaar een op een miljoen soorten natuurlijk uitsterven,” zegt ecologist Stuart Pimm, “maar de komende decennia zullen soorten duizend keer zo snel verdwijnen”. Volgens paleontoloog Michael Novacek “is het lastig om in te schatten hoeveel soorten er precies zullen wegvallen, maar over 100 jaar is misschien wel de helft van alle huidige diersoorten uitgestorven”.
De mensheid als asteroïde
Volgens Pishoyos is de mensheid de asteroïde geworden; de mens en niet de natuur of een externe factor is verantwoordelijk voor de komende dreigende massa-extinctie. “Ik vond dit het belangrijkste verhaal ter wereld,” vertelt de regisseur voor de camera, “dit is net het dinosaurustijdperk, maar wij kunnen er nog iets aan doen”.
Daarbij laat hij zich niet leiden door pessimisme of cynisme. “Wanneer je mensen kan laten zien hoe mooi walvissen zijn bestaat er een kans dat ze gered zullen worden,” aldus Pishoyos, “de blauwe vinvis is zeer koel. Zijn gezang is het hardste van alle dieren, maar we kunnen het niet horen omdat het onder onze gehoorgrens ligt. We denken dat wat wij horen en zien alles is wat er is. Er bestaat echter een voor ons verborgen wereld en die wil ik laten zien”.
Naast de schoonheid van de dieren wil Psihoyos ook de bedreigingen in beeld brengen. Een eerste gevaar is de handel en consumptie van bedreigde diersoorten. Met een team activisten voert de regisseur undercover operaties uit om overtredingen vast te leggen.
Zo toont hij aan dat in ‘The Hump’, een trendy restaurant in de Amerikaanse stad Santa Monica, walvisvlees aanbiedt wat de uitbaters boetes en gevangenisstraffen oplevert. Wanneer het restaurant zelf niet meteen sluit projecteert activist Andy Gil walvisbeelden op de buitenmuren van het restaurant. Met resultaat.
Psihoyos, Gil, Shawn Heinrichs (die een loopbaan in de financiële sector opgaf om tegen de haaienvangst te vechten) en fotojournalist Paul Hilton reizen ook de wereld rond om de illegale handel in o.m. haaienvinnen, schildpadden en reuzenmantra’s vast te leggen.
Roofbouw op de toekomst
Dat levert schrijnende, emotionele beelden op van hulpeloos zinkende haaien zonder vinnen, van de doodstrijd van reuzenmantra’s en van fabrieken vol geslachte dieren. Toch hoedt Psihoyos er zich voor om enkel Aziatische boosdoeners met de vinger te wijzen. “Het is gemakkelijk om China te beschuldigen, te zeggen dat ze de planeet verwoesten, de boel vervuilen, soorten uitroeien,” geeft de commentaar aan, “maar het Westen heeft het milieu al enorme schade berokkend. Er zijn al veel soorten uitgestorven. In China gebeurt hetzelfde als wat er bij ons is gebeurd”.
Bovendien wijst de regisseur op reeds geleverde inspanningen en een mentaliteitswijziging in China. Ook bij het afslachten van reuzenmantra’s op het eiland Lamakera in Indonesië is er begrip voor de lokale bevolking. “De dorpelingen hopen dat je met goede alternatieven komt, deze jacht is hun enige bron van inkomsten, daardoor kunnen onze kinderen studeren,” zegt het dorpshoofd, “we hebben niets anders”.
We zien de tweestrijd van de activisten (die met betraande ogen zeggen “een wereld zonder deze diersoort zou leeg aanvoelen”) maar ook een groeiende bewustwording bij de lokale bevolking dat er iets moet veranderen. Alleen blijft de rol van het (wereldwijde) economische systeem buiten beeld.
Op ecologisch vlak komt het grotere beeld en een tweede bepalende factor in de race naar extinction wèl aan bod. De impact van de verstoring van het ecosysteem (vervuiling van de oceanen, afsmelten van de ijskappen en verdwijning van het permafrost) op de precaire overlevingskansen van de bedreigde diersoorten wordt duidelijk belicht. Vooral de toenemende uitstoot van koolstof wordt onderstreept en verbonden met de noodzaak onze huidige levensstijl aan te passen.
Actie spreekt luider dan woorden
Daarom benadrukt Racing Extinction de nood aan actie. “Mensen moeten begrijpen dat we de enige generatie zijn die deze dieren kan redden,” zegt Psihoyos via een voice over, “we kunnen niet rekenen op een toekomstige generatie om ons te redden. Het komt op ons aan”.
De regisseur gelooft nog altijd in de kracht van beelden maar wil ze niet enkel via documentaires zoals Racing Extinction bij de mensen brengen. Activisten, kunstenaars, wetenschappers en ondernemers (zoals Elon Musk) slaan de handen in elkaar voor een soort beeldguerrilla waarbij een op een elektrische wagen gemonteerde ultra-krachtige projector ‘s avonds beelden projecteert op gebouwen.
Drijvende kracht achter het project is artistieke duizendpoot en Obscura Digital-oprichter Travis Threlkel. “Om meer uit het medium te halen, werd het beeld in een kastje gestopt,” zegt Threlkel, “dat kastje heeft veel te maken met onze manier van denken. Ik heb altijd het medium willen verdelen in een miljoen stukjes, zodat het iets anders wordt”.
Door de beelden van fotografen van National Geographic via dit medium te verspreiden wil Psihoyos awareness creëren: “door natuur naar de stad te brengen kunnen we mensen inspireren”. Want “we leven in een visuele wereld,” benadrukt Paul Hilton, “beelden zijn heel krachtig. Ook al spreken mensen niet dezelfde taal; wanneer je ze een foto laat zien, begrijpen ze de betekenis meteen”.
De levensgrote slideshow levert poëtische beelden op maar Psihoyos laat de kijker niet comfortabel wegdromen. Net als The Cove eindigt Racing Extinction met een oproep tot actie. Elke individuele kijker kan zijn steentje bijdragen door zijn levensgewoontes aan te passen. Wat voor het Amerikaanse publiek ook geïllustreerd wordt:“If every American skipped meat and cheese just one day a week for a year, it would be like taking 7,6 million cars of the road”.
Zijn slotwoorden zijn een wereldwijde oproep tot actie: “Begin met een ding. Zoek uit wat jouw ding is”. Voor messcherpe analyses van de structurele oorzaken van de koers richting extinction moet je niet bij Racing Extinction zijn, maar deze documentaire heeft wel de verdienste te wijzen op de nood aan een koerswijziging en aan betrokkenheid van iedereen. Niets doen is geen optie.
RACING EXTINCTION, USA-UK-J-Ch-Mex 2015, 90′; van Louie Psihoyos, met Elon Musk, Louie Psihoyos, Joel Sartore; scenario Mark Monroe; fotografie John Behrens, Shawn Heinrichs, Sean Kirby & Petr Stepanek; dvd distributeur Sony Pictures.
Trailer van Racing Extinction: