Volgens het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA), raakten in de eerste vier maanden van 2016 22.400 mensen ontheemd in Kunduz (een persoon is ‘ontheemd’ zolang hij binnen zijn eigen land op de vlucht is, het statuut van ‘vluchteling’ geldt alleen voor personen die niet meer in hun land van oorsprong zijn, nvdr).
Uit de gelijknamige provinciale hoofdstad Kunduz vluchtten 14.000 mensen. Deze Afghaanse burgers zitten gekneld tussen gevechten van diverse verzetsgroepen en het Afghaanse leger. In heel Afghanistan raakten in de eerste vier maanden van 2016 118.000 mensen ontheemd.
Afgelegen gebieden zonder overheidstoezicht
Gezinnen vluchten meestal naar familie of bekenden. “Toen we voor het eerst probeerden om de situatie in kaart te brengen, leefden er soms zes gezinnen in één huis”, zegt Syed Zaheer, humanitair functionaris bij het OCHA. Volgens het OCHA verslechterde de situatie in Kunduz snel in de afgelopen maanden.
“Terwijl de strijd voortwoedt in alle zeven districten van de provincie Kunduz, worden gezinnen verjaagd naar afgelegen en onveilige gebieden waar hulporganisaties hen met moeite kunnen bereiken”, zegt OCHA.
“Ontheemde gezinnen in Kunduz lijden al lange tijd. Sommige mensen moesten al twee of drie keer uit hun nieuwe woonplaats vluchten, wat hun kwetsbaarheid vergroot”, zegt Gift Chatora van OCHA. “We zien de schadelijke consequenties als ontheemde gezinnen geen humanitaire hulp krijgen, kinderen niet naar school kunnen, er geen goede voeding of basisgezondheidszorg is en ouders hun inkomen kwijtraken.”
Afghaans vluchtelingen in Turkije en Griekenland worden niet erkend als oorlogsvluchtelingen. Ze worden als economische migranten aanschouwd en riskeren te worden teruggestuurd naar hun land.