De Amerikaanse luchtmacht past in Syrië en Irak sinds het najaar van 2015 nieuwe, lossere regels toe . Bevelhebber luitenant-generaal McFarland heeft immers een order uitgevaardigd dat luchtaanvallen, die naar verwachting maximaal 10 burgers zouden doden, geen voorafgaande toestemming meer moeten krijgen van het Centraal Commando in de VS.
Daarmee is het hek van de dam voor moord zonder grenzen. B52-bommenwerpers worden opnieuw ingezet tegen de Iraakse stad Mosoel. Belgische F16’s zullen daar nu nog een schep bovenop doen. De burgerbevolking wordt opnieuw het eerste slachtoffer.
Nieuwe “Rules of Engagement” druisen in tegen internationaal recht
Amerikaanse functionarissen verklaarden aan het Amerikaans dagblad op 19 april aan het tijdschrift USA Today dat als gevolg van de nieuwe gedragsregels, de zogenaamde ‘rules of engagement’, meer burgers zullen worden gedood door luchtbombardementen.
Onder deze nieuwe regels is er een escalatie aan de gang van de bombardementen op Mosoel, een Iraakse stad van ongeveer 1,5 miljoen mensen, die momenteel wordt bezet door de Islamitische Staat (IS) sinds medio 2014. Meldingen over honderden burgerslachtoffers bij Amerikaanse luchtaanvallen onthullen de menselijke kost van de Amerikaanse luchtoorlog en deze nieuwe rules of engagement.
Amerikaanse functionarissen blijven ondertussen beweren dat bij de meer dan 40.000 Amerikaanse bombardementen in Irak en Syrië slechts 26 burgers zouden zijn omgekomen. Dat is een belachelijke en absurd laag cijfer, omdat een aanzienlijk aantal burgerslachtoffers onvermijdelijk zijn in een luchtoorlog die 6.000 gebouwen heeft verwoest met meer dan 40.000 bommen en raketten.
Professor Souad Al-Azzawi, bekroond Iraakse milieuwetenschapper uit Mosoel, voerde de eerste studies uit naar de gezondheidseffecten van verarmd uranium na de Eerste Golfoorlog van 1991. Zij stelde een gedeeltelijke lijst samen van luchtaanvallen die in Mosoel burgers hebben gedood en civiele infrastructuur vernietigd, de meeste nadat de nieuwe “rules of engagement” in werking traden.
Zijn lijst is gebaseerd op verslagen van de Iraakse media Mosul Eye, Nineveh Reporters Network, Al Maalomah News Network, andere lokale media en contacten in Mosoel en is niet een volledige lijst van burgerslachtoffers of vernielde civiele infrastructuur.
Gedetailleerde informatie uit diverse mediabronnen kan worden gevonden op de website Airwars.org, een organisatie die de luchtaanvallen van de internationale coalitie tegen Daesh (IS) archiveert. Volgens deze organisatie ligt het aantal burgerlijke slachtoffers in Mosoel door de luchtbombardementen tussen juni 2014 en 27 april 2016 tussen 682 en 1008.
- 2016: 159-338
- 2015: 429-568
- 2014: 94-102
Propaganda en minimalisering van het aantal burgerslachtoffers
Uit vorige rapporten van de Britse organisatie Iraq Bodycount blijkt dat dit soort “passieve rapportage” in oorlogsgebieden slechts een kleine fractie van het werkelijke aantal burgerslachtoffers weergeeft. Dat getal is nog kleiner in gebieden buiten elke overheidscontrole en buiten het bereik van de conventionele media, zoals Raqqa in Syrië of Mosoel in Irak. De menselijke drama’s die zich voltrekken in de steden Ramadi en Fallujah blijven helemaal buiten beeld.
In de Westerse hemisfeer heeft de VS de informatieoorlog zo geperfectioneerd dat de meeste Amerikanen en Europeanen bijna niets weten over de werkelijke impact van de westerse militaire operaties daar. Majoor Ralph Peters, verantwoordelijk voor “toekomstige oorlogsvoering” bij de Deputy Chief of Staff voor Intelligence van het Amerikaans leger, schreef al in 1997 in een militair tijdschrift:
“Wij zijn meesters in informatie oorlogsvoering… Er zal nooit vrede heersen. Op ieder moment van ons leven zullen er meerdere oorlogen over de hele wereld woeden. Gewelddadige conflicten zullen de krantenkoppen blijven domineren, maar de culturele en economische strijd zal uiteindelijk meer beslissend zijn. De feitelijke rol van de Amerikaanse strijdkrachten zal er in bestaan de wereld veilig te houden voor onze economie en open voor onze culturele overheersing. Om dat te bereiken zullen we een behoorlijk aantal mensen moeten vermoorden.” Een duidelijke boodschap!
De moordende bombardementen gebeuren echter nu, terwijl ik dit artikel schrijf, terwijl de reguliere media zwijgen, opdat de verontwaardiging in het Westen over deze slachtpartijen niet te hoog zou oplaaien. Voor het eerst sinds de militaire operaties tegen de IS worden nu ook B52-bommenwerpers ingezet.
Die zijn reeds berucht voor de bommentapijten waarvan we de verwoestende uitwerking kennen tijdens de oorlogen tegen Vietnam en Cambodja. Wat wij nu te zien, te horen en te lezen krijgen is een totaal gecontroleerde versie van wat het Amerikaanse ministerie van defensie in het Pentagon ons wil inlepelen. Meer mag de burger in het Westen niet weten.
Jammer genoeg werkt deze propaganda. De meeste televisiekijkers zijn zelfs blij dat IS wordt bestookt met luchtbombardementen, ook al krijgt die televisiekijker een opgeschoonde, meestal verdraaide versie van de feiten: de mythe van de ‘propere oorlog’.
De oorlogsplanners wéten uiteraard zeer goed dat bij dergelijke luchtoperaties altijd enorm veel burgerslachtoffers zullen vallen en dat IS daardoor niet aan kracht inboet. Alleen de wapenhandelaars zijn rechtstreeks gebaat bij deze nutteloze en geldverslindende luchtoperaties.
Bovendien komt er een zesvoudige verhoging van de 50 Amerikaanse Special Forces die nu reeds in Syrië aanwezig zijn. Daarnaast zijn er al 4.000 Amerikaanse soldaten actief in Irak. Het Witte Huis heeft verklaard dat die “geen gevechtsmissies uitvoeren” en slechts worden ingezet in een “adviserende en assisterende capaciteit”, om lokale milities te trainen die ISIS direct aanvallen.
Hoe komt het dan toch dat er in 2016 al zes Amerikaanse soldaten werden gedood in rechtstreekse gevechten met IS? Moeten we de termen ‘assisteren’ en ‘adviseren’ misschien iets ruimer interpreteren?
Een greep uit de catastrofe in Mosoel
Ver van schijnwerpers van de media voltrekt zich ondertussen een absolute humanitaire ramp in diverse steden in Syrië en in de Iraakse steden Ramadi, Fallujah, Hit, Kirkuk, Tel Afar, Baquba en op andere plaatsen. Bedenk daarbij dat reeds sinds 1991 Irak onafgebroken werd gebombardeerd. Hoeveel doelwitten blijven er nog over om aan flarden te schieten? Laten we Mosoel als voorbeeld nemen. Wat is daar de voorbije jaren allemaal gebeurd?
- Veel overheidsgebouwen zijn vernietigd. Zoals Amerikaanse ambtenaren vertelden aan het tijdschrift USA Today, worden dergelijke aanvallen vaak ‘s nachts uitgevoerd, zogezegd om het aantal burgerslachtoffers te beperken, maar bewakers en burgers in de aangrenzende gebouwen zijn er dikwijls slachtoffers van.
- Telefooncentrales worden systematisch gebombardeerd en vernietigd.
- Twee grote zuivelfabrieken werden gebombardeerd, waarbij 100 burgers werden gedood en 200 gewond, veelal vrouwen en kinderen van de lokale bevolking die in de rij stonden te wachten om melk en zuivelproducten te kopen.
- Er waren ook meerdere luchtaanvallen in volle dag op de universiteit van Mosoel op 19 maart en 20 maart 2016 (de verjaardag van de Amerikaanse invasie) waarbij 92 burgers werden gedood en 135 gewond, voornamelijk docenten, medewerkers, families en studenten. Doelwitten waren het belangrijkste administratief gebouw, lesgebouwen, een vrouwenslaapzaal en een appartementencomplex voor faculteitsfamilies. Slechts één kind overleefde de aanval.
- 50 burgers (waaronder volledige gezinnen) werden gedood en 100 gewond door luchtaanvallen op 2 appartementsgebouwen, Al Hadbaa en Al Khadraa.
- Amerikaanse luchtaanvallen beschadigden op 24 april de waterzuiveringsinstallatie van Rashidiya in West-Mosoel en de elektriciteitscentrale van Yarmouk in Oost-Mosoel.
- Een moeder en haar 4 kinderen werden gedood bij een luchtaanval op een huis in de wijk Hay al Dhubat in Oost-Mosoel op 20 april, naast een huis van IS dat gespaard is gebleven.
- 22 burgers werden gedood (waaronder 11 leden van één familie) in een luchtaanval op huizen voor het Mosul Medical College.
- 20 burgers werden gedood en 70 gewond bij luchtaanvallen op het soennitische Waquf gebouw en omliggende huizen en winkels.
- 15 arbeiders – meestal vrouwen – werden gedood en 20 gewond bij een luchtaanval op een kledingfabriek.
- 67 doden – meestal vrouwen en kinderen – en 38 gewonden bij bombardementen op 5 telefooncentrales.
- De Nineveh Plains waterzuiveringsinstallatie werd gebombardeerd in oktober 2014 en een andere waterzuiveringsinstallatie en een ziekenhuis werden getroffen bij een luchtaanval op een elektriciteitscentrale in het noordoosten van Mosoel in juli 2015.
- Meelfabrieken, een farmaceutische fabriek, garages en andere workshops werden gebombardeerd, mét burgerslachtoffers, overal in Mosoel.
- De Centrale Bank van Mosoel in Ghazi Street en de belangrijkste en de lokale vestigingen van twee andere banken, Rafidain en Rasheed, werden gebombardeerd, met zware schade en burgerslachtoffers in de aangrenzende zones. Nadat de eerste bank was getroffen, werd al het geld overgebracht naar andere locaties voor die een paar weken later ook werden gebombardeerd.
- Drie arbeiders werden gedood en 12 gewond bij een luchtaanval op de voormalige Pepsi bottelarij.
- Het gouverneurshuis, pensions en het Turkse consulaat werden getroffen door luchtaanvallen.
- Een luchtaanval op een brandstofdepot in een industrieel gebied zorgde voor een inferno en eiste 150 slachtoffers op 18 april.
- De planbureaus voor constructie en stedebouwkunde werden gebombardeerd in Hay Al Maliyah.
- Luchtaanvallen op een magazijn voor levensmiddelen, energiecentrales en elektrische sub-stations in West-Mosoel.
- De Al Hurairah Bridge werd vernietigd door luchtaanvallen.
Amerikaanse luchtaanvallen hebben vele honderden, zo niet duizenden burgers gedood in Mosoel en een groot deel van de civiele infrastructuur vernietigd, waarvan mensen afhankelijk zijn om te overleven. Toch is dit slechts het begin van de Amerikaans-Iraakse campagne om Mosoel te heroveren. Anderhalf miljoen burgers zitten ingesloten in een stad die 30 keer meer burgers telt dan Fallujah v??r de aanval in november 2004, waar Amerikaanse mariniers 4.000 tot 6.000 mensen, voornamelijk burgers, hebben vermoord.
Ondertussen belet IS de evacuatie van burgers uit de stad, in de overtuiging dat hun aanwezigheid de militanten zal beschermen voor nog zwaardere bombardementen. IS gebruikt de inwoners van Mosoel ook als menselijk schild door wapenmateriaal te stockeren in hun huizen.
Oorlogsmisdaden
Het internationaal humanitair recht is absoluut duidelijk: militaire aanvallen op burgers, civiele gebieden en de civiele infrastructuur zijn ten strengste verboden. De aanwezigheid van enkele duizenden IS-strijders in een stad van 1,5 miljoen mensen kan geen willekeurige bombardementen en aanvallen op burgerdoelen rechtvaardigen. De VN-missie in Irak waarschuwde de Amerikanen al in een mensenrechtenrapport in 2007: “De aanwezigheid van individuele strijders onder een groot aantal burgers verandert het civiele karakter van een gebied niet.”
Het bombarderen van voedselopslagplaatsen, meelfabrieken en waterzuiveringsinstallaties zijn eveneens oorlogsmisdaden. Jean Ziegler, de speciale VN-rapporteur voor het recht op voedsel, protesteerde in 2005, toen de Amerikaanse troepen diverse steden belegerden in Irak: “Een drama vindt plaats in volledige stilte in Irak, waar de bezetter door een volledige blokkade, uithongering en afsluiting van voedsel en water gebruikt als oorlogswapen.” Hij noemde dit “een flagrante schending van het internationaal humanitair recht.”
Nu de VS haar bombardementen opvoert tegen Mosoel en andere steden onder controle van IS blijken de gecontroleerde lekken van deze nieuwe ‘rules of engagement’ een ‘informatie-operatie’ te zijn om politieke goedkeuring te krijgen voor luchtaanvallen die oorlogswetten schenden en grote aantallen burgers zullen doden,
En de Iraakse bevolking?
Ramingen wijzen uit dat bijna één op vijf Irakezen lijdt aan een psychische aandoening, een duizelingwekkend cijfer, hoger dan eender welke koorts- of andere epidemie. Er zijn echter geen middelen beschikbaar voor traumabegeleiding. De VN-Wereldgezondheidsorganisatie blijft ondertussen Oostindisch doof voor deze ‘epidemie’. Toch heeft Irak dringend behoefte aan psychologen. Experts schatten dat er zo’n 5.000 nodig zijn, terwijl er slechts 400 in het hele land zijn. In ieder geval zal een eventueel helingsproces vele generaties in beslag nemen.
Casestudies in andere landen hebben bewezen dat traumatische gebeurtenissen – oorlog, genocide of bijvoorbeeld het geweld tijdens de apartheid in Zuid-Afrika – een nefaste invloed hebben gehad op het collectieve geheugen van een land en een volledige maatschappij veranderen.
In het geval van Irak kunnen we spreken over cumulatieve ontberingen, oorlog, ontheemding (er zijn 3,3 miljoen ontheemden of interne vluchtelingen in Irak), en dit al meer dan 35 jaar. Als dit collectief trauma niet grondig wordt aangepakt zal het de capaciteit van het land ondermijnen om uit het dal te kruipen en zich opnieuw te ontwikkelen.
Het aantal zelfmoorden van jonge Irakezen stijgt. Lokale onderzoekers zeggen dat dit een gevolg is van de veiligheidscrisis, de werkloosheid en een algemeen verlies van hoop dat de dingen ooit beter zullen worden.
Ook in Fallujah, de stad die strijdt tegen honger en belegering, wordt zelfmoord vaak gezien als enige oplossing. Er woedt een humanitaire crisis. Kinderen sterven van honger voor de ogen van hun families. “De bevolking van Fallujah wordt belegerd door de overheid, gevangen gehouden door IS en de mensen sterven van honger”, aldus Joe Stork, adjunct-directeur Midden-Oosten van Human Rights Watch. “De strijdende partijen moeten ervoor zorgen dat de humanitaire hulp de burgerbevolking bereikt.”
Luchtbombardementen versterken jihadistische groepen
IS is ontstaan uit de oorlogsdrift van de Amerikaanse overheid. De fundamentele contradictie van de ‘war on terror’ is dat Amerikaanse agressie en andere oorlogsmisdaden bestaande Wahhabistische jihadigroepen zoals IS en Al Qaeda serieus hebben versterkt. Die zien zichzelf als een bolwerk tegen buitenlandse agressie en neokolonialisme in de islamitische wereld. Ondertussen blijven de Amerikaanse oorlogen en geheime operaties tegen seculiere vijanden, zoals Saddam Hoessein, Khaddafi en Assad, chaos creëren, waarin deze jihadisten hun ideologie met veel succes kunnen slijten.
Amerikaanse ambtenaren, niet in het minst President Obama, hebben openlijk erkend dat er “geen militaire oplossing” is voor dit jihadisme. Toch hebben opeenvolgende Amerikaanse regeringen bij iedere nieuwe crisis bewezen dat zij niet kunnen weerstaan aan de verleiding van militaire escalatie. Ze veroorzaakten slagvelden waarbij ongeveer 2 miljoen mensen werden gedood. Ze stortten een dozijn landen in complete chaos, waardoor Wahhabistisch jihadisme kon worden geëxporteerd van zijn oorspronkelijke teruggetrokken havens in Saoedi-Arabië, Afghanistan en Pakistan naar landen over de hele wereld.
“De soennitische Arabische inwoners van Noord- en West-Irak werden tien jaar lang gemarteld, geterroriseerd en vermoord door doodseskaders die de steun hadden van de VS en Iran. De soennieten zagen toen de heerschappij van IS als het minste van twee kwaden. Als de VS en hun Iraakse en Westerse bondgenoten nu doorgaan met hun aanval op Mosoel, zal het daaruit volgend bloedbad het Wahhabistisch jihadisme een nieuwe boost geven. Mosoel wordt dan een symbool van martelaarschap in de Arabische wereld, net zoals Fallujah, Guantanamo dat waren en de slachtoffers van Obama’s drone oorlogen dat zijn.
Uit recent onderzoek blijkt dat een meerderheid van jonge Arabieren geloven dat de opkomst van IS de grootste bedreiging voor de regio is. Opinies kunnen echter snel veranderen als het Westen zijn dodelijke en vernietigende campagne verderzet. In een ander recent onderzoek beschouwt meer dan 90 procent van de jongeren in Irak de VS als de belangrijkste vijand van hun land. Als de VS en het Westen nog meer chaos veroorzaken in de regio, kan de ommezwaai naar sympathie voor het jihadisme heel snel gebeuren.
Hoewel Al Qaeda en IS Westerse machthebbers hebben verleid tot steeds meer militaire tussenkomsten, kunnen zij geen bevelen geven aan Amerikaanse piloten om burgers te bombarderen. Alleen onze gezagsdragers kunnen dat. Onze politieke leiders zijn met andere woorden zelf moreel en juridisch verantwoordelijk voor deze gruweldaden, net zoals de leiders van de IS de verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen gruweldaden.
Het moet tot in den treuren worden herhaald: een diplomatieke oplossing, drooglegging van de stroom Westerse fondsen richting ISIS, stopzetting van de inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Syrië en Irak: dat zijn de enige mogelijkheden om vrede te bereiken.
De tussenkomst van het Westen in Syrië en de luchtbombardementen in Irak druisen regelrecht in tegen het handvest van de VN. Bovendien kan het geld van dergelijke peperdure operaties veel beter worden besteed aan preventieve maatregelen om de veiligheid van ons land te waarborgen en te voorzien in een menswaardige opvang van oorlogsvluchtelingen.
Ons land zal met de inzet van gevechtsvliegtuigen bijdragen aan een nog grotere vluchtelingenstroom uit Syrië en Irak. Hou dus die F16’s aan de grond! De VS hebben in 2015 naar schatting al 23.144 bommen gedropt: 22.110 in Irak en Syrië, 947 in Afghanistan, 58 in Jemen, 18 in Somalië en 11 in Pakistan, volgens een studie van de Council on Foreign Relations (CFR). Zero resultaat. Deze waanzin moet stoppen.
“You can bomb the world to pieces, but you can’t bomb it into peace”, zong Michael Franti in de nasleep van 11 september 2001. Hij vervolgde: “Military madness. The smell of flesh and burning pain. So I sing out to the masses: Stand up if you’re still sane!”
Interessante argumenten voor discussies met familie, vrienden en collega’s over de waanzin van de oorlog tegen de terreur en de Belgische deelname aan de operaties in Syrië en Irak vind je ook in volgende artikels: “Hoe ISIS bestrijden? Alternatieven voor bommen en granaten”, “Als bombarderen in Syrië niet helpt, wat dan wel?”, en “Syrië bombarderen brengt alleen meer chaos”.
Dirk Adriaensens is lid van het uitvoerend comité van het BRussells Tribunal. Tussen 1992 en 2003 was hij verantwoordelijke van SOS Irak en leidde verschillende delegaties naar Irak om de verwoestende gevolgen van de VN-sancties te observeren.
Hij was lid van het Internationale organisatiecomité van het Wereld Tribunaal over Irak (2003-2005) en co-coördinator van de Global Campaign Against the Assassination of Iraqi academics. Hij is tevens co-auteur van ‘Rendez-Vous in Bagdad’, EPO (1994), ‘Cultural Cleansing in Iraq‘, Pluto Press, Londen (2010), ‘Beyond Educide‘, Academia Press, Gent (2012), Global Research Online Interactive I-Book ‘The Iraq War Reader‘, Global Research (2012), ‘Het Midden Oosten, TheTimes They are a-changin’, EPO (2013).
Hij schrijft regelmatig artikels voor Global Research, Truthout, Al Araby, Countercurrents, The International Journal of Contemporary Iraqi Studies en andere media.