Op 26 september 2014 verdwenen 43 studenten in de stad Iguala na een charge op hun bussen door de lokale politie.
De ophefmakende zaak is nog steeds niet opgehelderd. Een groep van vijf internationale experts, die was aangeduid door de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten, mocht de verdwijning onderzoeken. Maar ook zij tasten in het duister.
Niet zomaar obstakels
In hun eindrapport klagen ze dat de Mexicaanse overheid hen niet alle gevraagde informatie heeft bezorgd. Zo mochten ze niet opnieuw met de verdachten spreken en kregen ze bepaalde politieke leiders en voormalige topambtenaren niet te zien. Het openbaar ministerie weigerde ook sporen te onderzoeken die de experts hadden gesignaleerd.
“Dat waren niet zomaar geïmproviseerde of gedeeltelijke obstakels”, besluiten de experts in het rapport.
Verdachten gefolterd
In een tussentijds rapport in september hadden de experts het openbaar ministerie al zware blunders aangewreven.
Het gerecht zette wel een hele reeks verdachten achter de tralies, maar hun verklaringen zitten vol tegenstrijdigheden. De experts hebben ook aanwijzingen dat verscheidene verdachten gefolterd zijn.
Nieuwe getuige
De groep heeft veertien maanden lang de verdwijning onderzocht. Aanvankelijk werkten de Mexicanen mee maar in januari was van die toeschietelijkheid ineens geen sprake meer. De Mexicaanse overheid vindt verder onderzoek door de experts niet meer nodig.
Het motief voor de verdwijning zou drughandel zijn. Een netwerk van drughandelaars in Iguala vervoert heroïne naar de Verenigde Staten aan boord van commerciële autobussen.
De studenten, die op weg waren naar een betoging, zouden zonder het te weten aan boord van zo’n bus zijn gestapt. De politie zou de studenten aan de drugkartels hebben overhandigd.
Twee weken geleden raakte bekend dat volgens een nieuwe getuigeook minstens twee federale politieagenten aanwezig waren geweest toen de jongeren uit de bus waren gehaald.
Dat suggereert dat de invloed van de plaatselijke drugkartels tot in de federale politie reikt.