Karen Mets

Een ooggetuigenverslag vanuit het Moria detentiekamp op Lesbos

Karen Mets bezocht het detentiekamp van Moria op Lesbos en schreef daar deze beklijvende getuigenis over.

dinsdag 19 april 2016 15:13
Spread the love

Wanneer je landt op Lesbos kan je je moeilijk voorstellen dat dit het toneel is van zoveel gruwel. Ik kwam net van Brussel, waar ik probeer een weg te banen doorheen alle nieuwe asielwetten en akkoorden die momenteel door onze strot worden geduwd. In Moria word je met je neus rechtstreeks op de gevolgen van die beslissingen gedrukt, en als Europeaan weegt de zwaarte van de verantwoordelijkheid die we allemaal dragen.

De pittoreske haven en prachtige vergezichten creëren een vakantiesfeer, en wanneer je naar het azuurblauwe water kijkt kan je niet bevatten dat duizenden het leven gelaten hebben tijdens de overtocht naar Europa.

Het contrast is scherp voelbaar wanneer je de grimmige weg naar het detentiekamp van Moria op rijdt. Het kamp is beveiligd door een driedubbele muur met tralies en extra prikkeldraad er bovenop. De grijze muren waren net wit geschilderd voor het bezoek van de Paus.

Bij het binnengaan aan de rechterkant zie je twee celblokken, die elk niet groter kunnen zijn dan honderd vierkante meter, waar 159 niet-begeleidde minderjarigen worden vastgehouden. De celblokken zijn verdeeld tussen de Arabisch en niet-Arabisch sprekende jongeren. Dit zijn geen criminelen, maar asielzoekers, waarvan de overgrote meerderheid vlucht van oorlog. Jonge tieners leunen tegen de tralies, verveeld, en proberen af en toe een praatje te slaan met passanten die de medische faciliteit ertegenover binnen gaan. Er is niets te doen. Er is zelfs niet genoeg ruimte om een beetje te voetballen.

Iets verderop staat een lange rij mannen te wachten. Honderden staan er in de rij. Ze zien er doodmoe uit. Dit is de rij voor de voedselbedeling. Ze spenderen het grootste deel van de dag wachtend op maaltijden, want de voedselbedeling gaat erg traag. Op een gegeven moment brak er een gevecht uit. Ze zijn allemaal uitgeput, hongerig en verveeld. Ze hebben geen idee wat er gaat gebeuren, hun leven hangt af van een wreedaardige loterij gesponsord door de Europese Unie.

Binnen het kamp is er nog een aparte, dubbel bewaakte gevangenis. Daar worden de mensen vastgehouden voor hun deportatie naar Turkije. Het zijn voornamelijk Pakistanen. Niet enkel zij worden daar vastgehouden. Een groep van 57 minderjarigen zit in een aparte ruimte in die cel, omwille van plaatsgebrek. Woorden volstaan niet om dit soort gruwel te beschrijven. Ze zitten vast in isolement, met vrijwel geen toegang tot basisdiensten, informatie, of juridische bijstand. Hulporganisaties mogen er niet bij. Als dieren in een kooi staarden ze naar ons. Die jongeren zijn zo ontzettend fragiel, en hun opsluiting is het levende bewijs dat de overeenkomst tussen de EU en Turkije onmogelijk op een humane manier kan uitgevoerd worden. En dat op het gebied van een lidstaat.

Het Europese ondersteuningsbureau voor asielzaken heeft sinds een week een aparte ruimte in het kamp ingericht om de ontvankelijkheid van asielaanvragen te onderzoeken. Mensen worden binnengeroepen en er worden een aantal basisvragen gesteld die bepalen of ze recht hebben op bescherming, en of Turkije een veilig land is om naar teruggestuurd te worden. Er wordt gevraagd waar ze vandaan komen, of ze via Turkije zijn gekomen, en wat hun link is met Turkije. Ik raakte aan de praat met een jonge kerel die net zijn interview had afgelegd. Hij sprak vloeiend Engels. Hij vertelde me dat de vertaling uit het Arabisch zo lamentabel was dat hij er zelf voor koos om het interview in het Engels af te leggen. Er zijn nauwelijks beëdigde vertalers in het kamp wat betekent dat mensen onmogelijk een eerlijke evaluatie van hun asielverzoek kunnen krijgen. Vertaling is een basisrecht dat gegarandeerd wordt in verschillende Europese wetten. Dit interview bepaalt de rest van hun leven.

Terwijl ik door het kamp wandelde, werd ik voortdurend vastgeklampt door jonge meisjes. Met mijn beperkt Arabisch probeerde ik te vragen hoe oud ze zijn en waar ze vandaan komen. Vierjarige Maha* uit Idlib. Zesjarige Lubna* uit Aleppo. Het valt me op hoeveel kinderen er in het kamp zijn. Zoveel kinderen, zoveel baby’s.

De VN schat dat 35% van de asielzoekers die nu gestrand zijn in Griekenland kinderen zijn. Iets verderop is er een zone waar de families verblijven. Er zijn bunkers met matrassen, maar door het plaatsgebrek verblijven veel families in iglotentjes die op de harde betonnen vloer geplaatst werden. Een man sprak me aan in vloeiend Engels. Wanneer hij hoorde dat ik uit Belgie kwam, schakelde hij over naar het Frans: ‘Je komt van Belgie? Ik hou van Belgie! Ik heb mijn ingenieursdiploma behaald in Luik, twintig jaar geleden. Ik vind Europa fantastisch. Als Europeanen zouden weten wat er in dit kamp gebeurd, zouden ze absoluut niet akkoord gaan. In Belgie hebben zelfs de honden mensenrechten! Maar niemand hoort ons verhaal, want journalisten mogen niet binnen. Ik heb geld, ik wil voedsel kopen, maar we mogen hier niet weg.’ Hij kwam van Aleppo.

Volgens de mannen en vrouwen waarmee ik praatte is medische hulp een groot probleem. Er zijn nauwelijks dokters. Er is geen tandarts,  geen antibiotica. Op de dag van mijn bezoek was er ook geen stromend water. Een collega vertelde me dat twee Syriers de week ervoor hadden besloten terug naar Syrie te keren. Liever dagelijks bommen dan de onmenselijke detentie in Moria.

Wanneer we naar buiten wandelden, kwam er net een nieuw gezin aan. Een vader, moeder, twee kleuters en een baby. Ze stonden daar, met een paar dekens in hun handen, verward en uitgeput. Ik vroeg me af welk traject ze hadden afgelegd om daar te geraken. Dit is het eerste beeld dat ze te zien krijgen van Europa, continent van vrede en mensenrechten.

Wat drijft onze Europese leiders om dit vreselijk afschrikkingsbeleid door te voeren? De schuld in de schoenen van de publieke opinie schuiven is te gemakkelijk. Dit is geen aanpak van de crisis. Het is de crisis weghouden van het publieke oog. Momenteel is de route in de Westelijke Balkan gesloten. De grens tussen Turkije en Syrie is zo goed als gesloten. Zowel Jordanie en Libanon hebben hun grenzen met Syrie afsgesloten. Je kan niet anders dan je afvragen: waar gaan die mensen dan naar toe? En wat is de toekomst van kleine Maha, die jongens die vastzitten in een kooi, de ingenieur die in Belgie studeerde? De Europese Unie draagt hierin een verpletterende verantwoordelijkheid, en de geschiedenis zal uitwijzen hoe uitermate onmenselijk hun reactie is geweest. 

*De namen in dit artikel werden gewijzigd

Deze tekst verscheen oorspronkelijk op de persoonlijke blog van Karen Mets

take down
the paywall
steun ons nu!