Hard boven Hard had in de aanloop naar de Grote Parade van 20 maart een alternatieve Metro-krant uitgebracht over de besparingen bij de NMBS. S.A. Mass Transit Media, uitgever van Metro, trok met een eenzijdig verzoekschrift naar de rechter om het verbod te eisen van de verspreiding van deze krant. Een Brussels rechter ging hierop in en verbood tegelijk om in een periode van één maand nog nieuwe nummers aan te maken, op papier of online, onder dreiging van een dwangsom van 5.000 euro per vastgestelde inbreuk.
Een andere rechter trok deze beschikking een week later echter in wegens ‘manifeste schending van de pers- en expressievrijheid’. “Er was immers onvoldoende aangetoond dat het verspreidingsverbod en het verbod om in de toekomst nog nieuwe nummers te maken als noodzakelijk in een democratische samenleving te beschouwen”, aldus Voorhoof. Zo stipuleerde eerdere rechtspraak dat de lay-out en vormgeving van gratis kranten in Belgische stations niet voldoende origineel waren om auteursrechtelijk te worden beschermd. Het verschil tussen de ‘echte’ en ‘valse’ Metro was volgens de rechter bovendien duidelijk waarneembaar.
In zijn commentaar wijst Voorhoof op het feit dat het de zoveelste keer is dat een procedure via eenzijdig verzoekschrift in mediazaken de basiswaarborgen van de pers- en expressievrijheid op de helling zetten. “Hoog tijd dus dat de wetgever paal en perk stelt aan dit soort gerechtelijke uitschuivers zodat advocaten niet langer in de verleiding komen om op tergende en roekeloze wijze deze juridische bokshandschoen boven te halen en rechters niet langer in het ootje worden genomen door al te eenzijdige verzoekschriften”, aldus Voorhoof.