Frankrijk in de ban van een opstand, een voorbeeld voor Hart boven Hard?
Opinie - Arthur Sollie

Frankrijk in de ban van een opstand, een voorbeeld voor Hart boven Hard?

Momenteel is Frankrijk in de ban van een opstand. Een strijd die begon als vakbondsverzet tegen de inperking van de bescherming van werknemers. Maar ondertussen uitgegroeid tot een nationale strijd van studenten, migranten, werknemers, sans-papiers, werklozen, armen, feministen,...onder de noemer ‘La convergence des luttes’. Is dit een voorbeeld voor Hart boven Hard na de twee geslaagde parades?

woensdag 6 april 2016 13:31
Spread the love




Het verzet begon met de belangrijke eis tot terugtrekking van de wet El Komhri die ter stemming lag maar is nu al gegroeid tot een heuse beweging. Het onderliggende onbehagen van deze massa tegen een alsmaar duidelijker gepercipieerde onderdrukking kan enkel door zo’n massale hereniging beginnen te worden gearticuleerd.

“…Merci, Hollande, pour nous réveiller de notre sommeil politique. Tu nous a rappelé quelque chose que nous avions oublié déjà depuis trop longtemps: Le commun!” 

“…Bedankt, Hollande, om ons wakker te maken uit onze politieke slaap. Je hebt ons doen herinneren aan iets wat we al sinds veel te lang waren vergeten: Het gemeenschappelijke [Le commun]!”

Nuit debout

Na een stevige speech en een massaal getier barst de verboden “Nuit debout” los. Place de la République is veranderd in een groot euforisch feest met revolutionaire liederen en klanken. Om vijf uur ’s nachts ontruimd door de politie, maar de volgende dag werd alweer het vervolg aangekondigd. Deze klok luidt nu al enkele dagen. Er is iets niet meer te stoppen. Publieke vergaderingen en commissies beginnen overal plaats te vinden.

Na elk euforisch begin, sluipt ook de verdeeldheid: Wat nu? Democratische voorstellen worden op open assemblees uitgesproken en gestemd, maar niet alles loopt van een leien dakje. Ook dat wordt besproken op de assemblees. Hoe verzet organiseren en concreet maken?

Hoe verder met Hart boven Hard?

Dit is ook de vraag die ik had na een Hart boven Hard acties en Grote Parades.  Wil Hart boven Hard/Tout Autre Chose een stap verder zetten?

Hart boven Hard/Tout Autre Chose zijn er alvast in geslaagd om een grote waaier aan onbehagen te verzamelen onder één noemer. De evengrote opkomst op de Grote Parade in maart bewijst dat de aanhang nog niet afgezwakt is.  

Daarom stel ik me deze twee zeer concrete vragen en probeer ik de mogelijke gevolgen hiervan na te gaan.

  1. Stoppen we hierbij met HBH of geloven we in het feit dat we werkelijk iets kunnen veranderen? En blijft het dan bij woorden of koppelen we er ook concrete acties aan.

Hart boven Hard ondersteunt onder andere vakbondsstrijd en andere emancipatorische bewegingen. Deze beweging vereenzelvigt zich dus niet met een parlementaire democratie waarin enkel de meerderheid telt. Als een meerderheid kiest over het bestaansrecht (in brede zin) van een minderheid, moet deze minderheid er zich niet zomaar bij neerleggen. Met andere woorden, de minderheid moet haar bestaansrecht ook kunnen afdwingen.

Bijvoorbeeld wanneer de uitkeringen worden afgeschaft of verminderd in de tijd voor werkzoekenden.  Er is een minderheid die niet kan werken omdat er gewoonweg structureel minder jobs zijn voor mensen die willen of kunnen werken. Is deze vermindering of afschaffing dan rechtvaardig omdat het gestemd is door de meerderheid? Daarom vind ik het onethisch en gevaarlijk om enkel af te gaan op meerderheidsdemocratie. [1]

Op dit punt moet een burgerbeweging zoals HBH duidelijk zijn. Durft Hart boven Hard zijn politieke handen vuil te maken en zijn reputatie op het spel zetten door het bestaansrecht van minderheden tegen alle prijs te beschermen tegen discriminerende meerderheidsbeslissingen in? Of rekent men slechts op pogingen tot beïnvloeding van een parlementaire meerderheid?

Hard tegen Hard?

Durft Hart boven Hard ook Hard tegen Hard te zijn als dit nodig is? Merk op dat het nu besproken ‘Herenakkoord’ dat de aansprakelijkheid van de vakbonden eist, op dit punt een gevaar voor onze maatschappij is. Hoe kan men iets afdwingen zonder sociale strijd, ook in een parlementaire democratie?

Met sociale strijd bedoel ik dan ongeplande stakingen, manifestaties, bezettingen of andere zaken die de regering niet a priori binnen hun veilige kader kan stellen. Een zekere dosis enigma is noodzakelijk om een dreiging te kunnen zijn. De ‘kracht van het getal’ is zélfs in een vredevolle betoging enkel betekenisvol door de potentiële dreiging (het niet-vredevolle karakter) die deze betoging in zich draagt wanneer er geen gehoor wordt gegeven aan deze massa. Als de politieke orde dit vanaf het begin kan uitsluiten, heeft dit als gevolg dat elke dreigende macht van een minderheid wordt afgenomen. En al zeker op een regering wiens kiezers niet in de beweging betrokken zijn.

Als ook de vakbonden in haar strijd wordt onderdrukt, resten er enkel nog verkiezingen, met alle gevolgen van dien. Tenzij Hart boven Hard deze fundamentele taak van een burgerbeweging op zich kan nemen (en elke aansprakelijkheid blijft weigeren). 

  1. Als we werkelijk iets willen veranderen, gaan we dan voor enkele concrete maatregelen of eveneens voor een politieke breuk met de wortel van het huidige dominante wereldsysteem?

Concrete maatregelen kunnen tegenhouden of afdwingen lijkt mij cruciaal in deze tijden. Het afnemen van verworven rechten moet ten alle koste vermeden worden. Maar de vraag gaat verder. Is het niet de ergste nachtmerrie dat het programma van een beweging waarachter ze staat helemaal wordt ingevoerd?[2] “Ok, jullie krijgen je vermogensbelasting, ok, we trekken die nieuwe arbeidswet in.”

Politieke winterslaap

Er blijft altijd iets over dat verder gaat dan concrete maatregelen. Zoals dat waar Hart boven Hard voor staat: een samenleving met een plus. Staat deze plus voor zachte waarden, lief zijn voor elkaar en respect, de introductie van ‘a human face’ in ons systeem?[3] Of durven we verder te denken richting een andere maatschappelijke drijfveer dan de accumulatie van privéwinst? Durven we het kritisch denken uit te breiden naar een kritiek op een mondiaal kapitalistisch systeem met al zijn gevolgen of blijven we oplossingen bedenken waarmee we de leegheid ervan kunnen vergeten? 

En als we dat durven, zijn we dan enkel tegen of stellen we ook iets doordacht in de plaats? Een andere drijfveer? Naar bijvoorbeeld een universele ethiek van mondiale inclusie en publiek belang? Om naar een échte emancipatiepolitiek te gaan en niet bang te zijn om te mislukken? Misschien moeten we ook eens wakker worden uit onze politieke winterslaap. Het heeft lang genoeg geduurd. 

Wat is vrijheid en gelijkheid?

Misschien moeten we eens beginnen door alle taboes te doorbreken en publiek na te denken over wat vrijheid en gelijkheid eigenlijk (kunnen) betekenen, wat de actualiteit van deze begrippen zijn, over wat feitelijk het doel van democratie is en hoe dit doel nu faalt, over wat het gevaar en gevolg is van privébezit van publieke zaken, over het al dan niet noodzakelijk en dringend karakter van radicale verandering en wat in het verleden in deze naam is gebeurd, om niet in dezelfde valkuilen te vallen en eveneens het warm water niet opnieuw uit te vinden. Zo kunnen we ons verankeren in een reeds eeuwenlange (niet enkel) Europese denk- en revolutiestroom, deze actualiseren en hard maken. Onze eigen spelregels bedenken.

Wat is ‘vrijheid’ als onder de viering van deze leuze alle bescherming van werknemers wordt afgenomen en in constante angst en onvrijheid resulteert? Of is vrijheid de mogelijkheid om collectief een duidelijk kader vorm te kunnen geven waarin we individueel kunnen bewegen?

Wat is ‘democratie’ in tijden dat onder de naam van ‘staatsschuld’ (lees controle), onverkozen waakhonden van de elite (IMF,…) elke andere vrijwillige keuze dan deze voor een verstikkend programma afstraffen met bancaire en humanitaire rampen? Hoe is het zelfs mogelijk dat deze groepen als legitiem worden gezien?

Is het dan genoeg om enkel voor de woorden ‘vrijheid’, ‘gelijkheid’, ‘democratie’… te staan?

Touwtjes in handen nemen

Het wordt tijd dat we de touwtjes in handen nemen en zelf ons kader vormgeven waarin we willen bewegen. En dat begint door elke transparantie af te dwingen en politieke macht aan te duiden.[4] Op zijn minst om te weten waartegen we strijden. Deze strijd zal jammer genoeg niet enkel ludiek zijn. Eén voordeel, het volk heeft dit door en heeft er genoeg van. In Frankrijk, Nederland, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Portugal, Spanje en zelfs de Verenigde Staten. Tijd dat de politiek terug in het belang van de burger is.

Ik geloof best dat dit moeilijke vragen zijn, maar hierover moet er discussie komen. Zoniet blijven we met lege begrippen gooien waarachter we ons onmogelijk kunnen scharen omdat we niet weten wat we zeggen.

Laten we het dan oneens zijn maar er alvast beginnen in te geloven. Zo blijft deze beweging levend want als een Hart niet af en toe klopt, is het dood.

 

Noten:

[1] Hierbij nog niet in rekening genomen dat praten over democratie zinloos is vanaf een bepaalde graad van ongelijkheid. Zie bvb: Badiou, Comment penser les meurtres de masses? De voorlopige vertaling is te vinden op: vektor.cc/teksten/badiou

[2] Zie hierover o.a. Laclau & Mouffe, ‘Hegemony and socialist strategies.’

[3] Bekijk omtrent deze stelling eveneens de geanimeerde beelden van een lezing van Zizek: ‘First as Tragedy, then as Farce’ https://youtu.be/hpAMbpQ8J7g

[4] Iets wat op een heel precieze manier gebeurd is in ‘Merci, Patron.’ Een documentaire door François Ruffin welke de vonk was die de lont van deze Franse beweging heeft aangestoken. Vanaf 11/5/16 te zien in onze zalen.

take down
the paywall
steun ons nu!