Nu zondag Parade Hart boven Hard:  warme oproep van en voor krokodillen!

Nu zondag Parade Hart boven Hard: warme oproep van en voor krokodillen!

vrijdag 18 maart 2016 12:42
Spread the love

In 1975 liep ik voor het eerst – en so far voor het laatst – mee in een betoging. “VDB – WEG ERMEE” scandeerden we, tegen de aankoop van gevechtsvliegtuigen door Vandenboeynants.

Agitatoren – zo werden betogers toen genoemd- stormden de klassen van onze school binnen om ons met slogans en kreten te overtuigen om tegen VDB te betogen.
Ik bleek ongevoelig te zijn voor de manier waarop ze ons opruiden om weg te lopen van school en mee te betogen.  Voorbeeldige leerling als ik was, bleef ik netjes verder werken aan mijn fysica. 
Het leek de opruiers te lukken om vooral oudere leerlingen mee te krijgen. 
De schooldirectie zag op de speelplaats het groepje dat de stoet zou vervoegen aanzwellen en besloot in paniek (de ouders! de verzekering!) om de school af te sluiten. Niemand kon nog naar buiten. 
De leerling van immer tien op tien – of toch minstens negen en een half – die ik toen was, voelde plots diep van binnen een enorme rebellie ontwaken.  Wat?  Hoe durven ze?  Ons OPSLUITEN? 
“Laten we door het venster ontsnappen,” stelde deze modelleerling zachtjes voor, en voegde daad bij het woord.
Aldus liep ik een half uur later mee in de massabetoging “VDB – WEG ERMEE”.
Maar al liep ik mee, ik riep niet mee. Niemand sluit ons op, waren mijn triomfantelijke diepste gedachten.
 Midden in de stoet werd er op het Conservatoriumplein (Kortrijk) voor onze ogen een jongen neer geknuppeld. 
Bloed vloeide.  Drie agenten sloegen en schopten de jongen terwijl ze hem naar de combi sleepten.Wat doe ik hier? dacht ik totaal van mijn melk. 
Ik was 16 en dit leek wel een opgedrongen inwijding in betogen en geweld.
Toen ik ‘s avonds thuis kwam rondde mijn vader de mogelijke inwijding af met een uitgaansverbod van enkele weken. Voortaan deed ik niet meer aan betogen.  Een betoging was mijn biotoop niet.
Zelfs in de grote vredesmarsen tegen de kernrakketten begin jaren 80 kon je me niet tegenkomen. 
Ik werd de vrouw van het pragmatische activisme:  Stof en Aarde, biologisch en fairtrade katoen;  jarenlang bewustzijnswerk rond ons consumptiegedrag en gelukgevoel;  een stichting ter bevordering van de liefde;  Lifeschool Ghana, interculturaliteit en ontwikkeling;  Noem me neger, beeld en beeldvorming rond Afrika;  Potjebuur, een nieuwe feestdag die jaarlijks samenvalt met het Suikerfeest…
Dat is wat ik doe, dacht ik altijd.  Omdat ik het kan doen en omdat het mijn plicht is.Steeds voelde ik dankbaarheid en ontroering voor iedereen wie wel in de betogingen liep, want ondertussen kon ik lekker verder werken aan de vorm van activisme waarvoor ik me in de wieg gelegd voel.  Merkwaardig, maar na 41 jaar voel ik plots een heel sterke drang om nu zondag mee te lopen in de parade van Hart tegen Hard.
Mijn activisme dat zich achter mijn computer, op vergaderingen, in workshops en op lezingen afspeelt, de besprekingen, de deadlines…ALLES moet ik even laten voor wat het is, want ik voel dat ik moet stappen, meestappen…
Net zoals ik toen niet riep:  “VDB, weg ermee”, zal ik waarschijnlijk ook nu niet “Hart boven hard” roepen.Maar diep vanbinnen zal ik opnieuw dat triomfantelijke gevoel koesteren:  niemand zal ons opsluiten. 
Niemand zal ons opsluiten in een wereld waarin angst regeert en onmacht ons lamlegt.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!