Vannacht waren we om twee uur uit de veren om naar het strand toe te rijden. De hele rit probeerde ik mezelf rustig te houden. Het zou sowieso het hoogtepunt van de week worden. Het leek alsof ik niet besefte in de auto te zitten, alsof alles daarbuiten een droom was. Men kon een speld horen vallen. Dat was de atmosfeer vandaag; emotioneel beladen.
Eenmaal toegekomen danste de wagen over de hobbelige strandstenen van Lesbos, om vervolgens te blijven stilstaan op een uitkijkheuvel vlakbij de zee. Het waaide en de temperatuur lag laag. De wilde zee stuwde haar golven klotsend richting het met rotsen bedekte strand. Stilte. De lichten moesten uit om geen vluchtelingen naar de dodelijke berg te lokken. Observeren. Was dat een rubberboot? Nee. De havenwacht patrouilleerde ook. Een uur lang werd er geen woord gezegd. Slapen.
Uit het niets verstoorde een hard geklop op de ruit de spirituele droom waarin ik vertoefde. “We moeten gaan!” Een hevig heen en weer geloop volgde tot iedereen in positie zat om naar een ander deel van het strand te rijden.
Allen beseften we het belang van snelle handeling. Twee uur eerder waren er namelijk al twee boten gesignaleerd, nadat de inzittenden via een speciaal ontwikkelde app hun coördinaten hadden doorgegeven aan de Griekse havenpolitie. Het signaal werd echter verbroken. Niemand weet wat er met hen is gebeurd; niemand wou nog meer vermisten.
We reden als bezetenen naar een lager gelegen stuk strand. In de verte escorteerde de marine een oranje boot naar de plek waar tientallen vrijwilligers hen opwachtten. We keken vol spanning toe hoe de zee hen de andere kant op dreef.
Enkel het woelige water en het geschreeuw van de toekomenden was hoorbaar. De spanning was te snijden. Ik trilde van emotie en stond op het punt in tranen uit te barsten. De angst die deze mensen hebben moeten doorstaan… stel je voor dat je in het midden van de zee ronddobbert, pal tussen twee landen waarvan geen enkel al zwemmend bereikbaar is. Het is als de dood in de ogen kijken.
De kalmte die deze mensen hebben moeten bewaren is bijna onmenselijk. Het stipje in de verte werd groter en groter. Na enkele minuten spoelde het scheepje aan. Ik kan niet beschrijven hoe dit voor ons allen voelde. Daarom laat ik het jullie liever zien.
In de boot zaten veel kinderen. Het ging door me heen dat ik op mijn leeftijd een potentiële vader had kunnen zijn. Ze huilden. Hun moeders huilden. En de vaders troostten.
Gelukkig was er naast extreme droefheid ook onmetelijke vreugde, maar ik bemerkte geen enkele andere emotie die daar enigszins tussenin lag.
Mijn hart sloeg een slag over en mijn adem stokte, wetende dat deze mensen door de Turkse kustwacht met stokken waren geslagen om vervolgens -na een reis van zes uur in open zee- te moeten ontkomen aan een aantal ‘stoere’ Griekse kustwachters die de boot probeerden leeg te prikken om opslag te krijgen.
Er zat zelfs een kind op de motor om de Turkse patrouilles ervan te weerhouden daarop te schieten. Rekening houdende met alles wat ze hebben moeten doorstaan, viel dit moment me heel zwaar. Het was het meest beladen, maar ook het meest onvergetelijke moment uit mijn jonge leven.
Iedereen stapte vermoeid uit de boot om vervolgens even te bekomen op de uitgestalde dekens op het zand. We bedekten hen met aluminiumfolie -dat helpt tegen de wind-, gaven hen een flesje water met wat voedsel en probeerden contacten te leggen om inzicht te krijgen in hun dodentocht. Aan de moraal van deze boot te zien, hadden enkele inzittenden het niet gehaald. Het gebeurt vaker dat er zo weinig plaats is dat iemand overboord valt. Het risico om op dat moment hulp te bieden is gewoon te groot. Met alle verdriet nadien.
Nadat iedereen gevoed en gekleed was, kwam er een jongen van mijn leeftijd op me af. Hij kon zijn geluk niet op en gaf me met een brede glimlach een innige omhelzing. Hij bedankte me en vroeg om een foto. Ik heb er dan ook maar een genomen.
De bus van de Verenigde Naties was intussen gearriveerd. Die bracht de asielzoekers naar het registratiecentrum in kamp Moria, waar ik eerder deze week Adi leerde kennen. Ik zal hem waarschijnlijk nooit meer zien, want mijn avontuur is hier bijna op zijn einde, hoewel ik wel de drang voel in Roemenië te gaan helpen omdat de situatie er escaleert. Misschien kom ik hem daar nog tegen. De bus vertrok. We ruimden het strand op en gingen opnieuw naar onze uitkijkpost.
Een kwartier later kwam er een tweede boot aan. Opnieuw rijden, alles uitstallen en wachten tot ook die sloep de oever bereikt had. De passagiers waren optimistischer. Er zaten volledige families in; heel zeldzaam.
Normaal kunnen ze dat niet betalen. Smokkelaars vragen bij goede weersomstandigheden 1500 euro per persoon. Bij slecht weer is dat 900 euro. Af en toe maken ze een deal met een familie, waardoor zij gratis de overtocht mogen maken: één familielid stuurt de boot waarop de ganse familie samen met tientallen betalende vluchtelingen zit, zodat de smokkelaar de overtocht niet zelf hoeft te maken.
De smokkelaar houdt -conform de deal- één kind van de familie in Turkije. Die mag pas over als de bestuurder de boot veilig laat terugkeren naar de Turkse kust. Gruwelijke praktijken, maar het is de realiteit. Geen idee of dat ook bij deze familie zo is gegaan, maar ik vermoed van wel. Ook hen gaven we voedsel en drank om hen vervolgens op de bus te zetten. Daarna hebben we geen boten meer gesignaleerd.
De gebeurtenissen van vandaag beginnen nu pas echt door te dringen. Ik weet dat ik straks ga beseffen wat ik heb meegemaakt. In mijn proloog schreef ik dat deze reis me zou veranderen als mens. Dat is vandaag meer dan ooit van toepassing.
In alle ellende ben ik zeer dankbaar dat ik deze ervaring heb mogen meemaken. Het gaf me wat ik zocht. En het heeft mijn perceptie over Europa en de rest van de wereld sterk veranderd.
Ik ben bang dat ik niet meer zal kunnen aarden in mijn thuisland. Misschien word ik wel nomade. Onze media kunnen niet beschrijven wat hier gebeurt. Ons zicht is beperkt. Ik wil meer weten, meer zien, meer genieten. Het gevoel dat ik leef is onbeschrijflijk. Het was meer dan een ervaring; het was een gebed. En ik ben heel opgelucht dat ik deze kans met beide handen heb gegrepen.
Lees alle verhalen op mijn blog.