Het Brussels justitiepaleis staat al zolang in de steigers voor herstellingswerken, dat zelfs de steigers ondertussen 'gerenoveerd' moesten worden (Paul Hermans/WikiMedia Commons)
Opinie -

“Neoliberalisme is een fascisme”

Manuela Cadelli, voorzitter van de Franstalige organisatie Association Syndicale des Magistrats, noemt het neoliberalisme een vorm van fascisme. Deze ideologie vervormt de taal om haar doelstellingen te verwezenlijken en staat uitsluitend ten dienste van een 'kaste boven de rest', die haar eisen tot 'bezuiniging' aan iedereen oplegt, behalve aan zichzelf.

maandag 7 maart 2016 12:59
Spread the love

De tijd van de retorische voorzichtigheid is voorbij. Het is nu beter om de dingen bij hun echte naam te noemen om een gepaste gezamenlijke democratische reactie mogelijk te maken, zeker in de openbare diensten.

Het liberalisme is een van de politiek-economische doctrines ontstaan uit de Verlichting. Die had tot doel de Staat de nodige afstandelijkheid op te leggen om de burgerlijke vrijheden en de democratische emancipatie van de burgers mogelijk te maken.

Het liberalisme is de motor geweest van de opkomst en de ontwikkeling van de westerse democratieën.

Neoliberalisme daarentegen is een visie op een soort totalitaire economie die elk gebied van onze samenleving en elke periode in ons tijdperk raakt. Het is een vorm van extremisme.

Neoliberalisme en de totale onderwerping

Fascisme wordt gedefinieerd als de onderwerping van alle onderdelen van de staat aan een totalitaire en nihilistische ideologie.

Ik vind dat het neoliberalisme een vorm van fascisme is, omdat dit economisch model niet enkel democratische regeringen onderwerpt, maar ook elk onderdeel van ons denken. De staat is nu ten dienste gesteld van de economie en de financiële instellingen, die haar onderwerpen en bevelen, waardoor ze zelfs het algemeen welzijn verdringen.

De door de financiële instellingen geëiste overheidsbezuinigingen zijn uitgegroeid tot superieure waarden die de politiek vervangen. Besparen verhindert voortaan het nastreven van elk ander openbaar nut. Het neoliberale principe van de budgettaire orthodoxie gaat zelfs zover dat ze doet alsof het in de grondwet van de staten staat. Zo wordt het begrip openbare dienst belachelijk gemaakt.

Het nihilisme dat daaruit voortkomt heeft mogelijk gemaakt om het universele denken en de meest voor de hand liggende humanistische waarden aan de kant te zetten: dat zijn solidariteit, broederschap, respect en integratie van iedereen in alle verscheidenheid.

Zelfs de klassieke economische theorie wordt er door verworpen: werk maakte vroeger een onderdeel uit van de vraag en de arbeiders werden in die context gerespecteerd. De internationale financiële wereld heeft van werk een eenvoudige variabele gemaakt, onderhevig aan ‘aanpassingen’.

Vervorming van de taal

Elk totalitarisme is vooral een perversie van de taal.  Zoals in de roman 1984 van George Orwell heeft het neoliberalisme zijn eigen Newspeak en communicatie- elementen die de werkelijkheid vervormen. Zo vloeit elke budgettaire bezuiniging voort uit de ‘modernisering’ van de betrokken sectoren. De armsten onder ons krijgen geen terugbetaling meer voor bepaalde gezondheidszorgen, ze gaan niet meer naar de tandarts? Het is een teken dat de ‘modernisering’ van de sociale zekerheid op gang is gebracht.

Abstractie domineert in het openbare woordgebruik om menselijke gevolgen uit te gommen. Als het over migranten gaat, is het ‘onontbeerlijk’ dat hun opvang geen ‘trend’ creëert die niet zou kunnen worden opgevangen door onze financiële middelen. Op dezelfde manier krijgen sommige mensen het etiket ‘hulpbehoevend’ omdat ze moeten leven van nationale solidariteit.

Evaluatiecultuur

Dit sociaal darwinisme domineert en legt iedereen de striktste prestatie-eisen op: verzwakken is vergaan. Onze culturele fundamenten zijn omgegooid: elk menselijk basisprincipe wordt gediskwalificeerd of gediscrediteerd omdat het neoliberalisme een monopolie claimt op het rationalisme en het realisme. Margaret Thatcher gaf het al aan in 1985 : “There is no alternative”. Al de rest is maar ‘utopie’, ‘waanzin’ en ‘regressie’. De voordelen van het debat en conflictsituaties worden gediscrediteerd aangezien in deze visie de geschiedenis enkel bepaald wordt door ‘noodzaak’.

Deze subcultuur houdt in zichzelf een existentiële bedreiging: de afwezigheid van prestatie veroordeelt tot verdwijning. Terzelfdertijd wordt iedereen beschuldigd van ‘inefficiëntie’ en verplicht tot ‘rechtvaardiging’ voor alles. Het maatschappelijk vertrouwen wordt ze gebroken.

‘Evaluatie’ zwaait de scepter en met haar de bureaucratie. Die legt een definitie en een overvloed van objecten en indicatoren op waarnaar men zich moet ‘conformeren’. Creativiteit en kritische geest’ worden verstikt door ‘beheer’. En iedereen moet berouw tonen over zijn ‘verspilgedrag’ en de ‘inertie’ waaraan hij zich schuldig maakt.

Justitie wordt verwaarloosd

Deze neoliberale ideologie leidt tot een geheel van normen die de strijd aangaat met de wetten van het parlement. De democratische kracht van het recht wordt zo ondergraven. Recht en de juridische procedures, die de concretisering van vrijheden en emancipatie vertegenwoordigen en het verhinderen van misbruiken oplegt, zijn voor deze ideologie ‘obstakels’ geworden.

Op dezelfde manier moet ook het overheidsdepartement justitie, dat toch verondersteld wordt in te gaan tegen elke vorm van overheersing, onderworpen worden aan deze ideologie. De Belgische justitie krijgt daarom te weinig financiële middelen om haat taken te vervullen.

In 2015 was de Belgische justitie de laatste in de Europese ranglijst van alle staten tussen de Atlantische Oceaan en de Oeral. Op twee jaar tijd is de regering erin geslaagd om haar onafhankelijkheid te ontnemen die zij had gekregen van de Grondwet. Die onafhankelijkheid had justitie in het belang van de burger zodat zij het tegengewicht kon zijn die van haar verwacht wordt. Het neolineraal project is overduidelijk: er mag geen recht meer bestaan in België.

Een kaste boven de rest

De dominante neoliberale klasse past op zichzelf niet hetzelfde recept toe dat ze oplegt aan gewone burgers, omdat voor haar een ‘goed georganiseerde bezuiniging’ altijd een zaak van de ‘anderen’ is. Frans econoom Thomas Piketty heeft het perfect verwoord in zijn boek Kapitalisme in de eenentwintigste eeuw, zijn studie over ongelijkheid en kapitalisme (zie Thomas Piketty: de recensie).

Ondanks de crisis van 2008 en de roep voor meer ethiek die eruit volgde, is er niets gedaan om de financiële wereld aan te pakken en te onderwerpen aan de eisen van de maatschappij.

Wie heeft er voor die crisis opgedraaid? De gewone mensen, u en ik. 



(legalworld.be)

Manuela Cadelli is voorzitter van de Association syndicale des magistrats, een Franstalige vereniging “die de burger wil betrekken bij de openbare dienstverlening van het gerecht, de democratische functionering van justitie wil verzekeren, de onafhankelijkheid van rechters wil garanderen en banden met de bevolking wil creëren om het vertrouwen in het gerecht te herstellen”. De opinie Le néolibéralisme est un fascisme verscheen op 3 maart 2016 in de krant Le Soir en werd vertaald door Maite Lerate.

take down
the paywall
steun ons nu!