Huts, Tuymans en de kunst van de zelfverheerlijking
Opinie -

Huts, Tuymans en de kunst van de zelfverheerlijking

Als zelfverheerlijking een kunstvorm was, dan vinden we daar in Vlaamse ondernemerskringen veel talent voor terug. Dit blijkt uit een dubbelinterview (DS Weekblad) tussen kunstenaar Luc Tuymans en havenbaron Fernand Huts. Je zou zo'n zelfingenomen gesprek vol misvattingen meteen als carnaval kunnen klasseren. Maar aangezien minister Gatz maandag in die krant meteen de uitspraken van Tuymans en Huts als een opsteker onthaalt voor zijn uitverkoopbeleid, kunnen we best nog eens een aantal zaken voor het voetlicht brengen.

woensdag 17 februari 2016 09:16
Spread the love




Wie er nog aan twijfelt dat Sven Gatz een historische omslag in cultuurpolitiek beoogt: de minister bedankte gisteren Fernand Huts voor zijn ‘interessante openingszet’ dit weekend, voor het beleid dat hij wil uitrollen. ‘Dankzij een lange naoorlogse groeiperiode werd de overheid de financierder en regelaar van cultuur. Fernand Huts knoopt opnieuw aan met de vooroorlogse traditie. Een goed moment, nu de geldelijke adem van de staat wat amechtiger is geworden’, aldus de minister.

Deze liberaal werkt dus onomwonden aan een terugkeer naar een periode voorafgaand aan de opbouw van onze verzorgingsstaat. Hoelang gaat de kunstwereld nu nog wachten met collectief verzet? Wanneer gaan ze die ‘vierde muur’ doorbreken en ophouden om als toeschouwers op de uitverkoop van hun eigen sector toe te kijken? Van Luc Tuymans kunnen we dat jammer genoeg niet verwachten. Enkele kanttekeningen bij het interview.

 Nar Huts

We hoeven niet naar zijn excentriek middeleeuws kasteelfeest te verwijzen om te weten dat Huts zich graag als zotskap profileert. Bart Caron merkt terecht op dat de voorliefde van deze natiebaas voor de narrencultuur symptomatisch is. Noem het gerust een vermomming: een strategie om jezelf als sympathieke creatieveling te profileren.[1] Camouflage voor de keiharde Vlaamse kapitalistische praktijken waarmee Huts zijn zakenimperium opbouwde.

Wie wil weten hoe het er in het bedrijf van Huts aan toegaat, kan bijvoorbeeld het boek Dokter in overall (EPO) eens openslaan. Dokter Karel Van Bever ging undercover als arbeider aan de slag bij de Katoen Natie. Hij hield een dagboek bij van de mistoestanden, de uitbuiting en het totale gebrek aan respect van dit bedrijf voor de eigen arbeiders.

Nochtans keert Huts de rollen graag om, zo blijkt uit het boek De Natiebazen dat hij recent zelf uitbracht als relatiegeschenk bij Lannoo. Huts zette een fotograaf aan het werk voor een rondje propagandakunst: in een veel te groot formaat op duur papier en gouden letters, biedt dit boek een rondgang in zelfaanbidding. Het boek verheerlijkt het zakendoen van Huts & co met dure citaten van Goethe en pathetische schrijverij van de patroon zelf: ‘Veel kunnen we leren uit de natuur, survival of the fittest, eten en gegeten worden.’ Dit citaat van Huts staat op een foto waarin we een langbenige vrouw in badpak een boot zien voortrekken.

Het lijf van diezelfde dame doet doorheen het hele boek dienst om de kaaien wat sexy te maken. Met de camera gericht op haar kont staat ze meermaals met de benen open.







Tussenin krijgen we in perspectief een fallisch vergezicht op een hoge kraan of een zwarte gespierde arbeider die in bloot bovenlijf jutten zakken torst. Een koloniale en seksistische insteek? Welnee.

Na een plaatje waarbij de patroon als een zonnepaneelkoning door zijn gesubsidieerd zonnepanelenpark paradeert (meer dan 12 miljoen winst aan subsidies per jaar), volgt een ode aan de middeleeuwse gilden: Huts is naar eigen zeggen zeer verheugd dat de traditie van gilden vandaag verder loopt. ‘Want al de positieve waarden van deze Vlaamse traditie wordt doorgegeven via een prachtige structuur: een Natie.’

Hoewel de gilden zijn ontstaan als bescherming tégen de uitbuiting, draait Huts het zo alsof de gilden een ‘Vlaamse traditie’ zijn en maar mogelijk waren dankzij de patroons.

En hoewel Huts er alles aan doet om vakbonden te kraken en de sociale bescherming van de dokwerkers af te breken, prijst hij hier solidariteit, kameraadschap en vriendschap: ‘meer dan ooit worden deze zaken van groot belang in deze snel evoluerende wereld waarin individualisme de toon aangeeft’. Die survival of the fittest van de pagina ervoor is de lezer hopelijk al vergeten.

De overheid kan het niet aan?

Zowel Tuymans als Huts zijn het in dit interview roerend eens: de overheid kan het niet. Volgens Huts ligt het aan een gebrek aan lef en omdat de overheid de begroting niet in evenwicht krijgt.

Opnieuw een narrenverhaal, want uit het boek De Ondernemende staat van Mariana Mazzucato blijkt dat vrijwel alle nieuwe ontwikkelingen de voorbije decennia door overheidsinstellingen zijn ontwikkeld en dat veel succesvolle private bedrijven cruciale momenten slechts overleefde dankzij overheidssteun. Kortom, tegen de huidige beeldvorming in is niet ‘de ondernemer’ maar de overheid de ‘durfkapitalist’.

Dat is vandaag evengoed zo: bedrijven zitten op een miljardenberg cash geld en kunnen zelfs negatief krediet krijgen als ze maar willen investeren. Ze doen het niet. Wat begrijpt Huts dan onder lef? Met pamfletten in de krant ijveren voor het afschaffen van de Wet-Major? Zaken doen met de Saoedi’s die een zwaar vervuilend recyclagepark willen opstarten in de Antwerpse haven?

En die begroting uit evenwicht? Hoe zou dat toch komen? Multinationals ontlopen belastingen (notionele intrestaftrek) en de gewone mens mag ondertussen opdraaien voor de zonnepanelensubsidies van Huts (Turteltaks). Recent bleek dat AB Inbev alweer 293,5 miljoen euro belastingen ontloopt. Minister Gatz was jaren lobbyist voor deze biergigant. Hij is dus goed geplaatst om te weten dat er wel degelijk geld is, in tegenstelling tot wat hij als bespaarminister voortdurend beweert.

De besparingen op cultuur en zorg zijn simpelweg transfers naar subsidies voor bedrijven. Neem de media: de VRT moet 39 miljoen besparen op een dotatie van 300 miljoen. Dat is 12 procent. De commerciële media daarentegen moeten geen eurocent inleveren op de 400 miljoen euro subsidies. Integendeel: minister Gatz strijdt intensief voor hun marktaandeel en hun betaalmuren.

De kunstwereld, een miljardenbusiness

Misleidend aan dit interview is dat het lijkt alsof het alleen over cultuurbeleid gaat, terwijl het vooral een ideologische charge is tegen een publieke en democratische organisatie van onze samenleving. In dit straf staaltje neoliberale cultuurstrijd ontkent Huts natuurlijk al lachend dat hij met politiek bezig is, om nadien onverstoord door te gaan met zijn tirade tegen de overheid.

Het is wel slikken dat Tuymans daar zo in meeloopt. Als het over kunst gaat, reduceert hij helaas alle kunstvormen tot zijn wereld van de kunstmarkt. Dat zou een miljardenbusiness zijn die veel financiële return kan opleveren. De overheid zou dom zijn daar niet in te investeren, hoewel de kunstenaar meteen ook toegeeft dat het om ‘een bubble gaat die ooit kan ontploffen’.

De uitspraken van Tuymans zijn een treffend voorbeeld van hoe een bepaald deel van de oude generatie beeldende kunstenaars blijkbaar alleen het eigen verhaal als voorbeeld kan nemen. Blijkbaar beseft Tuymans niet wat zo’n cultuurpolitieke omslag naar Angelsaksisch model betekent aan kaalslag voor theater, dans, muziek… Blijkbaar beseft hij niet dat het een pretext is voor de verdere afbouw van het huidige steunbeleid.

Blijkbaar heeft hij ook geen last van schuldbesef omdat hij als kunstenaar zo diep moet knielen voor de macht van het Grote Geld, zoals met zijn tentoonstelling in Qatar. Dat draaide allemaal uitsluitend en alleen om de zakenbelangen van galerij Zeno X (en de galerij David Zwirner) met de sjeiks. In het interview geeft Tuymans nochtans wel toe dat ‘je de hand die je eten geeft niet kan bijten’.




Zijn de aanslagen in Parijs dan al vergeten? Hoe komt het toch dat zowel Huts als Tuymans zonder enig schuldbesef zaken blijven doen met totalitaire woestijnkoninkrijkjes die hofleverancier zijn voor IS en ondertussen dichters martelen voor het schrijven van een gedicht?

Tuymans gaat er in De Morgen prat op dat hij toch maar even 1 à 2 miljoen euro belastingen betaalt. Wil hij op die manier aangeven dat zijn kunst dan toch een maatschappelijke rol te vervullen heeft? Mag het wat meer zijn?

De ondernemende mens

In tegenstelling tot wat het interview laat uitschijnen, wil Tuymans ook een heel ander punt maken dan Huts. Als Tuymans het over ‘de overheid’ heeft, is zijn ergernis immers vooral gericht op de werking van de grote musea, in de eerste plaats het wanbeleid van M HKA en SMAK. Maar denkt de kunstenaar echt dat hij iets aan de cowboycultuur van de grote huizen zal veranderen door de uitverkooppolitiek van de cultuurminister te steunen, terwijl Gatz duidelijk kiest voor het achterkamerbeleid met het old boys network tégen de brede sector van ‘de kleintjes’ in?

Tuymans spreekt ook schandaal over de federale museale instellingen. Maar denkt hij dan iets aan de flamingante verrottingsstrategie ten aanzien van deze instellingen te kunnen doen door op de koffie te gaan bij Huts, diens publieke relaties te verzorgen, terwijl iedereen weet dat Huts een politieke partner is van de Vlaamse missie van Vlaams Belang en N-VA?

We zien met leed de beelden aan van emmers die insijpelende regen moeten opvangen in de tentoonstellingsruimtes van onze federale instellingen. N-VA toetert al jaren verontwaardigd dat deze instellingen de collecties in de kelder houden. Maar ondertussen vertraagt diezelfde partij vandaag het investeringsbeleid in een waterdicht dak en voert ze een historische besparing van 20 procent op de federale instellingen door. De strategie: op sensatie aansturen in de media over de verwaarlozing van erfstukken zodat het nationaal erfgoed op termijn een ‘confederale’ bestemming krijgt.

Tuymans pleit voor een creatiever cultuurbeleid. Maar weet hij wel dat de taxshelter gewoon een andere naam is voor een hellend vlak naar misbruik? Of meent hij het echt als hij pleit voor ‘een kruisbestuiving tussen kunstenaars en warlords’, zoals hij in het interview stelt?[2]

Hij vindt het dus prima dat de open liberalen de publieke cultuursector willen openbreken als een wingewest voor hun verdienmodellen? Kijk bijvoorbeeld naar wat die andere ondernemer, Jo Libeer, vandaag allemaal uitsteekt.

Het is de liberalen helemaal niet om de kunst te doen, maar om de eigendomsverhoudingen en dus om wie het in de kunstwereld voor het zeggen heeft. Met alle negatieve gevolgen voor de vrijheid van de kunstenaar vandien. Als Tuymans dat ok vindt, dan is hij blijkbaar vergeten dat zijn werk bekend werd via tentoonstellingen en tijdschriften die maar mogelijk waren dankzij publieke steun.

Of dat hij zijn eigen opleiding te danken heeft aan een publieke kunstschool. Ook zijn galerij, Zeno X, heeft haar succes maar te danken aan de rijke cultuursector die in België met veel inspanningen en zorg door de samenleving is opgebouwd.

Natuurlijk kunnen mecenassen en kunstenaars via enige ondernemerszin de publieke sector ook vooruit helpen. Zo is het is knap dat bekende kunstenaars vandaag werk laten veilen als steun voor de vernieuwing van een museum. Hopelijk komt er tevens zo’n fonds voor de jongere generatie kunstenaars die nu de grootste klappen van de besparingen moeten opvangen. Daar zit de urgentie. En collectief verzet kan evenzeer van veel succesvol ondernemerschap getuigen: protesterende kunstenaars in Cardiff slaagden er vorige week nog in besparingsplannen af te voeren. Waarom zouden we die innoverende ‘lef’ niet hebben?

Dit soort creatieve ondernemerszin krijgt maar een kans als we kritisch zijn voor de fetisj van ‘de ondernemer’, die Huts & co ervan wil maken. In de theatertekst ‘Hoop’ van Stijn Devillé is het daarentegen de ondernemer Egon Starck die ons op het volgende wijst:

“Ondernemerschap
is een
fetisj
de dichter die zijn pen opneemt
is aan het ondernemen
de boer die zijn spa de grond insteekt
is een ondernemer
de man die tegen betaling
vrouwen en kinderen
op gammele bootjes laadt
en reddeloos de zee opstuurt
is een ondernemer”

 (Wat zouden Huts en Tuymans trouwens van onze opvangcrisis vinden? 10.000 kinderen van oorlogsvluchtelingen zijn al verdwenen, de orgaan- en kinderhandel floreert. ‘Wir shaffen das?’, gaat nar Huts nu opnieuw Merkel citeren?)

 

Robrecht Vanderbeeken is filosoof. Vorige maand verscheen zijn boek Buy Buy Art. De Vermarkting van kunst en cultuur (EPO).

[1] Het fonds waarmee Huts kunst wil steunen, heet niet voor niets De Phoebus foundation, een verwijzing naar de stralende zonnegod Apollo. Huts benadrukt dat hij wil investeren in propagandakunst voor de Vlaamse ondernemer (en er ook aan wil verdienen). Maar wat betreft zijn steun aan het boek over de schilder Hendrick De Clerck (die Albrecht en Isabella afschilderde als de zonnegod Apollo of de nieuwe Jezus Christus, en Isabella als een de perfecte combinatie van Diana, Venus… ) is het wel zo dat Huts de eer wil wegkapen voor een onderzoek dat de overheid jarenlang financierde en een tentoonstelling in een publiek museum. De overheid kan het niet?

[2] ‘Tuymans: historisch gezien stamt het kunstenaarschap uit de renaissance. Toen hebben de warlords – de bankiers en maffiosi van die tijd – en de kunstenaar elkaar gevonden. Een kruisbestuiving waaruit ons volledige cultuurmodel is ontstaan. Een terugkeer is dus zo slecht nog niet.’

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!