Over de verkorte werkweek en economisch denken

woensdag 13 januari 2016 21:52
Spread the love

Geachte prof. De Grauwe,

Mag ik u professor noemen? Of mag ik meneer tegen u zeggen? Vergeeft u mij dat ik even in dubio zit, maar ik ben bijna tien jaar na mijn afstuderen niet meer zo thuis in de academische wereld en diens aansprekingen. Maar het getwijfel over de aanspreekvorm die ik zal gebruiken doet hopelijk niets af aan wat ik wil vertellen.

Aan De Morgen vertelde u dat u dat de 30-uren werkweek geen oplossing is. En dat iedereen die hier in gelooft weinig kennis heeft van economie. Want wat gebeurt er als hoogopgeleide mensen minder gaan werken? Dan zal de productiviteit dalen.

Staat u me toe om meteen tot mijn punt te komen. Ik geloof in de verkorte werkweek. En niet zomaar in een verkorte werkweek, maar in een werkweek van 30uur of korter. Wat u zegt, klopt. Ik ken minder van economie dan u. Ik heb ook maar vier jaar met mijn neus in de economische boeken de leer van verschillende economische denkers bestudeerd. Daarna koos ik voor mijn andere passie: taal. In mijn vrije tijd als puber las ik dan weer graag de andere kant van wat ik op school leerde: boeken over het toen opkomende andersglobalisme. Ik beweer niet dat ik heel veel van economie ken, zeker niet in vergelijking met uw grote kennis, maar een basis heb ik in elk geval wel. In dat kader moet er mij toch het een en ander van het hart.

Laten we beginnen met een paar feiten die moeilijk te negeren zijn. Zoals bijvoorbeeld het feit dat 1/4de van de bevolking hoogsensitief is. Dit wil zeggen dat 25% van de bevolking meer prikkels binnen krijgen dan de andere 75% én dat hun filter die die prikkels moet verwerken slechter werkt. Dat is best veel om dag in dag uit mee om te gaan op de werkvloer, een plek waar prikkels nu eenmaal tniet te vermijden zijn. Dus dat wil zeggen dat 25% van de werkende bevolking op zich al moeite heeft met de werkomgeving, los van het soort werk dat ze doen. Hoogsensitieve mensen, ook wel HSP’ers genoemd, zijn bijgevolg ook veel vatbaarder voor depressies en burnouts.

Dat brengt me meteen bij mijn volgende punt: burnouts. U leest de artikels in de krant vast ook wel. Ze slaan hard toe, hé, tegenwoordig. Werknemers wiens batterijen gewoon zo leeg gelopen zijn dat ze niks meer kunnen. Ik zou u graag het verhaal vertellen over de burnout die ik van dichtbij meemaak, maar dat zou me te ver leiden dus vertel ik u de samenvatting. Ik deel mijn leven met een leeggelopen werknemer. Ik kan u vertellen, professor, dat zo’n burnout iets vies is. Het vreet aan een gezond lichaam. Het vreet je energie weg zodat je zelfs geen trap meer op kan. Ik hoop echt dat u dit nooit moet meemaken, dat u zichzelf zo geeft voor uw veeleisende werkgever dat uw lichaam u met harde middelen tot staan brengt. Of nee, niet tot staan, tot liggen is misschien toepasselijker. Maar we mogen ze niet negeren, de burnouts, want ze zijn er en het aantal slachtoffers groeit heel snel aan. Te snel om te negeren.

Wat dacht u van gezinnen, trouwens? Dan heb ik het niet enkel over moeders, maar ook over vaders. Steeds meer (hoogopgeleide) vaders willen deel uitmaken van hun gezin. Meer dan alleen maar zorgen dat er brood op tafel komt. Ze willen ook graag weten voor wie ze geld gaan verdienen. Waarom ze elke dag achter hun bureau gaan zitten zodat er op het einde van de maand weer een loon is om de kinderen te kunnen voeden. Ze willen een betrokken vader zijn.
Weet u wat, professor? De gezinnen hebben het moeilijk. Wanneer ze op het werk zijn, missen ze hun kinderen. En de kinderen missen hun ouders. En wanneer ze thuis zijn, zijn ze moe en willen ze nog even de werkmails bekijken want misschien is er nog wat binnen gerold dat nog belangrijk is. Om nog maar niet te beginnen over alle kosten die dat met zich meebrengt: kinderopvang, scholen, vakantiekampen, psychologen omdat de band tussen ouders en kinderen niet makkelijk opgebouwd wordt in die korte periode dat een gezin écht samen is.

Hebt u ook al eens gedacht aan mensen met een lichaam dat niet meer mee wil? Zelf heb ik stevige gewrichtsklachten. In die mate dat ik niet weet hoe lang ik een week van 38uur kan volhouden, in jaren gesproken. Want het is roofbouw op mijn lichaam dat het nodig vindt zichzelf aan te vallen. Het aantal chronisch zieken stijgt elk jaar weer en dit gaat niet alleen over mensen die niet meer economisch actief zijn. Steeds meer jonge mensen worden arbeidsongeschikt omdat ze geen aangepaste job kunnen vinden die ze deeltijds kunnen uitvoeren. Ook hoogopgeleiden, trouwens, ook zij kunnen de pech hebben dat hun lichaam niet meer mee wil.

Kortom, het leven is niet gemakkelijk in het economische systeem dat we vandaag kennen. Maar dan denk ik terug aan mijn lessen over economie en aan de manier waarop elk economisch systeem op een dag niet meer werkt. Dat er dan een crisis komt en een groot, economisch denker die een nieuw systeem bedenkt waar we weer wat jaren op vooruit kunnen. Misschien is het daar wel tijd voor? Dat er iemand op staat die zegt: “en als we het nu eens gewoon anders doen want op deze manier werkt het voor geen meter.”

U hoort intussen al veertig jaar dat de verkorte werkweek dé oplossing zou zijn. Maar dan is mijn vraag: waarom wijst u het af wanneer het nooit in voegen gegaan is en waarom houdt u wel vast aan een economisch systeem dat vierkant draait? Dat terwijl u toch ook moet weten dat economie een beweging is? Waarom het niet eens over een andere boeg gooien om te investeren in de toekomst?

Zelf zie ik een aantal heel sterke voordelen aan een verkorte werkweek.

Uiteraard heb ik het dan over de logische dingen, zoals dat een werknemer die tijd heeft om op adem te komen, meer energie heeft om zijn functie naar behoren uit te voeren. Of om net dat éne dingetje meer te doen zodat de resultaten van het bedrijf nét dat tikkeltje beter zijn.

Maar ook voor het ondernemerschap kan de verkorte werkweek een boost zijn. In een economie zijn ondernemers broodnodig. De kleine zelfstandige, de freelancer, iedereen die een wens heeft om een zaak te starten. Maar veel werknemers durven de stap naar ondernemen niet te zetten. Want als je fulltime werkt, heb je weinig tijd en ruimte om nog te ondernemen. Maar meteen je baan opzeggen om voltijds voor het ondernemen te gaan, is een erg grote stap. Ook daar kan de verkorte werkweek een uitkomst bieden. Want door meer vrije uren, is er ook meer tijd voor zelfontplooiing. Onderzoeken waar je goed in bent, er over nadenken hoe je dat tot een zaak kan uitbouwen buiten je uren als werknemer,… Mijn stelling is dan ook dat een verkorte werkweek een flinke boost kan zijn voor het ondernemerschap (en bijgevolg de economie).

In het artikel in De Morgen haalt uw collega Joep Konings aan dat bij meer abstracte functies een werkgever de kennis en budgetten niet kan verdelen over meerdere mensen. Maar daarbij wordt maar één kant van het verhaal belicht. Want waar twee mensen één functie delen, komt automatisch samenwerking. In een kenniseconomie waarin veel draait om concurrentie, is samenwerking net dé manier om je te onderscheiden. Twee mensen weten meer, communiceren meer en komen tot meer conclusies wanneer ze samen werken dan één persoon alleen.

Dit zijn de dingen die ik als positief zie binnen een verkorte werkweek, dan heb ik het nog niet over alle extra voordelen, die bijvoorbeeld in het dossier van Femma te lezen zijn, waarin ze schrijven over de moeilijke balans tussen arbeid en zorg. Want er zijn heel veel argumenten die spreken voor het herdenken van de werkweek zoals we ze nu kennen.

Maar, beste professor De Grauwe, Ik begrijp het ook wel, hoor. Het is moeilijk om het overzicht te bewaren wanneer je alle kleine details kent. Dat heb ik ook wanneer ik me teveel inlees op één onderwerp. Maar net dan is er een frisse blik nodig die wat minder details kent. Iemand wiens kennis oppervlakkiger en naiever is. Iemand die het grotere geheel beter kan overschouwen om op nieuwe ideeen te komen. Ik wil mezelf daarvoor gerust opwerpen. Zullen we mijn punt van samenwerking gebruiken en samen nadenken over hoe we de economie kunnen veranderen zodat de toekomst voor iedereen weer wat rooskleuriger wordt? Ik neem met plezier de rol van economisch dromer op me. Samen komen we er vast wel uit, professor, daar ben ik zeker van!

take down
the paywall
steun ons nu!