Het verblijf van de vluchtelingen is tijdelijk. Terwijl ze wachten op een kans om naar Engeland te geraken zijn ze afhankelijk van mensensmokkelaars die fortuinen vragen om hen er naartoe te brengen en vallen ze ten prooi aan de willekeur van de lokale overheden en politie. Ter plaatse slaan vrijwilligers, die er al maanden instaan voor de bevoorrading van het kamp een noodkreet: er moet dringend een oplossing komen voor de erbarmelijke levensomstandigheden waarin deze vluchtelingen zich bevinden.
Wat meteen opvalt als je aankomt in het vluchtelingenkamp in Duinkerke is de modder en het afval. Het moerasachtige terrein staat grotendeels onder water; de meeste tenten zijn ondertussen volledig omringd door water. Het doet een beetje denken aan gaan kamperen op reis, maar dan met meer modder en ondergelopen tenten. Was dit de camping van een jeugdbeweging op zomerkamp of ergens op een muziekfestival, dan was deze allang geëvacueerd geweest.
Het contrast met de aanpalende residentiële woonwijk is surreëel. Aan de ene kant van de weg bevindt zich een vluchtelingenkamp, een West-Europees land niet waardig, aan de andere kant de suburbs, waar het gras netjes gemaaid wordt en mensen met hun hond gaan wandelen. Een visuele clash van werelden. Aan de ingang controleert de aanwezige politie iedereen die het kamp binnengaat, en alle rugzakken. Enkel voedsel mag binnen gebracht worden, tenten en andere materiële zaken moeten binnengesmokkeld worden achter de rug van de agenten. Het is ook deze blokkade van levensmiddelen die de vrijwilligers ter plaatse aanklagen. Zo is er een acuut tekort aan brandhout en gasvuurtjes, essentieel om te kunnen koken en om zich een beetje te verwarmen.
In het kamp zelf zijn Artsen zonder Grenzen en Dokters van De Wereld actief. Het aantal medische zorgen dat zij mogen verstrekken is echter beperkt. Men kan zich dan ook afvragen hoe lang het nog zal duren vooraleer er een ernstige epidemie uitbreekt in het kamp. Het stilstaande water en het ronddrijvend afval trekken ratten aan, die ’s nachts door het kamp en de tenten rondlopen. Wat de situatie nog erger maakt is het feit dat er ook veel kinderen in het kamp verblijven. Dat dit geen omstandigheden zijn waarin een kind zou moeten opgroeien is duidelijk. Zo zijn er al verschillende kinderen naar het ziekenhuis gebracht wegens onderkoeling en zijn er ook gevallen van kinderen met brandwonden door de onveilige kampvuren, in het kamp de enige bron van warmte en licht.
Maandag 11 januari volgt er een uitspraak over een eventuele nieuwe locatie voor dit kamp. Maar of er een nieuwe kamplocatie komt, en zo ja wanneer, blijft een open vraag. Het bouwen zelf zou nog minstens vier weken in beslag nemen, en dit kan pas beginnen nadat er een beslissing genomen is. Eén ding is duidelijk: het zal nog even duren voor er een oplossing komt voor de precaire levenssituatie van de vluchtelingen in het kamp. Het is daarom ook belangrijk dat de stroom van solidariteit van vrijwilligers ondertussen niet stilvalt.