Tempelhof, midden in de Berlijnse agglomeratie, staat weer in de belangstelling. In Hangar-1 zijn begin deze maand de eersten van enkele honderden buitenlandse vluchtelingen ondergebracht die in de Duitse hoofdstad worden gehuisvest. De luchthaven is sinds 2008 buiten dienst. Er volgde toen een jarenlange discussie over een nieuwe bestemming. Dat gevecht is in 2014 met een referendum beslecht. Tempelhof, dat ligt bij wet vast, moet een niet-commerciële publieke zone blijven. De tuinders van de collectieve tuin Allmende-Kontor stonden vooraan in dat gevecht.
Een tuin als gemeengoed
De eerste tuinders sprongen in 2010 in het ijle. Het Berlijnse stadsbestuur had hen voor de keuze gesteld: of jullie betalen 5.000 euro voor een lap grond van 5.000 m2, of jullie krijgen niets. De pioniers waren met tien, en elk van hen zou jaarlijks 500 euro moeten ophoesten. Maar begin 2011 beslisten ze het erop te wagen. Daarmee was Allmende-Kontor geboren.
‘Allmende’ staat voor ‘gemeengoed’, het is een collectieve tuin in gezamenlijk beheer. Aan het trefpunt van de Allmende hangt een meer volledige definitie: “gemeengoed berust op een sociale overeenkomst om gemeenschappelijke goederen collectief, blijvend en fair te gebruiken”.[1] In principe wordt alles door alle gebruikers besproken en beslist. Dat is geen sinecure. De pioniersploeg groeide in geen tijd uit tot een tuindersgemeenschap van intussen zo’n 700 mensen.
Met zijn allen onderhouden ze nu 300 ‘percelen’. En omdat de bruikbare oppervlakte beperkt blijft, komen er geen nieuwe percelen bij. Van hogerhand zijn aan de Allmende ook condities opgelegd. De tuinders mogen niet in de grond spitten. Willen ze toch in de diepte gaan – zoals toen ze ankers voor een tent wilden ingraven – dan moet een gespecialiseerde dienst eerst de ondergrond controleren, in de eerste plaats op springtuigen. Tempelhof (gebouwd onder het Nazi-regime) is nooit integraal ontmijnd. Na de Tweede Wereldoorlog werd het ingepalmd door de VS, één van de vier mogendheden die toen over Berlijn hun voogdij instelden. De VS behielden er de controle tot in 1997. Mogelijk is de bodem ook door het jarenlange vliegverkeer gecontamineerd.
Afgezien van het spitverbod, mogen de tuinders van de Allmende-Kontor telen zoals zij het willen. ‘Hier is veel toegelaten en weinig verboden,’ zegt Gerda Münnich die er van in het begin bij was. Iedereen mag zijn fantasie botvieren. De meesten tuinieren in houten bakken, sommigen hebben winkelkarren en afgedankte radio’s tot hangende tuintjes getransformeerd. De verscheidenheid is zo vrolijk dat de Allmende-Kontor als model-project heeft meegedaan aan de Biënnale voor Architectuur van Venetië. Iedereen tuiniert voor eigen gebruik. Er is bijzondere aandacht voor verdwijnende soorten, onder andere van aardappelen. “Veel mensen telen hier ook groenten en kruiden die ze in hun keuken gebruiken, maar die ze in de winkel niet vinden”, zegt Gerda, en ze noemt kardemom en paprika’s als voorbeeld.
De Allmende zorgt dat er water wordt aangevoerd, en heeft enkele percelen voorbestemd om er zaad (onder andere van sla) te produceren voor wie het zaaien wil. In de tuin mag enkel gecertificeerde potgrond worden gebruikt, turf en chemische verdelgingsmiddelen zijn verboden.
Toekomst verzekerd
Tempelhof is vanwege zijn ligging en omvang uniek. De vroegere luchthaven ligt midden in de Berlijnse agglomeratie (die 3 miljoen inwoners telt) en vormt daar een open ruimte die niet door bebouwing is verdicht.
In 2010 deed het Berlijnse stadsbestuur een oproep om projecten voor Tempelhof in te sturen. Het plan was toen om Tempelhof in drie zones te verdelen met elk een eigen hoofdactiviteit. De zone naast het luchthavengebouw werd voorbestemd voor projecten rond wetenschap en techniek en de zone langs de Columbia-laan voor cultuur en sport. Voor de oostelijke zone, het verst van het luchthavengebouw, mochten projecten met interculturele en religieuze inslag worden ingediend. Daarop schreef de Allmende-Kontor in. Hun project werd geselecteerd en in 2011 werd een eerste contract van drie jaar gesloten met het Berlijns stadsbestuur.
De Allmende-Kontor vond zo zijn stek naast de Oderstrase en het Bezirk Neukölln, een volkse Berlijnse deelgemeente “met 110.000 inwoners en meer dan 100 nationaliteiten”, aldus Gerda Münnich. De meeste tuinders komen uit Neukölln. Mettertijd hebben mensen uit andere Berlijnse wijken het project vervoegd, waaronder ook academici. Alle tuinders dragen een deel van de kosten. Maar de tarieven zijn democratisch: 60 euro per jaar voor wie een groot perceel bebouwt, 30 euro per jaar voor wie krap bij kas zit.
Toen het eerste contract afliep in 2013, kwam er een onplezierige verrassing. Berlijn had intussen een nieuwe politieke meerderheid gekregen (van de sociaal-democratische SPD en de christen-democratische CDU) en die pakte uit met een ‘economistisch’ Masterplan voor Tempelhof. Freiraum für die Stadt von Morgen, zo heet het document, en het herhaalt de liberale argumenten die voor dit soort van ‘stadsplannen’ altijd worden opgedist. Helemaal ‘in de traditie van de Europese stad’ biedt het plan ‘de kans om woonruimte en arbeidsplaatsen te scheppen evenals een oord en een identiteit voor cultuur en vrije tijd aan de Zuidrand van de binnenstad’. Het meest opvallende element was echter dat de onderkant van Tempelhof met woonblokken zou worden volgebouwd.
Zo hadden de tuinders van de Allmende-Kontor en andere stadsactivisten het niet begrepen. Zij schoten in actie om Tempelhof 100 procent commercie-vrij te houden, en ze dwongen zowaar een referendum af. Het werd gehouden op 25 mei 2014, tezamen met de Europese verkiezingen. Aan de kiezers werd geen simplistische Ja-Nee-vraag voorgelegd. Ze moesten zich voor of tegen een wetsvoorstel uitspreken dat Tempelhof als publieke ruimte zou beschermen. Een voldoende meerderheid (64 procent van de kiezers) sprak zich vòòr de wet uit. Het resultaat is dat Tempelhof van de mensen blijft, en uit handen van de bouw- en vastgoedpromotoren.
Wijken in plaats van centen
Deze uitkomst is een waar exploot. De Berlijners hebben stelling gekozen tegen de klassieke gang van zaken, waar enkelen beslissen voor velen, en het grote geld uiteindelijk het laken naar zich trekt. Het debat blijft razend actueel. Kieze statt Kies, zo staat het in Berlijns dialect in Neukölln op een huisgevel geschilderd: wijken in plaats van centen.
Is het pleit voorgoed beslecht ? Dat is niet zeker. De vastgoedsector blijft immers voor zijn geldbelangen lobbyen. Vlak voor het referendum voerde de sector met grote middelen campagne onder het motto ‘Freiraum, Wohnraum für alle’. De kiezers lieten zich daardoor niet in de war brengen. Maar de immobiliënpromotoren blijven azen op grote bouwprojecten en op de zones die nog niet bebouwd zijn. Ze hadden gehoopt dat Berlijn zich kandidaat zou stellen voor de Olympische Spelen van 2024. En ze hadden Tegel, de andere Berlijnse luchthaven, uitgekozen om hun bouwwoede te kunnen botvieren.
Maar het plan gaat niet door. Berlijn is als kandidaat opzijgezet door Hamburg. De bouwers blijven niet met lege handen achter. Het Berlijnse stadsbestuur wil op Tegel 5.000 woningen laten bouwen. Tegel gaat dicht wanneer de nieuwe internationale luchthaven van Berlijn in Schönefeld helemaal klaar zal zijn. Het plan voor Berlin-Schönefeld is in 2006 opgestart, in 2008 was het Masterplan klaar, de bouwwerken zijn volop bezig. Maar de kosten rijzen uit de pan. De werken kosten nu al 5,4 miljard euro, in plaats van de oorspronkelijk voorziene 2 miljard.
Het schandaal van Berlin-Schönefeld zorgt bij de stadsactivisten voor enig leedvermaak, ook bij de tuinders van de Allmende-Kontor. Een van de argumenten waarmee zij het referendum van 2014 wonnen, was juist dat Tempelhof hetzelfde lot te wachten stond: een kostenexplosie zonder eind, waarvoor de belastingbetalers zouden moeten opdraaien. Gelukkig is die optie afgewend.
Puristen stellen dat de Allmende-Kontor strikt genomen geen ‘gemeengoed’ is. Ze verwijzen naar de studies van Elinor Ostrom, de Amerikaanse economiste die met haar onderzoek in 2009 de Nobelprijs voor Economie kreeg, als eerste vrouw overigens in die discipline. Ostrom bestudeerde commons-ervaringen in alle delen van de wereld. Vaak ging het om irrigatie-systemen die door de gebruikers samen werden aangelegd en gebruikt, maar zonder dat ze daarvoor huur betaalden zoals de Kontor–commons van Tempelhof doet. ‘Maar op termijn willen we daarvan af’, zegt Gerda Münnich. Dat is nu het volgende objectief: dat Berlijn het terrein loslaat, en het echt gemeengoed wordt van iedereen die het collectief, fair en duurzaam gebruikt.
[1] ‘Allmende’ : ‘auch Gemeingüter oder commons genannt (…) spezifische Formen sozialer Ubereinkünfte zur kollektiven, nachhaltigen unf fiaren Nutzung von Gemeinressourcen’. Bron : Silke Helfrich & Felix Stein, Was sind Gemeingüter ? in Aus Politik und Zeitgeschichte, 11 juli 2011, 28-30/2011, p.9 http://www.bpb.de/system/files/pdf/623VWB.pdf