#Seksisme, Nee wij overdrijven niet: een aanrader voor straffe madammen en hun fellow travelers
Boekrecensie -

#Seksisme, Nee wij overdrijven niet: een aanrader voor straffe madammen en hun fellow travelers

In het boek #Seksisme, Nee wij overdrijven niet, leggen Cathérine Ongenae en twaalf andere auteurs helder en genuanceerd bloot hoezeer seksisme vandaag nog structureel verankerd zit in onze samenleving.

donderdag 5 november 2015 10:19
Spread the love

Vrouwen die seksisme aanklagen worden geregeld niet serieus genomen. Het antwoord luidt dan immers dat de tijd dat vrouwen tot de haard veroordeeld waren ver achter ons ligt. Vrouwen zouden intussen bovendien op evenveel kansen en vrijheden kunnen bogen als mannen.

De realiteit is echter dat vrouwen ook in het Westen nog steeds te maken krijgen met seksisme. Soms subtiel en onderhuids, soms frappant en in your face. Cijfers tonen bijvoorbeeld aan dat hoewel vrouwen inderdaad carrières uitbouwen, ze minder verdienen dan evenwaardig gekwalificeerde mannen die hetzelfde werk uitvoeren. Vrouwen nemen ondanks decennia van emancipatie (en die voltijdse carrières) nog steeds het leeuwendeel van de huishoudelijke taken op zich. Ze lopen een verhoogd risico op armoede en één op zeven vrouwen is het slachtoffer van intrafamiliaal geweld. Daarnaast bestaan er ook vormen van seksisme die minder makkelijk in cijfers te gieten zijn maar toch hun effect niet missen. Zoals ongewenste seksueel getinte opmerkingen op de werkvloer. Of het onhaalbare schoonheidsideaal waarmee we dagelijks geconfronteerd worden in de media. Vaak lezen de individuele ervaringen van vrouwen met deze fenomenen als arbitraire anekdotes. Maar de optelsom ervan legt bloot hoe structureel de problematiek is.

En het is precies die optelsom waarop de jongste telg van Uitgeverij Polis de lezer trakteert. In #Seksisme. Nee, wij overdrijven niet bespreken twaalf vrouwen in het zog van samenstelster Cathérine Ongenae hoe impliciete en expliciete vooroordelen over mannelijkheid en vrouwelijkheid structureel negatief inwerken op vrouwenlevens. In persoonlijke getuigenissen en meer analytische bijdrages werpen ze hun licht op het seksisme in de bedrijfswereld, op universiteiten en in de media. Maar even goed gaat het over het taboe rond verkrachtingen, de pijnlijke cocktail van seksisme en racisme of de enge visie op moederschap waarmee veel vrouwen geconfronteerd worden.

Zo leren we uit de bijdrage van Liebeth Kennes dat iedereen vrouwen kent die verkracht zijn. Alleen weten we dat niet omdat slachtoffers er niet over kunnen en durven praten. De 43.000 verkrachtingen die jaarlijks in België plaatsvinden liegen er niet om. Door uit te leggen dat de slachtoffers de daders meestal kennen en dat verkrachtingen geregeld voorkomen binnen relaties, maakt Kennes komaf met het dominante beeld van de vieze man die vrouwen onverwachts bespringt in achterafstraatjes.

Even aangrijpend als helder geschreven zijn de bijdragen van Jamila Channouf en Bie Vancraeynest. Die laatste vertelt aanstekelijk over hoe haar “krijgsters en rebellen”, ofte de meisjes uit de Brusselse volkswijken die ze over de vloer krijgt in haar jeugdhuis, omgaan met hun vrouwelijkheid. Channouf doet een kwetsbaar eerlijk relaas over het pad dat ze bewandelde om de vrouw te worden die ze vandaag is. Een pad dat bezaaid lag met vooroordelen en uitsluiting, zowel ten aanzien van haar genderidentiteit als van haar etnisch-culturele afkomst.

Evelien Chiau zoomt op haar beurt in op seksistische reclame en artikels in kranten en tijdschriften. Niet gespeend van een flinke dosis humor beschrijft ze in het hoofdstuk ‘Ooooh cheesecake’ hoe we dagelijks letterlijk bekogeld worden door beelden en teksten die vrouwen aanmanen om er vooral strak, jong, sexy en beschikbaar uit te zien.

Het pleit bovendien voor Ongenae en de haren dat ze geen militant beschuldigende toon aanslaan en de nuance opzoeken. Zo merken Channouf en de auteurs van de bijdrage van het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen, Barbara Ortiz, Liesbet Stevens en Eline Verhoeven, terecht op dat “de patriarchale maatschappij” en “genderstereotypering” ook mannen moeilijkheden kunnen opleveren.

De veelheid aan perspectieven en topics biedt daarnaast een eerlijk beeld van het feministisch spectrum vandaag. Zo zien we in sommige hoofdstukken echo’s van andere bijdragen, om even later te botsen op tegenspraak. De tekst van Sofie Van Bauwel gaat bijvoorbeeld genuanceerd in dialoog met de hierboven vermelde bijdrage van Evelien Chiau. Van Bauwel roept op om oog te hebben voor de verschillende betekenissen van beelden van vrouwen in de media. Ze herinnert de lezer er terecht aan dat seksualisering “niet noodzakelijk seksistisch” is. Er is ontegensprekelijk een probleem met genderbeeldvorming in de media. Alleen mogen we de “morele paniek” daarover onze blik niet laten vertroebelen, aldus Van Bauwel. Seksueel getinte beelden van vrouwen kunnen immers ook andere betekenissen dan onderdrukking uitdrukken. “Plezier beleven aan je eigen lichaam” bijvoorbeeld. Van Bauwel werpt op die manier een prikkelend nieuwe blik op een ogenschijnlijk beklonken zaak.

Daarmee zorgt dit boek voor een opvallend toegankelijke en goed geschreven brede bloemlezing van wat seksisme vandaag kan betekenen. Cathérine Ongenae wist haar auteurs goed uit te kiezen en verdient lof voor het feit dat ze niet enkel aandacht heeft voor de verhalen van blanke, hoogopgeleide feministes.

Dat neemt niet weg dat Ongenaes inleiding soms nog wat aan precisie mist en dat ze lijkt te worstelen met definities. Daardoor dreigen gender en seksualiteit op één hoop terecht te komen en blijft zeker de theoretisch onderlegde feminist wat op haar/zijn honger. Gelukkig maakt Ongenae dit goed door in het uitstekende hoofdstuk ‘De slechte poppenmoeder’ vanuit een persoonlijke insteek delicaat inzicht te bieden in hoe verstikkend de Westerse visie op moederschap kan zijn. Van vrouwen die geen kinderen willen, over borstvoeding tot manieren van opvoeden en het soort van kinderspeelgoed dat er vandaag te koop is: met veel gevoel voor grijswaarden beschrijft Ongenae de ongebreidelde bemoeizucht die gepaard gaat met de dominante moederschapsideologie.

Die grijswaarden ontbreken helaas af en toe in de bijdrage van Elke Jeurissen. Jeurissen richtte enkele jaren geleden de Straffe Madammen Club op. Via rolmodellen, inspirerende verhalen, concreet advies en het uitbouwen van een netwerk moedigt ze vrouwen ertoe aan om een zichtbare plaats in de nemen in de media en in bedrijven. Jeurissen zorgt er op die manier voor dat vrouwen vaker speeches geven, in debatten of jury’s zetelen of hun expertise te delen voor de camera. Een lovenswaardig initiatief dus, maar met name als het over mannen gaat, duiken er enkele tenenkrullende passages op in haar hoofdstuk. “Mannen zijn pronkbeesten” staat er bijvoorbeeld te lezen. En op de volgende pagina: ““Mannen zijn heel leesbaar. Ze zitten veel eenvoudiger in elkaar dan vrouwen.” Misschien vormen dat soort uitspraken de te verwachten nevenschade van een boek dat de verdediging van vrouwen op zich neemt. Maar ze doen oneer aan al die aardige, zachte en intelligente mannen die ons taalgebied ongetwijfeld rijk is. De vraag rijst dan ook of het bestrijden van seksisme moet neerkomen op het omdraaien van wie dader en slachtoffer is, en op het behoud van dezelfde negatieve beeldvorming.

Het is in dat opzicht een gemiste kans dat het boek geen enkele mannelijke auteur aan het woord laat. Seksisme en feminisme zijn immers ook mannenzaken. Wie de strijd wil aangaan met een te strakke gendernormering en zich wil verzetten tegen discriminatie op basis van sekse, heeft mannen nodig als fellow travellers.

Zoals Ortiz en co opmerken kunnen mannen bovendien ook gebukt gaan onder het rollenpatroon. Terwijl vrouwen lief, mooi en zorgzaam moeten zijn, moeten mannen zelfverzekerheid, fysieke kracht en gezag uitstralen. Jongens moeten al van kleins af stoer zijn en niet teveel emoties tonen. Een feminisme dat ook mannen betrekt en hen vrijmaakt van wat hen onderdrukt wordt des te relevanter. En uiteraard zijn er daarnaast mannelijke feministen, die willen dat hun moeder, hun zussen en hun vriendinnen vrij zijn.

Die minpuntjes nemen echter niet weg dat dit boek een aanrader is voor iedereen die van ver of dichtbij geïnteresseerd is in de maatschappelijke discussies die vandaag gevoerd (moeten) worden over seksisme en genderstereotypering in het Westen. Zowel voor leken als voor doorwinterde feministen biedt het boek stof tot nadenken, net als een resem argumenten voor discussies met mensen die denken dat seksisme bij ons al lang niet meer aan de orde is.

 

Cathérine Ongenae (red.), #Seksisme. Nee, wij overdrijven niet. Uitgeverij Polis.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!