Frankrijk gaat voor medezeggenschap

Werknemersvertegenwoordigers aan het roer van een bedrijf: in België is het een taboe, maar in onze buurlanden wordt er druk mee geëxperimenteerd. Het Duitse voorbeeld van Mitbestimmung is bekend, maar wat minder bekend is dat ook in Nederlandse bedrijven werknemers een (weliswaar onafhankelijk) lid mogen aanduiden voor de raad van commissarissen. En wat misschien nog minder bekend is, is dat Frankrijk recent besliste om zijn systeem van medezeggenschap fors uit te bereiden.

woensdag 4 november 2015 11:35
Spread the love

Frankrijk

Het Franse systeem van medezeggenschap is redelijk recent. Voor 2013 waren de regels enkel toepasbaar in staatsbedrijven en geprivatiseerde bedrijven maar daar kwam recent verandering in. Twee jaar geleden werd de regelgeving aangepast en sindsdien moet ook in privé bedrijven medezeggenschap georganiseerd worden. Niet in alle privébedrijven, enkel in de grote: een bedrijf moest ten minste 10.000 werknemers wereldwijd tellen en 5.000 in Frankrijk. En nu, in 2015 werd die grens gevoelig naar beneden getrokken. Bedrijven met 5.000 werknemers wereldwijd en 1.000 in Frankrijk vallen onder de regeling van de medezeggenschap.

Maar wat moeten we precies verstaan onder Frans medezeggenschap? Afhankelijk van de structuur van het bedrijf (monistische of dualistische raad van bestuur) moet er een werknemersvertegenwoordiger gekozen worden voor de raad van commissarissen of voor de raad van bestuur zelf.

Eén voor raden tot 12 leden en twee voor raden met meer dan 12 leden. De leden kunnen, afhankelijk van het gekozen systeem, verkozen worden door de werknemers, aangesteld worden door de ondernemingsraad of de grootste vakbond. Waar er geen afgevaardigden zijn aangesteld, heeft de ondernemingsraad wel het recht om aanwezig te zijn op vergaderingen van de raad van bestuur om vragen te stellen en commentaar te geven, zonder stemrecht. Bij staatsbedrijven gaat het systeem een stuk verder. Daar liggen de ondergrenzen gevoelig lager en is de vertegenwoordiging groter (tot één derde van de leden).

Eén lid voor kleine raden en twee voor grotere staat ver van het Duitse medebeheer waarbij één derde, tot soms de helft van de leden van de raad van commissarissen werknemersvertegenwoordigers zijn. Het gaat hier dus eerder over medezeggenschap dan over medebeheer.

Daarnaast laat de Franse wetgeving ook een redelijke vrijheid aan de bedrijven over hoe de medezeggenschap precies georganiseerd moet worden. Zo zijn bedrijven (in samenspraak met de ondernemingsraad) autonoom om te beslissen wie gaat zetelen en kunnen ze meer werknemersvertegenwoordigers toelaten tot maximum één derde. Of er echt gebruikt gemaakt zal worden van de mogelijkheid om méér werknemersvertegenwoordigers toe te laten in de raad van bestuur valt wel te betwijfelen.

Vakbonden niet op dezelfde lijn

Voor een echte evaluatie is het systeem nog te recent. Toch kan het Franse voorbeeld inspireren. Het duidt erop dat medezeggenschap helemaal geen thema van het verleden is. Ondanks de tegenwind in sommige andere landen zien Franse werkgevers, werknemers en beleidsmakers duidelijk de voordelen in van een systeem van werknemersvertegenwoordiging op het strategisch bedrijfsniveau. De wet werd dan wel ingevoerd door een PS regering, het is wel gebaseerd op een eerder akkoord tussen werkgevers en verschillende vakbonden. Twee van de drie grootste vakbonden (CGT en Force Ouvrière) hebben het akkoord niet ondertekend. Niet iedereen in de arbeidsbeweging loopt met andere woorden warm voor medezeggenschap.

Stan De Spiegelaere is onderzoeker aan het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) en actief bij Poliargus. Samen met Guy Van Gyes (HIVA) publiceerde hij recent het boek ‘De onderneming is van ons allemaal’.

take down
the paywall
steun ons nu!