Foto's: Sarah Wagemans

We gaan naar Calais en steken een handje toe

Solidarity For All organiseerde afgelopen weekend een opruim- en kuistrip naar het vluchtelingenkamp in Calais. Een stand van zaken en enkele bedenkingen.

zondag 18 oktober 2015 18:39
Spread the love

Naar Calais gaan, doe je niet voor je plezier. De stad is verlopen: verworden tot de logistieke draaischijf die Kris Peeters graag van Vlaanderen wil maken en gaat dus voorbij aan de mensen die er wonen.

Pas-de-Calais, een regio waar vroeger staalindustrie floreerde en de multiculturele arbeidersklasse uit steenkoolmijnen het zwarte goud uit de bodem haalde.

Het is allemaal weg. Grote delen van de haven liggen er verlaten bij en voor vrachtwagens en goederen- of personentreinen hier, gelden maar twee dingen: ze komen ergens vandaan of gaan ergens naartoe. Als ze blijven is het nodens. Zo is dat met logistieke draaischijven. Aangenaam is anders.

Het geldt een beetje zoals veel van de mensen die we vandaag gezien en leren kennen hebben dus. Het zijn geen riverains of aangelanden, maar gestrande passanten. Ze willen hier niet zijn.

We hebben uitgebreid de tijd genomen om door het kamp – of veeleer de kampen – te struinen. Het zijn dan ook duinen: sommige plekken zanderig en onstabiel, andere kleiachtige modderpoelen. En tussen wat aan onze kust zonder twijfel beschermd natuurgebied zou zijn – dat alleen kan opgeofferd voor grootschalige immobiliën als de belangen en vriendschapsbanden goed zitten – wonen hier duizenden mensen.

Het is hallucinant. Het is onvoorstelbaar. Het is onwezenlijk.

Maar het is geen trieste boel, vreemd genoeg. Er heerst vitaliteit, beweging, er is handel en economie, er wordt gebouwd, er zijn scholen en kerken en een muezzin die uit boxen schalt. Er zijn geen douches of badkamers zoals in Hotel Ibis of Balladins Car Port Ferry en er is geen warm water – tenzij je dat op een vuurtje zelf stookt – maar er zijn waterpunten die als bronnen uit de grond lijken te verschijnen. En er wordt druk gepraat, gelachen, en zie: een neger op een fiets.

Waar er begin september rond die waterpunten modderpoelen lagen, liggen er nu bij gratie van gemeenschappelijke inspanningen vloertjes. Je hoeft er niet meer tot je enkels in het water te staan als je je haren wast. En er zijn wat wasbakken zodat je je kleren kan wassen. Ook als je die dan achteraf aan een draad in de regen te drogen moet hangen. Misschien zetten we daar volgende keer aan afdak op? En dan een muurtje errond?

Er waren begin september al wat restaurantjes en theehuisjes en er zijn er bijgekomen. En grotere tenten en een geïmproviseerde disco waar Bob Marley bezweert dat hij als de Lion van Zion has to run like a fugitive to save the life I live. Er hangt een discobal en er is bier.

De kant van de weg is zoals de weg: modder. En afval. Er staan geen vuilnisbakken waar je op straffe van een GAS-boete geen huishoudelijk afval mag in droppen en dus droppen de mensen het waar ze kunnen. Achter de tenten of wat verder in de bosjes. Wat bruikbaar is, wordt gebruikt en wat brandbaar is, wordt verbrand. Want als je uit Syrië komt waar het doorgaans 35 graden is, voelt het nu al bitterkoud in Calais. En dat ligt niet alleen aan het onthaal. Het regent ook al dagen onophoudelijk, zoals bij ons. Maar wij hebben een dak en een verwarming. En een wasserette of een wasmachine en een droogkast, al was het er maar een waar je muntstukken moet insteken. Misschien vragen we de Wasbar of ze een mobiele wasserette kunnen fixen? Geld zat, die mannen. En hip als zot.

Omdat niemand hier lang wil blijven, niemand zich nestelt en maar een paar mensen sedentair lijken en maar moeilijk wortel schieten, geeft niemand echt om dat afval. En omdat de mensen hier maar halfmensen zijn – zonder stemrecht, zonder belastingen, zonder belangen in de regio en zonder politieke of sociale vertegenwoordiging – voelt geen overheid zich verplicht afval op te halen. Of afvalcontainers te voorzien, of om hygiëne en ratten te geven. Dus kochten we rollen en rollen en rollen vuilzakken en struinden we door de duinen en vulden zakken vol. We wilden ze naar het Gemeentehuis brengen, maar volgende keer zetten we ze misschien tegen de afsluiting aan de villawijk. Daar komt zeker de vuilkar. Zo, dat is ook alweer gedaan. Tot we stinkend onszelf vuil vonden maar daar niet om gaven. Straks is er douche.

En dan “misschien moeten we hier een informatiecentrum bouwen” of “misschien kan er een betonneke onder dit waterpunt gegoten” of “what are you building exactly?” En dan luisteren naar Britten die zomaar, vanaf de overkant van het water vinden dat ze hier dingen moeten komen doen en zetten en maken en fixen en regelen. Omdat mensen gewoon mensen zijn en borders borders. En dan liever maar no borders, maar wel mensen. En vrij verkeer van personen en die dingen.

Hier worden plannen gemaakt en levens geleid en dingen gedacht en emoties gevoeld en gezichten gezien en geleefd. Hier wordt gebouwd en eigenlijk aan een andere wereld. Anders. Zonder de stad en de staat en wat daar als muskieten rond hangt. Hier zijn mensen aan de slag.

Er is veel te doen. En wat we zelf doen, doen we zelf.

En nu gij.

Solidarity For All vind je hier: https://www.facebook.com/solidarityforall.org?fref=ts

take down
the paywall
steun ons nu!