Opinie -

Vandaag is er weer een jonge, idealistische leerkracht heengegaan. Wie morgen?

Al sinds minister Frank Vandenbroucke roepen we het van de daken: “één op vier van de startende leerkrachten houdt deze job niet vol en stapt vroegtijdig uit het onderwijs”. Ondertussen zijn we enkele ministers en vele leerkrachten verder. Niets veranderde.

dinsdag 13 oktober 2015 09:45
Spread the love

Beste mevrouw Crevits,

Het is een klassieker. Waarschijnlijk ook al een cliché. Jonge leerkrachten, boordevol ideeën, gemotiveerd om van deze plaats een betere wereld te maken, stappen uit het onderwijs. Ze wilden de toekomst vormen. Kinderen de kennis en vaardigheden bijbrengen zodat ze zich morgen naar eigen wensen en inzichten ontwikkelen. Elke leerkracht zal vertellen dat de leefbaarheid van onze maatschappij staat of valt met de kwaliteit van ons onderwijs. Zelfs indien u dat laatste ook maar één tikkeltje overdreven vindt, doet dat niets af aan het feit dat een leerkracht het onderwijs doorgaans als een zeer ernstige zaak neemt. Vandaag is er weer een jonge, idealistische leerkracht heengegaan. Hij neemt het onderwijs ook au serieux. Voor u is hij uiteraard een nummer. U denkt in grafieken. Ik begrijp dat, mevrouw de minister. Tenslotte zijn we bijna met 120.000.

“De job van leerkracht wordt onderschat” of “de realiteit van het lesgeven strookt niet met de ideeën die studenten daarover hebben”, “jonge leerkrachten kennen het klappen van de zweep nog niet”. We worden om de oren geslagen met zulke oneliners. Ze individualiseren het probleem. Het is immers de leerkracht die niet voldoet aan de hoge eisen om zijn job goed uit te oefenen. Ofwel ben je een ‘loser’, ofwel een ‘winner’, all the American way. Zulke argumenten strooien niet enkel zout in de wonde bij de gedesillusioneerde leerkracht, maar ze gaan vooral voorbij aan een veel fundamenteler probleem. Als één op vier van de startende leerkrachten het bijltje er na vijf jaar bij neerlegt, dan moet onze onderwijsstructuur aan de baxter, niet de leerkracht. Dan moet er op macroniveau iets ondernomen worden. Dat is uw verantwoordelijkheid.  Vandaag is er weer een jonge, idealistische leerkracht heengegaan met het gevoel gefaald te hebben. Voor mij is het vandaag geen nummer, maar een twintiger, normaal boordevol energie. Nu uitgeblust. Wie volgt morgen?

Al sinds minister Frank Vandenbroucke roepen we het van de daken: “één op vier van de startende leerkrachten houdt deze job niet vol en stapt vroegtijdig uit het onderwijs”. Ondertussen zijn we enkele ministers en vele leerkrachten verder. De vraag wat we nog moeten doen opdat u naar ons zou luisteren hoeven we niet meer te stellen. U weet dat er in Brussel tachtig scholen moeten bijgebouwd worden. U weet dat er middelen moeten komen om de heterogeniteit in klassen op te vangen. U weet dat scholendirecties in feite twee jobs tegelijk doen. U weet dat de planlast te hoog ligt. Genoeg academisch onderzoek daarover, genoeg wanhoopsbrieven van onderwijsmensen in de pers, genoeg stakingen, genoeg. U weet dat een leerkracht, een jonge twintiger, vandaag de handdoek en daarbij al zijn idealen de ring heeft ingegooid. U weet dat dit morgen ook zal gebeuren.

Al jaren krijgen we ook een antwoord. Alleen willen we niet luisteren. We willen maar niet begrijpen dat de besparingen, die nu zowat tien jaar aan de gang zijn, eigenlijk een zegen zijn voor het onderwijs. We snappen niet dat de afschaffing van mentoruren ten goede komt van de startende leerkracht. Het opdoeken van het GOK-steunpunt heet ‘een goede oefening’ te zijn voor de gediversifieerde werking in scholen. Begin dit jaar werd het VVB (Voorrangsbeleid Brussel) gedwongen de boeken toe te doen. Ongetwijfeld ook ten goede van het onderwijs. De invoering van het M-decreet (uiteraard zonder voldoende middelen) is ‘een pedagogische uitdaging’ voor de leerkracht, zo leggen uw spin doctors het uit. En nu horen we dat er nog extra op werkingsmiddelen moeten worden bespaard? Ongetwijfeld rekent u hier ook op de creativiteit van de leerkracht om hierin een uitdaging te zien? Zo komt uiteindelijk alles op de rug van de onderwijzer terecht. En die rug kan breken. Vooral als hij beginnend is. Vandaag is immers een jonge idealistische leerkracht heegegaan. Hij is uitgeblust. Wat gaat u doen?

Eigenlijk bent u, mevrouw de minister, ook een slachtoffer. Niet alleen van de voorbije regeringen, zoals uw coalitiegenoten dat zo graag vertellen, maar ook van de centen die u ter beschikking hebt. Iedereen beseft dat het niet makkelijk is om met een kleiner budget te zorgen voor een performant onderwijs. Het zou u sieren moest u daarover eerlijk zijn. U zou uw spin doctors de deur kunnen wijzen en doodeenvoudig vertellen dat we moeten besparen omdat het een politieke keuze is van uw partij en uw coalitiegenoten. Uiteindelijk weet u ook wel dat er geld is. En dat dat geld wordt geïnvesteerd. In straaljagers, of in lastenverlagingen, of om banken te redden. Onderwijs is minstens even belangrijk. U vindt dat ook, veronderstel ik, anders zou u er geen minister van geworden zijn. Deze eerlijkheid aan de dag leggen, mevrouw de minister, dat zou pas vijf minuten politieke moed zijn. Uw partijvoorgangers, dweepten met die moed. Athans als het over BHV ging. Hier zou het niet misstaan. Tenslotte is er weer een jonge leerkracht heengegaan. En ik wil niet de volgende zijn.

 

Met vriendelijke groeten

Gaetan Carlier

Leerkracht in Brussel en actief via Ovds-Brussel (www.skolo.org/?lang=nl). 

take down
the paywall
steun ons nu!