Bisphenol-A (BPA) is een veel gebruikte chemische stof om onder meer plastic transparant te maken. Het is alomtegenwoordig in onze producten en wordt gebruikt in uiteenlopende toepassingen van dvd’s tot tandvullingen en als coating voor conserven en drankblikjes.
Het gebruik van BPA is echter controversieel geworden omdat het hormoonverstorende eigenschappen heeft. Ook ethinylestradiol (EE), de synthetische vorm van het vrouwelijke hormoon oestradiol, is alomtegenwoordig als belangrijkste ingrediënt van de anticonceptiepil.
Beide stoffen behoren tot de groep der zogenaamde ‘endocriene disruptoren’ – hormoonverstorende stoffen – die eerder al al in verband werden gebracht met hart-en vaatziekten, borstkanker, neurologische afwijkingen en diabetes. Uit een studie van de Universiteit van Missouri blijkt dat ze mogelijk ook de fysische activiteit van de mens kunnen verminderen.
Zwangerschap
Wetenschappers stelden als test twee groepen muizen tijdens hun ontwikkeling in de baarmoeder bloot aan bisphenol A en ethinylestradiol (EE). Een derde controlegroep kreeg geen chemicaliën toegediend. Toen de muizen volledig ontwikkeld waren, werd hun activiteit gemeten op verschillende manieren, onder meer door het zuurstofverbruik en de CO2-productie in de kooi te meten.
“We ontdekten dat, als we muizen tijdens hun ontwikkeling blootstellen aan BPA en EE, twee veel voorkomende stoffen, dat dit later een effect heeft op hun vrijwillige fysieke activiteit wanneer ze volwassen zijn”, zegt Cheryl Rosenfeld, hoogleraar Biomedische wetenschappen aan de Universiteit van Missouri. “Muizen die zijn blootgesteld aan deze stoffen bewegen minder, slapen vaker en zijn minder snel geneigd om uit eigen beweging fysiek actief te zijn.”
Obesitas
De blootgestelde muizen bleken bovendien meer koolwaterstoffen te verbranden dan vetten, een verschil dat ook vastgesteld is tussen obese en atletische testpersonen. Wetenschappers vermoeden dat op die manier de vetten geleidelijk opgeslagen kunnen worden in het lichaam, wat tot zwaarlijvigheid leidt.
“Onze vaststellingen zijn belangrijk, want een verminderde vrijwillige activiteit kan dieren en mensen meer vatbaar maken voor hart- en vaataandoeningen, stofwisselingsstoornissen en zelfs kanker”, zegt Rosenfeld.
De studie werd gepubliceerd in het Journal of Developmental Origins of Health and Disease. Het is niet het eerste onderzoek dat hormoonverstorende stoffen in verband brengt met obesitas. In 201 bleek al dat zwaarlijvige kinderen een hogere concentratie aan BPA in de urine hadden.
Wetenschappers onderzochten toen stalen van bijna drieduizend kinderen en adolescenten tussen 6 en 19 jaar oud. Kinderen met de hoogste concentratie BPA in de urine bleken 2,6 maal zoveel kans te hebben op ontwikkeling obesitas als kinderen met de laagste concentratie.