De Rechtvaardige Rechters: ‘Toe, zeg het maar, ik zal niet boos zijn …’ (deel 4)

dinsdag 4 augustus 2015 21:35
Spread the love

Op een zonovergoten vakantiebestemming kun je aan de rand van een
zwembad twee dingen doen: lezen of niet lezen. In het zwembad zijn de
opties iets talrijker (alhoewel …). Maar aan de rand koos ik dus voor
de eerste optie omdat (er is dus nog wel degelijk een derde
mogelijkheid) groepsanimatie in het gezelschap van luidruchtige
noorderburen en / of slechtlachse communisten niet aan mij besteed is.En wat leest een mens dan? Een mens leest eender wat, ik grasduin vooral
in documenten, archieven en boeken allerhande die te maken hebben met
… (hoe kun je het raden !?) De Rechtvaardige Rechters. En zo stootte
ik tijdens mijn expeditie naar het Antwerps-Gentse Walhalla op een interessant vertelsel. En wie ben ik om dat dan
niet met jullie te delen …?

We schrijven mei 1935. De Brabantse gemeente O.L.V. Lombeek staat in rep
en roer! De oorzaak: verdwenen en teruggevonden houten beeldjes uit het
16e-eeuws Maria-retabel dat zich in de plaatselijke kerk bevindt. In de
nacht van 10 op 11 oktober 1913 werden uit het retabel zes houten
beeldjes gestolen. De kerkdeur (!) wordt  ‘s ochtends open aangetroffen.
In 1921 verdwijnen er weer een paar beeldjes en de koster van de kerk,
die in 1923 zijn functie verlaat, wordt door de man in de straat
aangeduid als de dief. Dit kan echter nooit bewezen worden. Een van de grootste bewonderaars van het Maria-retabel was … Frans Van
Cauwelaert. Wanneer in 1930 de inrichters van de Tentoonstelling van
Vlaamse Kunst te Antwerpen het retabel naar de sinjorenstad (of
koekenstad) willen krijgen, wordt dit geweigerd door het Lombeekse
kerkbestuur. Van Cauwelaert bemiddelt en onder gewapende begeleiding
geraakt het retabel toch in Antwerpen.

Van Cauwelaert probeerde destijds ook het Lam Gods, of delen ervan, naar Antwerpen te halen voor tentoonstellingen. Hij stootte echter steeds op een njet van kanunnik Van den Gheyn. De relatie Gent – Antwerpen was troebel (in elk opzicht) …

In 1935 vindt in Ninove de huldiging van de vroegere pastoor-deken
plaats. De toen 30-jarige Karel Van Cauwelaert, rijksambtenaar en neef
van Frans (en tot voor kort diens kabinetssecretaris), schenkt aan de op
rust zijnde priester drie houten beeldjes. Deze weigert echter het
cadeau van Van Cauwelaert en stelt scherp: ‘Ik aanvaard geen gestolen
goederen!’ Dit voorval komt aan de oren van burgemeester Motteux van
Lombeek, die kan achterhalen dat het waarschijnlijk om gestolen beeldjes
uit zijn kerk gaat. Hij eist dat Karel Van Cauwelaert de beeldjes
teruggeeft, maar deze blijkt Oost-Indisch doof te zijn en laat de
beeldjes waar ze zijn: op zijn kantoor in Brussel. Op 23 november 1935
geraakt het geduld van Motteux op en schrijft hij een brief aan de
procureur-generaal van Brussel. In deze brief stelt Motteux dat hij
vindt dat Karel Van Cauwelaert, op dat moment kabinetschef van minister
Van Isacker, de beeldjes moet restitueren en ook zeggen hoe ze in zijn
bezit kwamen.

Brussel was de ivoren toren van de clan Van Cauwelaert, van waaruit zij het financiële en politieke landschap uittekenden ten eigen bate. Gent was een katholiek bastion waar de liefde voor kruis en kanunnik nog groter was dan die voor vrouw en kind.

Er wordt een onderzoek opgestart waarvan de leiding in handen is van de
substituut procureur-generaal met de welluidende naam Walther Ganshof
van der Meersch. Op 26 november 1935 worden de beeldjes in beslag
genomen en na controle blijkt het wel degelijk om deze te gaan die in
1913 uit de kerk van O.L.V Lombeek gestolen werden. Ons land is nog maar
pas min of meer bekomen van de nieuwslawine rond de diefstal van De
Rechtvaardige Rechters en krijgt nu weer een fameuze persstorm over zich
heen. Karel Van Cauwelaert krijgt (niet verwonderlijk) een platform in
de kranten De Standaard (Frans Van Cauwelaert was mede-oprichter) en Het
Laatste Nieuws (journalist Marcel de Ceulener leek in de zaak van De
Rechtvaardige Rechters vaak informatie ‘uit eerste hand’ te krijgen).
Van Cauwelaert schreeuwt zijn onschuld uit, zegt dat hij zelf
burgemeester Motteux verwittigde (wat door verschillende bronnen wordt
tegengesproken) en beweert dat een amateur-antiquair uit Ninove de
beeldjes aantrof in een oude kast die toebehoorde aan een ‘onbekende
overledene’. De antiquair had ze aan Van Cauwelaert bezorgt ‘ter
restitutie’, een taak die deze laatste dan blijkbaar niet echt ter harte
had genomen … Andere bronnen spreken dan weer van ‘ter restauratie’
(!).

Indien het paneel van de Rechtvaardige Rechters zich momenteel nog in goede staat bevindt, dan is het ongetwijfeld doorheen de jaren één of meerdere keren gerestaureerd. In het Louvre van Parijs dook (zogezegd) ooit een kleurenfoto op van het originele paneel, wat restauratie bewijst. De firma Bressers werd in dat opzicht al meer dan eens genoemd. Van hun hand is ook het altaar in de Antwerpse Sint-Laurentiuskerk. 

Kanttekening: in 1913 was Karel Van Cauwelaert acht jaar oud, Frans
Van Cauwelaert 33. Na de artikels die verschenen in De Standaard en Het Laatste Nieuws
stopt de berichtgeving en daarmee ook blijkbaar het gevoerde onderzoek.
Alles verdwijnt in de spreekwoordelijke doofpot en de beeldjes krijgen
hun plaats weer in het retabel. Iedereen tevreden … ?

Een van de bewuste houten beeldjes stelt de profeet Baruch voor. Het
zogenaamde Boek Baruch telt zes hoofdstukken, waarvan het tweede (na de
inleiding) getiteld is ‘Belijdenis van Zonden’ en het derde ‘Gebed om
Genade’. En een profeet is … een visionair!

A.N.S.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!